De beheerder van het landgoed zat op het terras, hij was onder zijn krant in slaap gevallen. De radio stond aan.
Ik reed langs op de fiets en zocht een fietspomp voor mijn zachte banden, zag de stille drukte achter in de tuin.De radionieuwslezer sprak roestig, het oude nieuws had zijn keel geoxideerd. Een zomervliegtuigje in de hoge verte sleepte ronkend een lint van onleesbare letters achter zich aan.
In de tuin vergaderde een internationaal gezelschap doven, intiem en openbaar, in hun universele gebarentaal. Een Spanjaard, Rus, Italiaan, Duitser, Griek, Argentijn, Chileen, Chinees..de halve wereld, van elk soort was er maar één. Het waren afgevaardigden.
Twee doven stonden zonder te gebaren stil tegenover elkaar.
Begrepen ze elkaar niet? Of waren ze verliefd?
De nieuwslezer was uitgepraat, de tune werd ingestart en ging naadloos over in muzak. Het vliegtuigje maakte een noodlanding in een weiland, las ik later in de krant. Op de foto was het lint met modder besmeurd.
Niet begrijpen en liefde hebben veel overéénkomsten.