Typen


‘Wat een geinige typemachine is dat joh, gozer…wor je secretaresse soms…net als tante Sjaan?’ , zei ome Bart uit Saarloos terwijl hij voorzichtig met zijn kolenschoppen op de toetsen pookte . Het was een hele toer geweest om een piano het ouderlijk huis binnen te smokkelen, met veel gezeur. Voornaamste tegenargument van moeder was:
‘Maar dat is toch niet voor ons soort mensen weggelegd!’
Oom bleef doortypen, iets van een opera…?
Tante Sjaan zei, ‘Laat Bart maar lullen hoor…weet ie veel…Ome Bart zit wel op de grote vaart , jonge, maar zwemme kan die niet…toch Bart?’
Ik keek met grote ogen op naar die beul van een kerel.
‘Maar ik ken wel watertrappelen als de beste!’, zei oom terwijl hij doortypte…
‘Hij mot trouwens wel gestemp worde…hij is zo vals als een ouwe kraai!’.
De rijnaak van Bart en Sjaan lag in de Maashaven en heette
‘O Sole Mio’, ze wilden graag naar de operette-vereniging maar ze waren nooit lang genoeg in de stad.
Ik vroeg mij sindsdien mij altijd af wat voor mensensoort wij dan wel waren, gedoemd om zonder piano door het leven te moeten?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *