Wie zich niet voortplant is een uitstervende diersoort.
Er worden geen genen doorgegeven, geen talenten, geen ziektes, geen gewoontes, geen trauma’s, geen erfenis. Daar zitten ook voordelen aan. Geboren worden is niet altijd een zegen. Het nirvana van het ongeborene heeft genoeg aan zichzelf.
Een dier zal er geen gedachte aan wijden dat hij de laatste van zijn soort is. Alleen de natuurbeschermer huilt krokodillentranen om het laatste exemplaar.
Hij is in staat om het dier te vangen en het te onderwerpen aan een fokprogramma. Dierentuinen lenen zich daar helaas voor.
In plaats van de leefruimte buiten de hekken te beschermen richten ze zich op het individuele dier. Niet zelden sterft het laatste exemplaar achter de tralies ver van zijn geboortegrond.
Een uitstervend mensdier doet er goed aan uit handen van de mensenredders te blijven. Sterven lijkt bijna het laatste natuurlijke domein te zijn in dit door technologie vergeven
tijdperk. Onze natuurlijke biotoop wordt stormenderwijs een technotoop. Alles wordt overwoekerd door het kunstmatige, het virtuele. Kunstmatige intelligentie is een potentiële dictatuur die ons leven zal dicteren. Exit scharrelmens. Afwijken van de norm zal er worden uitgefokt, ‘The computer says no!’
De uitstervende moet vechten voor het recht om op een natuurlijke wijze te mogen bezwijken.