Rituelen worden vaak niet begrepen omdat alleen de objecten en de handelingen worden gezien, de enige zichtbare aspecten van het ritueel. Voor de buitenstaander is het ritueel hermetisch ontoegankelijk.
Het is maar de vraag of het van belang is welke rituele handelingen er worden verricht, het feit dat ze worden verricht en exact zo, is essentiëel voor de werking.
Ook degenen die het ritueel uitvoeren begrijpen vaak niet waarom het ritueel zo is en niet anders, wel weten ze dat de herhaling heilig is. De herhaling geeft de vorm aan het ongrijpbare en stem aan het onzegbare.
De intentie en het innerlijke effect van de deelnemer kan niet worden gemeten, dat valt binnen de subjectieve beleving.
Essentiëel aan een ritueel is dat de deelnemer zich ondergeschikt maakt aan iets dat groter is dan hij zelf.
Het doet er zelfs niet toe welke naam aan dit hogere gegeven wordt. Wellicht is het nog beter om ‘Het’ helemaal geen naam te geven.
Door de rituele daad eert men ‘Het’ en zegt men: ik ben onderschikt en onderdeel van dit grotere geheel, het persoonlijke is ondergeschikt. Het is geen afgedwongen onderwerping maar een vrijwillig praktiseren van overgave in en daarmee vertrouwen herstellen in vertrouwen. Angst kan daarmee worden losgelaten en overstegen, praktische transcendentie.
Wetenschap kan hier niet bij omdat het subjectieve deelname vereist.
Hoe kun je vertrouwen herstellen?…door betrouwbaar te zijn
en ritueel te bevestigen.