Feest der cellen

De wetenschap komt er maar niet achter dat vertrouwen
een subjectief levend wezen is, dat weliswaar zonder lichaam,
in staat is om alle cellen van lichamen te doordringen.
Zij is het meest wezenlijke wezen van het subjectieve domein.
Het wezen van vertrouwen maakt verbinding met alles, binnen en buiten.
Het wezen geeft zich weg en schept zo vertrouwen,
zo plant ze zich voort in wat er is… en in wat er niet is.
Vanuit vertrouwen kun je je afvragen of er wel aparte wezens bestaan,
vertrouwen is het ene wezen.
Waar zij zich manifesteert daar vieren de cellen feest.
Het feest van meer zijn dan de som der delen.
Sommige mensen zijn bang voor deze meest intieme vreemde.
Ze kennen het niet, vertrouwen het niet.

De theses van Hypo

96% van het heelal schijnt
zoek te zijn, spoorloos,
slechts 4% is ons bekend
aldus astronomen die
ons weten scheppen.

We dachten al, er mist iets
zoveel ruimte en maar
zo weinig materie
volgens het designprincipe:

‘Less is More than All’

Deze alom afwezige materie
ligt opgeslagen
in de zwarte gatenhypothese.
Een soort pakhuis
voor ‘overtollige’ materie,
sterk gecomprimeerd ‘spul’
om ruimte te sparen?

Het is mooi dat onwetenheid
nu statistisch is vastgesteld
op 96%
van de resterende 4%
kunnen we ons afvragen
hoeveel daarvan naamgeving is
die zich deftig presenteert
als inzicht en begrip.

Hypotheses lijken wel opslagruimtes
voor alles wat we niet begrijpen…
maar ook dit is uiteraard
een hypothese.

Microscoop


Niet iedereen heeft talent voor verveling.
Maar als je zo bevoorrecht bent dat je je
af en toe grondig of zelfs dodelijk verveelt
vergeet dan niet dat je altijd een microscoop bij je hebt
om je in je directe omgeving te verdiepen.
De microscoop heet: V-e-r-t-r-a-g-i-n-g…
Handig van formaat, neemt geen ruimte in
en het ontvouwt zich vanzelf.
Je kunt ermee inzoomen
op elk aspect van de belevingswereld.
Hoe trager, hoe dieper je samen valt
met de directe ervaring…
Het vreemde is, het kleinste en het meest dichtbije
groeit onder je aandacht en dijt steeds verder uit…
Sta je stil dan wordt het naadloos samenvallen mogelijk.
Het object lijkt dan te vervallen.
In dat geval ben je zelf het ding geworden.
Zo ben ik laatst nog een stoel geweest
die het helemaal zag zitten
en een lege spiegel
die zichzelf niet kon zien.

RIOG


Het tijdperk van de binaire logica loopt ten einde,
al lijkt het meer op strompelend  voorover vallen,
een permanente val van de ene verbazing in de andere…

Het was ooit: het een of het ander…
Het ene been of het andere been,
nooit geen van beiden of allebei wel…
of een half been van beide of…etcetera.
Gaandeweg raken we verzeild in 
de zee van mogelijkheden,
waarin 
alles naast elkaar bestaat, langs elkaar heen leeft,
door elkaar heen zwemt.

Het tijdloze tijdperk van RIOG heeft ongemerkt haar intrede gedaan.
Het tijdperk van: Reken-Ik-Ook-Goed.
Waarom tijdloos?
Omdat niets zo relatief is als tijd.
Dus komt iemand te vroeg of te laat, of niet….nooit, of op tijd?
Zoek daar dan niets achter en denk: RIOG!
Dit principe zal zich in elk domein van het bestaan manifesteren, let maar eens op.
Zeg maar eens dat iets niet kan en de volgende dag zal iets of iemand dat logenstraffen met zichzelf als levend bewijs. Besluit maar dat iets onmogelijk is en het blijkt toch te kunnen. RIOG is feitelijk niets anders dan de schoorvoetende erkenning van de oneindige rijkdom van het bestaan. Wat eerst eenduidig leek blijkt nu voor vele interpretaties vatbaar. Definities liggen niet meer vast. Betekenissen zijn fluïde geworden.
Zou het door de druk komen dat alles vloeibaar wordt?
We kunnen niets meer uitsluiten.

Elk willekeurig horloge dat al jaren stil staat geeft twee keer per dag de juiste
lokale tijd en ook nog vele juiste tijden op andere aardse lokaties.
Dan weet je wel hoe laat het is: de hoogste tijd voor RIOG.

Vieren

Wat valt er anders
dagelijks te vieren
dan de teugels?

wat anders vieren dan
het onbeteugelde zijn
van het wilde paard?

is jaartelling niet
een halster dat elke
steigerlustige natuur
tot ouderdomme wijsheid
wil dwingen?

wiens wens was het ooit
om elk halstarrig veulen
in te perken, te dresseren,
haar wilde manen te scheren
of tot truttige strengen te vlechten,
om zo het circusnummer
van echte beschaving te leren?

terwijl het liefst ongezadeld
door de wilde klaver rolt
of onbezonnen in draf
naar ‘n horizon holt
om daar hals aan hals
veldboeketten te eten.

©S.Adema 2022

Pijp

{CAPTION}

Pablo Casals
groef als notenarcheoloog,
met zijn pijp en in zijn eentje,
de reeds vergeten cellosuites van Bach op,
ze lagen onder het stof van eeuwen.

Casals decodeerde
al pijpsabbelend,
het hiëroglyfenschrift
van de meesterpolyfonist,
die voor vele instrumenten
bijbels achterliet.

Pablo maakte de eerste opname
op platen van schellak,
al kringeltjes rook blazend.
In de historische opname hoor je,
behalve het knapperende haardvuur,
het gonzende genot van zijn cello,
als van een zomerhommel
verzonken in een bloemkern,

de verrukking van de speler
terwijl hij de een na de andere afgestofte schat
aan het licht brengt,
inspiratie lurkend uit zijn pijp.
Alsof Pablo zijn pijp stopte
met Bach’s notentextuur
om de essentie van deze tabak
te kunnen proeven.

Was zonder Casals deze bijbel
van de cello in rook opgegaan?

Zonder pijp was dit nooit gelukt.

Rondfonk

Ooit viel er een…kiezel

of wat was het?

in deze geheime vijver

er begonnen zich

cirkels voort te planten

als radiogolven

wat wilden deze uitzendingen

van uitdijende nullen zeggen?

of stelden ze simpelweg ‘n vraag:

wat heeft geworpen?

wat is geworpen?

wat heeft ontworpen?

of moet dit alles verworpen…

en bestaat dit mysterie eruit

dat niemand wierp?

onderwijl fonkt het rond

of de uitzending nu wel

of niet beluisterd wordt

Tol

Moeder Aarde is nooit jarig want
wie herinnert zich haar geboorte nog
uit betovergrootmoeder Natuur?

Wie kan de kringen tellen
van de eonen
rondom haar ontelbare ogen
die ons verwonderd aanstaren?

Wat zijn haar laatste woorden?
we hangen nu aan haar lippen…
zittend rond haar sterfbed
steunend en klagend
om zogenaamd haar sterfproces
waardig te begeleiden

overbodig en misplaatst
zoveel medeleven voor
een onverwoestbaar wereldwijf
dat nog steeds sereen zal rondtollen
als wij al lang zijn weggevaagd,
uitgewist. Ze kan ons missen.

Ontbijt

Het was de eerste keer dat ik met Virio mee naar huis werd genomen. Ze woonden op de bodem. In de kraamkamer van het leven stelde hij mij voor aan zijn hele familie die zojuist aan de onderwater tafel plaats namen voor het ontbijt.‘Kijk’, zei Virio: Dit is nu Zoö, en die daar is Fyto, daarnaast onze onvermoeibare Holo, en hier…Myco met Bacterio en Virio…c’est moi! ”

De familie Plankton was fysiek de kleinste familie van de oceanen, maar door hun zwermsamenleving wel tegelijk het grootste in aantal.
Fyto was zo aardig als een plant en zorgde voor zuurstof.
Zoö was zo dierbaar als een het kleinste beestje.
Myco was een deler, die woekerde met talenten door dna met alles en iedereen te wisselen, overal liet Myco zijn sporen na, die hij niet had verdiend, die kreeg hij gratis door uitwisseling. Holo liet zich willoos zweven door de toevallige zeestromingen.
Bacterio had smetvrees en was vooral op hygiëne gericht, een buiten gewoon schoon wezen.
Virio maakte iedereen weerbaar en krachtig, zat eigenlijk permanent in de puberteit.
Hij riep nogal wat weerstand op, hetgeen iedereen een sterk incasseringsvermogen gaf.
In de hoek van de waterkamer zat Tante Diatomee die met haar uitwendige skelet synthesefoto’s maakte en Opa Dinoflagelaat die liever in het midden liet of hij een plant ofwel een dier was. Opa rekende ze allebei goed.
Vader Plankton, die wonderlijk genoeg integraal uit alle familieleden bestond was ook tegelijkertijd moeder. De kinderen vonden hem daarom wel wat tweeslachtig, maar dat had eigenlijk alleen maar praktische voordelen.
Toen iedereen klaar zat voor het ontbijt vroeg ik met mijn domme hoofd of ik bij het ontbijt iets te drinken mocht hebben. Een collectieve hoge bulderlach liet alle Planktonezen tot tranen toe schuddebuiken. De stranden overstroomden met hun waterlanders.