Vaal

Tandeloze meester had lang en vergeefs geprobeerd na te denken over wat Wild Veulen hem laatst had voorgelegd…iets over ruimte…binnen…buiten… was het niet evident geweest?

Als er nog haren op zijn hoofd waren geweest dan had hij er met zijn handen in gezeten…nu trommelde hij afwezig op zijn kale schedel.

‘Wat is er kaler dan geen schedel?‘ ,mummelde Tandeloos onverwacht onverstaanbaar voor zich uit.

Wild Veulen had het niet goed verstaan…’Wat zei u, wat is er valer dan schemer…??’

‘Zei ik dat?’ ,vroeg meester Tandeloos wiens gehoor niet meer zo best was.

‘Is de herinnering aan schemer niet valer dan de schemer? ,probeerde Wild Veulen.

Tandeloze meester keek verbaasd naar zijn berimpelde vingertoppen, ‘herinnering aan schemer’,waar had dat wilde Veulen het over?

‘Of is een vergeten herinnering soms nog valer?’ ,ging Veulen door

‘Ik heb bijna geen nagels meer..! ,mompelde Tandeloos.

‘Heeft u dan ergens jeuk, meester?’, vroeg Wild Veulen meelevend.

‘Welnee, ik heb zelfs geen jeuk meer!’ ,zei de oude, ‘maar nu je het zegt, wil je even op mijn rug krabben?.

‘Maar u hebt geen jeuk, zegt u!’

‘Weet ik, maar is dat dan een reden om nooit meer te krabben?’ ,Tandeloos glimlachte als een pasgeboren, ‘krabben zonder jeuk is zalig!’

Wild Veulen krabte met liefde de oude rug en kon niet nalaten nog eens te vragen: ‘Zijn vergeten herinneringen soms nog valer dan schemer?’
van
‘Niets is valer dan een vergeten herinnering’ ,zei Tandeloos die genoeglijk kreunde onder de behandeling en verzuchtte:
Wild Veulen vergat de hele vale vraag over de schemer en krabte.

‘Ik zal je voortaan Vaal Veulen noemen, vindt je dat goed?’,vroeg Tandeloos

‘Dat is goed’ ,zei Veulen bedachtzaam ,’maar alleen als ik alles aan u mag vragen!’.

‘Weet je Vale, door dat gekrab herinner ik mij opeens weer mijn oude vraag:
‘Wat is kaler dan geen schedel?’
‘Dat is de eerste en laatste vraag die mijn meester ooit aan mij stelde, als opdracht’.

‘Het klinkt raadselachtig, net als ‘Wat is valer dan schemer?’

‘Weet je Vale, ik heb er nooit een antwoord op kunnen geven…
maar dat niet-weten opende iets in mij wat geen enkel antwoord ooit zou kunnen openen!’

Veulen liet het stilzwijgend tot zich doordringen…
‘Wie was uw meester?’ ,wilde hij graag weten.

Tandeloos moest glimlachen en zei:
‘Hij hoefde geen naam te hebben, hij zei vaak: ‘Ik ben niemand in het bizonder, noem mij maar wat…en ik ben één en al oor’.

Vaal Veulen hoorde nog lang de echo uitklinken van dat laatste woord.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *