Wintervogels


Op papier is het nog midwinter. Om halfzeven zingen de vogels al hun lente-repertoire.
Te vroeg of op wintertijd? De merels zien er weldoorvoed uit. Of hebben ze zich dikgemaakt, hun veren opgezet tegen de kou? De laatste sneeuw ligt nog vuilgrijs, als stof in de hoekjes van het plaveisel. De vorst zit nog rillend in de grond. De winterschilder was er weer. In één nacht een witte wereldverbetering. De schilder is helaas al weer weg. De verf hield niet. Alle werk voor niets. Sneeuw voor de zon.
In de vijver zie ik twee futen een voorbarige balts doen. Het is of ik ze betrap. Ze lijken mij even verstoord aan te kijken en duiken dan samen onder, synchroon. Schoonzwemmers onder de vogels.
Ik blijf kijken om te zien waar ze weer zullen op duiken. Het duurt minuten. Ik verwacht ze ieder moment ergens…maar ze zijn verdwenen. Een raadsel. Hoe lang kunnen ze onder water?
’s Avonds zit er bij de Snackbar een vuilgele zwaan.
De snackbarman voert hem frites, ongebakken. De patatzwaan heeft al bijna een kilo op. De evolutie slaat weer een nieuwe weg in.
Liggend in bed tussen sneeuwwitte lakens zie ik mij zelf nog turen over de vijver naar de futen. Als getuige van dit verdwijnen verdwijn ik zelf onder het water van de slaap.

1 thoughts on “Wintervogels

Laat een antwoord achter aan Han Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *