Gevangeniswezen

Mijn familieboom heeft vele vertakkingen, als kind van jong gescheiden ouders die allebei weer hertrouwden, scheiden en weer trouwden.
Mijn oom Sjeng, van de Limburgse familietak heeft zijn halve leven in de gevangenis gezeten, onschuldig.
Zo noemde hij dat voor de grap. Hij was cipier.
De laatste jaren zat hij alleen te wachten in een cel achter een batterij monitoren, zo had hij uitzicht op alle deuren, in en uitgangen.
Hij had heel goed contact met de gevangenen. Met spijt zag hij ze vertrekken als hun straf erop zat.Zijn zwakke punt was dat hij een persoonlijke band aanging met gedetineerden, raakte te betrokken en soms bevriend.
Dat werd hem ten laste gelegd door de directie, die hem overplaatste naar de controlekamer, hij vond er niks meer aan. Nadat hij zijn sleutelbos verloren had werd hij ontslagen.
Met moeite kon hij in het museum ‘Beelden aan Zee’ als suppoost aan de slag. Hij moest ervoor zorgen dat bezoekers de beelden niet aanraakten of mee namen.
Al gauw bleek dat hij het niet kon laten sommige beelden te betasten als er toch niemand in de zaal was, zijn handelingen werden helaas op beveiligingcamera’s vastgelegd, betrapt.
Hij voelde zich een gevangene.
Waar kon hij nu nog terecht, in de dierentuin?
Het werd een manège, paarden verzorgen werd zijn passie.
Tot op hoge leeftijd bleef hij ‘aan paarden werken’ zo noemde hij het. Heerlijk om met de dieren te zijn, met ze te praten, ze te voelen. Paardgereden heeft hij nooit.
Dit verhaal stond in ‘Strafblad’ het vakblad van het gevangeniswezen, daar heb ik het uit gestolen, omdat het verhaal van mijn oom is.

1 thoughts on “Gevangeniswezen

Laat een antwoord achter aan Philipp Reactie annuleren

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *