Voor de vaatwasser kwam
bracht theedoek rinkelend blinkend.
bestek droogkomisch naar bed
bracht theedoek rinkelend blinkend.
bestek droogkomisch naar bed
doodgekieteld door ‘n vaatkwast
lachten vorken hun tanden bloot
theelepeltjes lagen te gieren
lachten vorken hun tanden bloot
theelepeltjes lagen te gieren
boven de besteklade zong je zacht
het aloude slaaplalalaliedje van:
zo zijn onze tafelmanieren
het aloude slaaplalalaliedje van:
zo zijn onze tafelmanieren
en geef heden ons dagelijks brood
lepels met hun glimlachspiegels
gniffelden in elkaars weerschijn.
gniffelden in elkaars weerschijn.
alleen messen hielden zich groot
verhulden hun vlijmscherpe vrees
voor levend vlees, hun dodelijk zijn
verhulden hun vlijmscherpe vrees
voor levend vlees, hun dodelijk zijn
zelfs afwas was ‘n openbaar geheim