de rietkragen zingen
zonder zichtbare zangers
spetters knetteren
***
men viert niet de as
maar het doorgegeven vuur
van de voorouders
***
op de grote hoop
verkneukelt de strontvlieg zich
wrijft haar pootjes warm
***
de Circustijger
van Asjemenou lijkt tam
maar eet veel dompteurs
***
door hard te trainen
is vertrouwen een renpaard
dat er vandoor gaat
***
hun sneeuwtaal smelt weg
op de toendra groeit grastaal
veel verse namen
***
de verademing
roman zonder hoofdpersoon
de beste plot ooit
***
lente in de rui
iepenvliesje in de goot
honderdduizenden
[Uit de bundel: Zomawati’s FutonPress© Osho Ozamaki]