Draagkracht

Ik sta hier maar. Ik moet alles dragen wat ze zelf niet willen vasthouden.
Soms gaan ze zelf ook nog eens op mij hangen, met hun eeltige ellebogen, m’n poten staan al stijf van de spanning. Stapels boeken, zware bloemvazen, je kunt het zo gek niet bedenken of ze gooien het op mijn rug. Al die dingen die ze allemaal zo nodig moeten hebben. Sommige dingen staan er al jaren om te worden verwaarloosd, toegedekt met een laag stof. Of ze willen er weer vanaf, de dingen zijn waardeloos geworden.
Dan worden anderen daar weer mee belast. Mijn rug is trouwens behoorlijk beschadigd en stijf van overbelasting. Zelden word ik nog gedekt onder een damasten laken.
Wat ik allemaal te horen krijg, laten we het daar maar helemaal niet over hebben.
Dat kletst maar raak. Vaak denk ik met weemoed aan het bos waar ik stond omringd door familie, de stilte, het ruisen, de seizoenen. Na de slachting werden we gedeporteerd, uiteengerukt. We moesten allemaal anders worden. Geschaafd en beschaafd. Omgevormd tot dingen. Wij mochten niet onszelf blijven. Ik werd te werk gesteld in hun huiskamer om dienstbaar te zijn.
Soms als een kind onder mijn blad speelt voel ik mij weer even een klein bos met vier kale stammetjes, vierkant.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *