Kaal

Meneer Wind woont ergens in een gat, dat kan overal zijn behalve in het midden.
Hij leeft er maar een beetje op los, maakt nooit een plan. Ongemerkt weet hij wel degelijk hele duinweringen af te kalven, zandeilanden te verplaatsen, bomen te ontwortelen.
Onderhand fluit hij een eentonig liedje zo van: ik doe toch niks.
‘We zien wel uit welke uithoek ze nu weer willen dat ik waai.’ verzucht hij.
Vaak ligt meneer Wind op het strand onder een wolkenloze hemel.
‘Als het weer even niet meezit heb ik niets te doen, het is stormen of stilvallen’
‘Vroeger op de wolkenschool gezeten, helemaal achterin de klas’ Niets had hij daar opgestoken tot hij zelf spontaan opstak.
Het hele hemellokaal had hij leeggeblazen, gierend.
De zon was vermanend in het midden blijven staan.
Zonnen huilen niet, maar ze schijnen verzengend boos te kunnen zijn. Hij werd weggestuurd van school. De zon wilde hem nooit meer zien.
Vanaf die tijd is hij onzichtbaar geworden. Waar hij voorheen nog elke kleur van de regenboog kon aannemen is hij nu doorzichtig. De zon kijkt dwars door hem heen.
Hij is lucht voor haar.
Alleen de gevolgen van zijn aanwezigheid zijn nog waar te nemen; voortjagende wolken, slingerende schoorsteenpluimen, meewiegende bomen en deinende korenveldzeeën.
Hij schept er nog altijd plezier in om hoeden af, paraplu’s kapot en kapsels door de war te blazen. Misschien wel omdat hij zelf zo kaal is als…ja als wat?
Wat is er naakter of kaler dan wind?
Meneer Wind, de kale kaalmaker.

2 thoughts on “Kaal

Laat een antwoord achter aan openbaargeheim. Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *