Blauwe ogen

Op de onzekere dag trof ik het
wonderzaam Heelal aan op de hoek
van de Melkweg en de Maansteeg.

Ze was alleen en nogal in zichzelf
verzonken binnenstebuitengekeerd,
haar hele wezen lag open & bloot op straat.

Was het toeval dat ik het immenselijke heelal
tegen haar nogal corpulente
verschijning aanliep, ‘n objet trouvé?

Ze droeg een parelketting van oude
planeetjes & vallende ster als broche,
verder toonde ze vooral naakt & te groot

Ik sprak haar aan, terwijl ze nog
voluptueuzer uitdijde. Waar of ze
naartoe ging, wist zij veel waarheen?

Als ruimtewezen dijde ze nog ruimer,
wellicht tot ze totaal zal worden
opgeruimd dus, wat best netjes staat.

Ik vroeg of ik kon helpen de Melkweg
over te steken, ze keek me aan
met enorme pupillen als zwarte gaten.

Of ik in ‘n ravijn van Zijn keek, plots
was de Melk weg en de Maan steeg
tot grote hoogte, nam ‘n hap uit de zon.

Wat wilde ‘t fenomenale Heelal hier
mee zeggen, Kom eet? Nu begon het
te plenzen, de regen boog diep.

Dit plechtig moment voltrok zich
hier in deze verste verte waar de staart
v/d vallende ster begon te kwispelen

als ‘n uitgelaten hond liep ik
op wolken naar huis, ik belde aan,
niemand deed open, niemand geloofde mij

blindelings op mijn blauwe ogen.

Hanekam

‘Cultuur is je haar kammen in de tegenovergestelde richting dan waarin het groeit…’

Deze mooie stelling is van kunstenaar Rudi van de Wint.
We gaan er even met de stofkam doorheen om uit te kammen of er iets in zit.
Deze losse haren kwamen vrij:

*De kam als nurture, het haar als nature.

*Is cultuur het tegen de haren in strijken, de natuur een vorm opleggen?
Kunst als tegennatuur?

*Was de eerste kam een afgekloven visgraat?
Natuur als kam, gelukkige bijvangst?
Handig om de verwarde dos van gedachten los te kammen?

*Kan natuur zichzelf tegen de haren in strijken?
De zalm die tegen de stroom in naar ‘huis’ zwemt…
de wind die een bergstruikje teistert?

*Is de draad van tegendraads eigenlijk een haar?
Is niet kammen een daad van verzet van de menselijke natuur tegen de cultuur?

*Is een permanentje, het fixeren van steil haar met haarlak cultuur…kunst?
Het is zeker kunstmatig…en kunstig om soepel haar tot helm om te vormen.
De helm is zonder meer cultureel erfgoed.

*Is haar zelf geen tegendraads natuurverschijnsel, menselijk haar dat maar
doorgroeit en dus wel gekapt moet worden om er niet over te struikelen.
Het lijkt erop dat de evolutie het scheppen van de schaar afdwong door
haar maar door te laten groeien…? Natuurlijk, zo heeft ook de kou de bontjas
en de open haard nodig gemaakt. Natuur als passieve actor die alle nodige
uitvindingen dicteert.
Is de natuurlijke luiheid van mens dan oorzaak van de automatisering?

*Is dit wat de mens van het dier onderscheidt?
Dat zijn hoofd en baardhaar blijft doorgroeien?
Toegegeven, schapenhaar groeit ook door.
maar dat is dan ook een kuddebeest net als het mensachtige dier.

*Is natuur nu een haartje betoeterd om de mens als dier te beschouwen?

*De tegendraadse mens draagt een hanenkam…een kam van haar.

Dit waren wat losse haren. Nu rest de vraag, kunnen we hier een pruik van maken?

Poëtaria

Bij ons om de hoek zit
de poëtische snackbar
voorheen kapsalon.
Op de deur staat gekalligrafeerd:

‘Literaire Hapsalon’

Geopend/Gedicht

We halen er als tussendoortje
soms wat gefrituurde Haiku’s
met verse natuurlyriek…vult niet echt,
maar o zo verfijnd & krokant.

Voor de grote trek warmen ze met liefde
‘n Sonnet voor je op in de hapjespan,
opgediend met rijmsaus…neutraliseert het vet.
Het broodje Epos raakt in de buurt
ook steeds meer in zwang,
gepaneerd met epische kruiden.
Vroeger geneerde men zich nog
om van de straat of uit de muur
poëzie te snacken,
gelukkig wordt Fast Poët
steeds meer gemeen goed,
al blijft het natuurlijk ongezond lekker.

Sport

De een was trots
op zijn schaamte.

De ander schaamde
zich voor zijn trots.

Nog een schaamde
zich voor zijn schaamte.

De meesten waren trots
op hun trots.

Dan waren er ook nog die
aan plaatsvervangende trots
deden afgewisseld met

plaatsvervangende schaamte.

Je wist nooit welke sport
op de ladder van schaamte & trots
je moest nemen, klimmen of dalen?
Dus bleef je waar je was, zonder
verwijtbaarheid of verdienste.

Wat men daar van vond verbleekte
in een immer stralende zon.

Beeld: Teun Hocks

Rolvermogen


De Steen werd onder ede ondervraagd over zijn rol bij de allesverwoestende lawine…
Bij elke vraag over de ware toedracht kon Steen zich niets herinneren, stenen waren immers passief. Hoe kon dat wat passief was ooit daden doen?
Op de retorische vraag: ‘Maar u moet hier toch meer van weten?’, antwoordde de Steen vastberaden en gelaten:
‘Zeker, dat zou ik ook graag willen, dat ik er meer van zou willen weten, maar Stenen als ik gehoorzamen alleen aan de zwaartekracht…en waar het om aansprakelijkheid gaat acht ik mij niet aangesproken…’
En is de kernvraag dan niet, vervolgde Steen zijn betoog.
‘Wie hebben mij ooit bovenop de berg gebracht…in zo’n gevaarlijke positie?
Iedereen kon weten dat ik nu eenmaal rond en glad ben… en dat ik dientengevolge makkelijk elke kant op rol’
‘Wie zou mij in zo’n positie brengen en waarom?’
‘Om mij ten val te brengen?’
De Steen liet zijn schaduw vallen.
Het verhoorlicht van de ondervragers ging uit.
(Beeld: Teun Hocks)