Wat mij het meeste trof in mijn ontmoetingen met Biroeanen was hun oneven aantal armen, oren, benen, ogen…ik dorst er niet naar te vragen omdat ik niemand in verlegenheid wilde brengen.
Gelukkig is Wombazi alles behalve verlegen, dus ik waagde het erop:
‘Wombazi, als ik vragen mag….hoe kom jij aan dat derde oog en vier oren, komt dat vaker voor in jouw familie?’
‘Nee Biroe-Bor, de meesten hier hebben meer dan twee ogen of meer neuzen’
‘Hoe kan dat?’
‘Biroenezen hebben een snelle evolutie, als wij bijvoorbeeld iets niet goed zien dan groeit er meteen een oogje bij!’
‘Gaat dat vanzelf?’
‘Ja, onze biologie past zich spontaan aan wat de omgeving van ons eist!’
‘Wat eist de omgeving dan?’
‘Omgeving eist om gezien te worden en gehoord, gevoeld…ze eist erkenning!’, legde Wombazi uit.
‘Dus als je niet goed luistert krijg je vanzelf extra oren?’, vroeg ik ongelovig.
‘Precies en als je helemaal niet luistert dan wordt je één en al oor’
‘Dat lijkt wel een straf?’
‘Welnee Biroe-Bor, het is een uitnodiging…wat is er nu mooier dan goed kunnen luisteren, je belevingswereld groeit!’
‘Het is jaloersmakend moet ik bekennen, zintuigen die zomaar bijgroeien’
‘Maar’, waarschuwde Wombazi, ‘er zijn ook Biroenezen die geen ogen meer hebben,
die hebben alles al gezien, hun ogen vallen eraf, alleen hun geestesoog blijft over!’
‘Jullie zijn wel een wonderlijk volk, Wombazi..’
‘Zou kunnen, maar we weten het zelf niet, voor ons is evolutie heel gewoon!’ , grinnikte Wombazi terwijl hij met zijn staart kwispelde.
‘Hoe kom je trouwens aan die staart, is die ook zomaar spontaan aangegroeid?’
‘Ja, hoe raad je het?… telkens als ik bij mijn boomvrouw in de buurt kwam voelde ik iets waar ik geen uitdrukking aan kon geven…drie dagen later verscheen dit staartje onder aan mijn rug’,
Wombazi gaf mij weer veel plezier..!