De voorgevel pronkte voornaam.
Een pui om te bewonderen, om je in te palmen.
Alleen als je bovenop het dak stond zag je
Een pui om te bewonderen, om je in te palmen.
Alleen als je bovenop het dak stond zag je
dat het monumentale pand aan de achterkant
een archaisch uitzicht bood op een wijdse riviervallei.
Er zaten alleen geen ramen in de achtergevel.
Het pand was blind in haar rug.
‘Aan de achterkant wonen geen mensen’ ,
Het pand was blind in haar rug.
‘Aan de achterkant wonen geen mensen’ ,
hoorde ik mijn dode moeder prevelen als ze voor de spiegel stond.
Tijdens de afdaling in de vallei lag er in het wild gestort afval en puin te wachten op overwoekering. Het leven aan de voorkant had geen windeieren gelegd. De schoorsteen had heftig gerookt.
Of wij hem maar even wilden vegen.
Tijdens de afdaling in de vallei lag er in het wild gestort afval en puin te wachten op overwoekering. Het leven aan de voorkant had geen windeieren gelegd. De schoorsteen had heftig gerookt.
Of wij hem maar even wilden vegen.