Het was een bijzonder gezin om in op te groeien, omdat de gezinsleden elkaar achter hun rug om allemaal voor gek, niet toerekeningsvatbaar, ziek, zwak, labiel verklaarden. Wanneer ze dat deden wist je dat ze dat ook over jou vertelden. Wat ze over je bekokstoofden wist je niet maar dat ze het deden was glashelder, ‘niemand was te vertrouwen’ luidde de onderhuidse boodschap.
Je moest als jongste iedereen ontzien en doen alsof jij de oudste en de wijsste was.
De dagelijkse spanning die dat opriep was dagelijks te snijden. Je moest goed op je woorden letten. Kolen en geiten sparen om de onderliggende wolven in slaap te sussen.
Vermijden was de modus operandi. Een verkeerde formulering kon de beerput al openen. Moeder liep zo krijsend de deur uit om uren later op gekwetste hangende pootjes terug te keren.
Het is uitzonderlijk om in de gesloten inrichting van het gesloten gezin op te groeien, met een geheime achter-de-rug-diagnostiek en geen andere behandeling dan zachte dwang en vermijding van open direct contact. Geen geneesheren over de vloer, alleen de zachte heelmeesters die de stinkende wonden proberen toe te dekken.
Het duurt een tijdje tot je beseft in een gekkenhuis op te groeien. Dan wil je zo snel mogelijk ontsnappen uit het gesloten systeem.
Eenmaal buiten merk je zoetjes aan dat je nu in een open inrichting terecht bent gekomen. Talloze diagnoses kun je hier krijgen, gratis stigma’s. Geen geneesheren maar receptenschrijvers die je een enkele reis aanbieden naar hun ‘pillenparadijs’.
Wil je geen grootafnemer worden van hun pillenindustrie dan rest je geen andere weg dan de weg naar binnen. De binnenweg naar ‘het minste geringste’ waar je weg bent. Deze weg ben je door weg te wezen. Het is een ruimte zonder inrichting.