Loving

Ach, hadden we maar eens haast,
helaas niet voor in de wieg gelegd.
We kunnen ons geen haast veroorloven,
alle aandacht gaat op aan het zich
rustig laten ontvouwen van dingen naast
‘t registreren van dit omstandig heden

Alle waan der dagen wordt vermeden
hoe zeer de wereldstorm ook raast…
Wij zijn nog trager dan de slak die beroofd
door twee schildpadden zich klaaglijk verbaast:
‘Ik weet niet hoe, ‘t ging ook allemaal zo snel’
God’s wegen zijn een slijmspoor en geloofd.

Ontijd

Zomaartijd was plots weer ingevoerd
of was de Mindertijd nu uitgevoerd?
Je wist amper meer wat voor maand
oktember was met dit doorsneeweer.
Het zou nu even voortaan, voorlopig,
vroeger of later donkerder of lichter zijn.
Onze horlogeloze hond blafte zichzelf
en ons wakker na nacht en ontijd.

(niets)


hoofdletterloos leven
zonder interpunctie

vergeefs wachtend
op een uitroepteken

zonder komma
die even afremt
voor een zinswending

zonder vraagteken
dat stilstaat
bij het nietwetende

(niets) staat tussen haakjes

leven als alinea
zonder punt
aan geen einde

de zin is
dat het werkt

al is het maar
op lachspieren

Herbarium


Het herbarium van bladergeheugen heeft allang
geen archivaris meer die kruimels van zijn vest eet

actuele wind waait gedroogde blaadjes door elkaar
volgorde van val is nu voor bladrapers om het even

geen verzamelaar zoekt meer naar het juiste blaadje,
ze komen soms lukraak in de geestgrond aanwaaien

vergaan is gezond voor natuurlijke bestaansgrond,
dat geheugens verteren en voeding geven aan: ‘Wat nu’

talloze gekoesterde herbaria vergingen al tot compost
geen enkele herinnering aan vergeet-mij-nietjes bleef

alleen ‘Wat nu’ floreert, overal schiet ‘Wat nu’ uit de bodem
‘Wat nu’ als onkruid dat nooit vergaat, woekerend heden

Post-Mondriaansche Abstractie

Het dilemma van een lijn trekken is natuurlijk
dat je het vlak in tweeën verdeelt,
de vraag is of je dat wilt uitdrukken?

Het beste is dan nog een meanderende lijn….
het liefst vertikaal om elke associatie met een horizon
of landschappelijkheid te vermijden.

Om de lijnscheiding minder absoluut te maken
zou een stippellijn of streepjeslijn uitkomst bieden,
zodat het visueel verkeer
makkelijker van kijkvlak kan veranderen.

Kleur kan beter vermeden worden
vanwege de nogal dwingende
cultureel bepaalde associaties.

Vormen zijn ook vermijdenswaardig
omdat ze onherroepelijk
een achtergrond suggereren.

Om zoveel mogelijk non-dimensionaliteit
uit te drukken kan de meanderende stippellijn
het best niet op een plat vlak worden
aangebracht, maar zou zich idealiter
door de vrije ruimte meanderen.
Bijkomend voordeel is dat men dan
ook meteen verlost is van de lijst
als raam op de werkelijkheid.

Enig probleem wat zich nog opdringt is:
Waar begint de stippellijn te meanderen
en waar stopt die?

De stippen zouden steeds iets verder
uit elkaar kunnen gaan staan
waardoor de lijn geleidelijk oplost
in een stip zonder horizon.

Virtuele vlieg

Aandachtseconomie komt neer op het vermarkten van de geest.
Het is vissen met virtueel aas.
De vis hapt in de nepvlieg die alles behalve voedzaam is en alles behalve vervulling geeft.
In het land van de ongewenste financiële mogelijkheden is aandacht een betaalmiddel:
‘You have to pay attention’

Je betaalt met jouw aandacht voor reklame en je betaalt in dollars voor het ‘echte ding’ of voor een virtueel ding… Dat ding is zelden de vervulling van een wezenlijke behoefte.
Wie aandacht weet te vangen en gevangen weet te houden wint.
Of het aas negatief is of niet maakt wel zeker uit.
Negatief scoort namelijk veel beter, omdat het smaakt naar angst, de meest verslavende smaakstof. Vertrouwen smaakt nergens naar… of zo je wilt naar alles.

Het enig wezenlijke kapitaal in een menselijk bestaan is aandacht.
Weinig mensen ontdekken dat, ze raken verslaafd aan afleiding.
Ze zijn gaan geloven dat het om dingen draait.
Dan is het lastig te ontdekken, omdat het aandacht voor de aandacht vereist. Aandachtseconomie is er alleen om de aandacht af te leiden naar een virtuele vlieg, wie hapt zit aan het haakje en wordt aan het lijntje gehouden of in het leefnet.
Beeld:Teun Hocks

Vingerafdruk

Het ongrijpbare bestond
voornamelijk
uit de vingerafdrukken
van alle grijpgrage handen
die absolute tastbaarheid eisten
en meedogenloos graaiden.
Ook waren er kuddes
voetafdrukken die haar
hadden willen vertrappen.

Niet erkende onmacht
en onvermogen
liet diepe sporen na
in wie bleef grijpen en vertrappen
wat onbevattelijk is,
laat staan te plaatsen.
Overbodige zelfbeschadiging.

Het ongrijpbare koesteren
marineren in maanlicht.
bleef noodzakelijk om
het hart te laten zingen,
de ziel te laten fonteinen,
en het geestige te laten spelen
met haar ontastbare handen…

Lees verder

Onhandige goden

Wij boffen toch maar.

Dankzij regen kunnen we schuilen.

Dankzij uitslaande brand kunnen we blussen.

Dankzij aardbevingen kunnen we af en toe ons huis herbouwen.

Dankzij het obsessief scheppen van problemen kunnen wij blijvend oplossen.

Dankzij zich opdringende vragen kunnen wij zovele antwoorden niet weten.

Dankzij alles wat er niet is kunnen wij uitvinden en scheppen als onhandige goden.

Maar de meest vreemde dankbaarheid verdient het kale feit dat wij bestaan.

Er zijn is immers een luxeprobleem
in vergelijk met zij die niet bestaan…
zij die er nooit zullen zijn…

‘Hoho’, hoor ik zachtjes roepen
vanuit de verste verten
van de zee van mogelijk heden;

‘Nog niet…ooit zullen we…mogelijk…
eventueel…opzettelijk of bij toeval…
misschien…wellicht alsnog…
ter wereld komen…
om dankbaar te aanvaarden…’

Nekloos

Het droomde dankzij
de twee wijsvingers
priemend in de oren
over ver & allerlei

als een buroglobe
draaide mijn hoofd
nekloos & vrij rond
de genagelde as

als wereldbol
keek mijn geestig oog
rondom naar buiten
draaiend als een tol

wat was leegte vol
wat klonk het stil
er viel vrijwel niets
te horen, maar wat wil

je met 2 vingers
in je oren?