Surrogaatdader

Ik herkende Victor S. niet meteen bij zijn vrijlating, hij droeg een vaalrood vlasbaardje, in de cel gekweekt, zijn schuchtere loopje verraadde hem.
Via zijn advocaat was mij verzocht mijn vroegere klasgenoot op te halen. Buitenbeentje zijn schiep wel herkenning maar geen vriendschap.
We wisten allemaal dat hij het niet gedaan had en deelden onze verbijstering over het feit dat hij onschuldig veroordeeld werd.
Hoe het verhoor precies was verlopen wisten we niet, maar Victor had alles bekend tegen de agenten die hem hadden opgepakt. Hij zou zich verdacht hebben gedragen in de buurt van het delict.
‘Waarom heb je zomaar bekend, je slaat nog geen mug dood?’ vroegen we hem. Hij glimlachte onschuldig en afwezig en vertelde dat de agenten heel vriendelijk waren na zijn eerste bekentenis.
Ze gaven hem koffie met koekjes als aanmoediging om verder te vertellen.
‘Ik kreeg er plezier in om steeds meer details te vertellen, ze waren één warm luisterend oor’ ‘Maar Victor, je gaat toch geen valse bekentenis afleggen?’
‘Wat heb ik te verliezen, als ik het niet doe dan doet niemand het, dan blijven zaken onopgelost’
Op de muren van de verhoorkamer zag hij lijsten met onopgeloste zaken hangen. Toen hij daar ook over begon te verklaren hadden de agenten hem beschermd; ‘We houden het even bij deze zaak, de rest komt misschien later’
Daar had Victor zich aan gehouden, na zijn vrijlating zocht hij weer contact met de agenten van zijn eerste verhoor. Hij was niet tegen te houden om nog meer verklaringen af te leggen die opnieuw tot een veroordeling leidde. De rechercheurs werden gepromoveerd en verdwenen voor Victor uit zicht. Toen hij zijn tweede straf uitgezeten had trof hij een nieuwe agent die meteen aanvoelde dat hij met een simulator te doen had.
Het eigenaardige was dat Victor bleef volhouden het daderschap voor zich op te eisen, alsof het zijn bestaan bevestigde.
Hoe overtuigend de agent daar ook steeds weer doorheen prikte verzon Victor steeds nieuwe details en motieven.
Het leidde uiteindelijk tot een derde vonnis, ditmaal wegens misleiding van het openbaar ministerie, het moedwillig afleggen van valse getuigenissen werd hem ten laste gelegd. Uiteraard gaf Victor alles toe tegenover de meelevende rechter die hem met tegenzin veroordeelde. Victor had de rechter nog een hand willen geven om te bedanken voor het begrip.
Zover waren we nu.
Ik had mij voorgenomen Victor tot schrijven aan te zetten.
‘Schrijf gewoon alles wat je nooit hebt gedaan op, dat doen alle schrijvers, wie iets kan doet het, wie het niet kan schrijft het op’
‘Je veroordeelt mij tot schrijven’ klaagde hij, ‘ik wil dat iemand naar mij luistert en mij gelooft’
‘Je zult succes hebben, je hebt immers al drie keer zo overtuigend gelogen dat ze je erop veroordeeld hebben, dan ben je geslaagd als schrijver’

Gelukkig heeft Victor tot nu toe genoeg aan woorden als surrogaat voor wapenfeiten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *