Kinetisch ritueel

Er gebeurden vreemde dingen in het Randstedelijk Museum als men even niet keek.
Zo leek het tenminste. De kunstwerken aan de witgepleisterde museumwanden hadden zich spontaan te verplaatst. Eerst werden ze verwisseld van plaats, dan hingen ze opeens weer aan een hoek te bungelen of hingen omgekeerd te pronken met hun achterkant. Het waren steeds de suppoosten die als eerste de zalen betraden en de nieuwe opstelling ontdekten. Het gebeurde ‘s nachts als er niemand was, behalve dan de beveiligers die terplekke steekproeven deden en verder hun tijd doodden met het monitoren van de beveiligingscamera’s.
Zij werden dan ook hoofdverdachten in deze museale zaak, maar de verplaatsingen waren zo omvangrijk dat het hele beveiligingsburo verdacht werd van medeplichtigheid.
De schilderijen werden overigens niet beschadigd. Nu traden ook objecten uit vitrines naar buiten. Plots stonden ze boven op het glas, voor iedereen aan te raken en mee te nemen. Sommige objecten namen plaats op de monumentale trap.
Paragnosten spraken van teleportatie en telekinese. Maar de objectief ingestelde kunstwereld had geen boodschap aan dat soort waanzin, het moest mensenwerk zijn.
De recherche vatte de zaak ernstig op toen bleek dat de beveiligers het onmogelijk gedaan konden hebben. Hun alibi betekende ook meteen het faillissement van hun bedrijf, want het bleek dat ze hele nachten hadden zitten klaverjassen in hun controlekamers zonder in het museum aanwezig te zijn. Zonder steekproeven waarbij ze hun keurmerk ‘nietsaandehand’ konden vaststellen.
Later onderzoek wees uit dat afwezigheid bij de meeste beveiligingsbedrijven eerder gangbare praktijk is dan een uitzondering.
Men zette er extra beveiligingscamera’s op om objectief te registreren wat er zich afspeelde, wanneer en vooral hoe. Maar de opgenomen camerabeelden toonden niets bizonders in de verlaten zalen. Pas als men de volgende dag zelf ging kijken bleken er weer wonderlijke verplaatsingen te hebben plaatsgevonden…
De sculpturen verzamelden zich in een kring rond een enorme stapel sokkels waar ze zelf ooit op hadden gestaan. Het leek wel een rituele initiatie, alsdus een verbijsterde curator.
Nu werden de camera’s verdacht van collaboratie, ze zouden slechts een stilstaand beeld tonen. De nieuwe beveiligers werden ontslagen omdat ze niets meer onder controle leken te hebben. Nader onderzoek concludeerde dat de camera’s onschuldig waren. De museumdirecteur werd wanhopig toen ook de draaideur na het toegangsloket steevast blokkeerde zodra er een bezoeker in gevangen zat.
Bij het ontzetten van de geshockte kunstbezoeker ging de draaideur alleen naar buiten toe open zodat die alsnog buiten gezet werd. Alsof de draaideur zich openlijk verzette tegen het voyeurisme van de kunstliefhebbers.
Het museum ging voor onbepaalde tijd dicht in afwachting van de terugkeer van het gebeurtenisloze.
Het mysterie werd door talrijke observanten bestudeerd maar nooit opgelost.
Wilde de kunst zelf iets zeggen? Maakte deze dans van objecten niet het hele museumconcept en het conceptuele belachelijk en relatief?
Voelden de werken zich onveilig?
Speels was het in elk geval wel…zou dat het ‘paranormale’ statement zijn?
Wilden de werken zich wellicht ook eens van een andere kant laten zien?
Was dit toch het begin van een nieuwe stroming: Telekinetische kunst?

Lees verder

Onder het mom

Gelezen in een ernstige recensie:

“De serieuze acteur speelt in deze film een komische rol…”

Hij speelde eerst dat hij serieus was en zo vaak dat hij voor
een serieus acteur werd aangezien, waardoor hij steeds weer
voor serieuze rollen werd…geframed door de herhaling.
Nu speelt hij opeens een komische rol die men moeilijk serieus
kan nemen omdat men de acteur alleen kent van ernstige personages.
Zelfs, of juist, als hij zijn komische rol heel serieus speelt is het moeilijk
om geloofwaardig komisch te zijn, echt leuk wordt het meestal niet.
In beginsel speelt de mens alsof hij een acteur is.
En daar aan voorafgaand: speelt het dier alsof het een mens is.

Hoe serieus kun je blijven als er in dit spel zoveel van rol verwisseld
kan worden? Identiteit is blijkbaar een relatief rollenspel, vloeibaar
als water, stromend van de ene vorm in de volgende.
Is het dan niet verbijsterend hoe rolvast de meeste mensen zijn?

Zolang het zich als spel voordoet bestaat er geen probleem.
Serieuze problemen ontstaan pas als de maskers, hardgebakken
in de oven van de ernst, aan het gezicht blijven vastplakken,
dan ontspoort het spel in dodelijke ernst.
Het mombakkes is vormvast en eenduidig.

Ook zo

Na ‘n windstille reis
op Eonische zeeën van ruimte
is het voorzichtig aanmeren
op rotskusten
om de tere scheepshuid
van tijdloos
te sparen
alvorens
behoedzaam
tastend
aan land te gaan
op dat afgerasterde land
van agenda, vergaderdwang,
deadline & rampenplan

was het raadzamer
om landinwaarts
de rivieren op te varen
ballast te lossen,
niets te laden
en gaande weg
buitengaats
te dwalen
in het huis
zonder wanden
onder het hemeldak
in de nabije verte
de branding
van de bloedbaan
…… …… …….
van waar eigenlijk
dat mensworden
als bestaan
ook zo…

Aanraaktaal

De jonge lieve hond heeft grote oren,
ze luistert zo goed & graag
maar doet niet wat je zegt
behalve als je vraagt
naar de bekende weg,
dan loopt ze volgens eigen plan vooruit
en als ze dan toevallig komt,
dat je voor de vorm nog even fluit.
Zo richt een baas zichzelf af.
Bevelen achteraf reken je ook goed.

Je koestert haar weerbarstig temperament
vanwege die heel eigen wilde agenda (analfabetisch),
waar hele andere geurgedreven prioriteiten spelen…zoals:

1) valt er, waar dan ook, nog iets kauwbaars
in te pikken om te bikken of kapot te bijten dat het kraakt?
2) hoe krijg ik de baas zo gek dat ie
aan mijn knuffelprooi gaat trekken?
3) valt er hier nog ergens een leeg gat op te graven?
4) zijn er in dit windje nog geheime geurberichten op te snuiven?
5) zijn er nog vliegen te vangen bij gebrek aan grote prooien?

Pas als ik mijn wijsvingers in haar oren stop en kriebel,
luistert ze
wordt ze als was.

Ze verstaat aanraaktaal,
nu verslapt ze in overgave,

haar weerbarst dooit
onvoorwaardelijk
als haar kop
zich in mijn handen geeft.

Daarna begint ze verwoed mijn wijsvingers aflikken.
Om te proeven hoe goed luisteren smaakt?

Genesis

Groenvingermens sprak zacht
met haar plantenbestand,
ze bemoedigde elk bladgroen
om te woekeren, te floreren
haar raamkozijnen groeiden
gestaag het uitzicht dicht

Op een nacht vatte vingerplant
een pen van het tafelblad in haar
handpalm en begon te schrijven
op het blanke behang.

De plantenhand kalligrafeerde
aandachtig traag de hele wand
vol met prachtige lussen en halen
klanktekens uit alle talen,
geen mens wist wat er stond…

GodsnoeiendeJezusGenesis…

Ik groei hier mijn wortels rot.

Wanneer mag ik, lieve schat,

nu eindelijk ‘s uit die enge pot?

Laat zalvend gelal achterwege,

ik ben geen vegeterend geval.

Plant mij liever buiten in de regen,

in moederaarde staan is puur genot

herplant mij, liefst in het Niemandal.

DSM-supplementen

Het heeft er alle schijn van dat het normale, het gangbare, hoofdoorzaak is van de huidige crisis in de wereld.
Terug naar het oude gangbaar wordt immers heel gewoon gevonden.
Dat wat men normaal vindt wel eens een ongekende pathologische aandoening kan zijn houdt niemand voor mogelijk.
De kans dat the Average Normality-syndrome (ANS) in de DSM-gids 6 wordt opgenomen wordt met de dag waarschijnlijker.
Evenals het Common Sense Disorder, (CSD) het gezonde verstand
dat niet zo gezond is als het zich voordoet.
Daarnaast zijn er nog:
-Orthodox Positivity-syndrome (OPS)
-Obsessive Health-syndrome (OHS)
-Statistic Logic Disorder (SLD)
-Frozen Identity Disorder (FID)

De mensenwereld lijdt aan deze ‘normale’ conceptuele aandoeningen. Niet omdat het de verkeerde concepten zijn, maar domweg omdat het concepten zijn. Het bestaan is immers geen concept en leven is niet gebaat bij conceptuele benadering, integendeel het stagneert elk organisch, natuurlijk proces of erger…helpt het om zeep.

Beschouw jezelf maar eens als normaal en gewoon en je botst met alles wat van jou afwijkt. Je snijdt je af van de meest vitale bron, het irrationele onderbewustzijn.

Probeer maar eens alleen maar positief te denken en je sluit alle essentiële zogenaamd negatieve informatie uit. Het resultaat is uiterst negatief.

Gebruik maar eens excessief je gezonde verstand en merk op dat alles wat onzichtbaar is niet bestaat, afwezigheid van bewijs zie je dan echt als bewijs van afwezigheid, je raakt ontzield.

Denk maar eens diep na over je gezondheid en je gaat je meteen niet meer zo lekker voelen, je gaat strategie bedenken om je leven te beteren, en alleen maar gezond te eten, wat tegen je natuur inwerkt.

Of vertrouw op de statistieken, reken je rijk en merk dan dat uitgerekend jij in de praktijk tot die ene procent behoort.

Geloof rotsvast in die ene identiteit die je echt denkt te zijn en je zult verstenen tot een trotse rots in de branding van de permanente verandering.

Dit staat allemaal in detail te lezen in een alarmerend rapport van de voordracht-commissie DSM-supplementen. Helaas blijft het bij diagnose, over passende behandeling wordt geen woord vuil gemaakt.

Donkerhond

We liepen met de ochtend zon
in de rug.
Ze speurde de omgeving af naar
een leuke speelhond.
Verder op het pad liep een man
met een donker hondje voor zich uit
niet zwart maar donker.
Ze begon te trekken aan de riem
om de hond te begroeten.
Ik volgde haar verlangen.
Bij het naderen zagen we dat het donkere hondje
de schaduw was van de man, weg was de donkerhond.
Ze snuffelde om de man heen en begroette hem.

Schaduw als het verlangen dat ons naar buiten trekt de wereld in.
Hoe vaak blijkt het verlangen gezichtsbedrog, een misverstand.
Beter een echte hond met een simpel verlangen om te spelen,
desnoods met de baas. Die dan zelf weer hond moet worden.

Pluim

Anonymus was haar pluimnaam.
de schrijvende mus
schreef met haar snaveltje
gedoopt in water

stil getjilp op berkenvel
zelf zong ze niet,
ze schreef liever
zolang ze bleef,

haar museale berkenpoëzie
is heel…teder…
vergeefs & vervlogen…
zorgvuldig ongesigneerd

de enige overgebleven
hippende zin is:

‘…dit in de wind
zilver schilferende gedicht…’

Binair

Wat voorheen doorgaans als gelach is gedetermineerd blijkt al die tijd slechts hyperventilatie van de geest te zijn geweest. Het fenomeen lachen heeft bij nader inzien nooit iets met humor te maken gehad, wat op zich weer grappig lijkt, maar het niet is.
Dit nieuwe neurologische inzicht zet uiteraard het hele concept van wat grappig is op losse schroeven en werpt de vraag op: Wat hebben we onszelf nu al die tijd wijsgemaakt?
Dat wij leuk waren, dat iets grappig was? Dat er echt zoiets bestond als humor, terwijl we nog nooit humor hebben gezien, laat staan hebben kunnen meten of wegen?
Fysiologisch ontstaat er een plotseling neurologisch vacuüm in de geest, hetgeen het middenrif peristaltisch doet schokken wat een kortademig ‘HaHaHaHa…’ veroorzaakt. Dit blijkt een fonetische uiting van een meetbare kortsluiting binnen het binair mentale systeem.
De benauwde beperking van de binaire benadering wordt voor even doorbroken en genereert een tijdelijk opgeruimd gevoel, wat verslavend kan werken.
Dat het ‘vermeende gelach’ gezond zou zijn kan ook naar het rijk der fabelen verwezen worden. Ernstige buikkrampen kunnen de levensduur statistisch significant verkorten. Wat vroeger humor heette was niets anders dan het ongemak van het niet weten. Het brein werd door controleverlies regelmatig in verlegenheid gebracht, soms zelfs tot pure wanhoop en paniek die resulteerde in pathologisch gehinnik.

Nu we dit dus weten hoeft er dus nooit meer gelachen te worden, zodat we ons voortaan op ernstiger zaken kunnen richten.

Objectieve wetenschap heeft veel gemeen met de humorloze totalitaire staat.  
Die staat kan vanuit zelfbenoemde absolute autoriteit beslissen over de mensheid.  
Noem maar wat, bv dat de ziel niet bestaat. Waarmee de mens en al wat leeft tot mechanistische robot wordt gereduceerd, tot een dood reproduceerbaar object.   
Het is natuurlijk tekenend voor wat deze objecthouding met mensen doet, ze
moeten zichzelf ontzielen om wetenschappelijk te kunnen opereren. Erg zielig.

Fotocollage: Chantal Rens