Raar geval


ze viel je op
je viel op haar
ze viel je bij

jullie vielen op
elkaar in geluk
waar dan ook
mooi samen

geheeld
van ons stuk
viel wat dan ook
op haar plek
en bleef het
stromen

opvallend
dat het gek
genoeg zo
blijft bevallen
in elk gesprek
in elk vertrek
waar wij
aankomen

Bias

{CAPTION}

Deze definitie lijkt mij nogal incompleet:

1) ook als externe factoren een positieve invloed hebben op de uitkomsten is het geen goede afspiegeling.

2) externe factoren hebben natuurlijk altijd invloed op het onderzoek… dit toont de basis-Bias van wetenschap aan die nog steeds denkt zuiver objectief te kunnen werken.
De onderzoeker zelf is al bepalend in de vraagstelling over het onderzochte ‘object’ en ook bepalend in de opstelling van het onderzoek.
Zelfs bij onderzoek naar de kleinste deeltjes is de observator van invloed op het onderzochte object. Laat staan als het object een levend wezen betreft is, dan is die invloed nog veel groter.
Het is algemeen bekend dat alleen de aanwezigheid van een camera mensen al beïnvloed, zelfs als die niet zichtbaar is.
De intentie wordt gevoeld…(lees het 7de zintuig van Rupert Sheldrake)
Zo heeft ook het isoleren van het ‘object’ van zijn omgeving onmiskenbaar invloed op zijn staat van zijn en het gedrag.
Dat deeltjes los van hun natuurlijke context worden onderzocht zou wel eens oorzaak kunnen zijn van die reeksen van bizarre uitkomsten die in geen theorie te vangen zijn.

De fictie van non-fictie

Het dankwoord van de gelauwerde schrijver bevatte een onthullende stelling:
“We vieren vanavond de fictie, buiten deze deur vindt
er non-fictie plaats, op de gehele planeet…”
Helaas ligt het niet zo simpel.
De gehele ‘buitenwereld’ is niet los te zien van de binnenwereld, perceptie wordt permanent vervormd, aangevuld, gebagatelliseerd, gemanipuleerd door de fictie die mensen in hun hoofd fabriceren.
Zowel onbewust aangedreven door conditionering en identificatie, alsook bewust misleidend ingezet door belanghebbenden om te beïnvloeden.
Zelfs de meest oprechte en eerlijke autobiografie is grotendeels fictie.
Taal is domweg niet in staat om objectief weer te geven zonder de subjectieve context van de biograaf mee te nemen.
Woorden kunnen nooit het feit vervangen,
ze blijven een surrogaat. Taal kan in het beste geval verwijzen naar een directe ervaring, waarbij de taal onmiddellijk wegvalt.
Een richtingaanwijzer is zinloos als je ter plekke bent gearriveerd, zelfs de weg ernaar toe kan worden opgeheven.
Wat vertelt meer over essentie?
Een academisch essay over de natte aard van water of een emmer water in je gezicht?

Het is niet veel anders dan de schijnbare tegenstelling tussen objectief en subjectief.
Het mag toch helder zijn dat elke objectieve waarneming door een subject wordt vastgesteld? Deze domeinen zijn in werkelijkheid totaal met elkaar vermengd.

Zappai Ozamaki



gloeilamp doorgebrand
een bestaansverduistering
belicht deze nacht

***

de herinnering zingt
voor een plastic nachtegaal
hoe gemis bezielt

***

een auto start niet
eindelijk arriveert het
eindbestemming hier

***

ach winteraardbei
ze ziet er zo volmaakt uit
smaakt naar dooiwater

***

het zegt niet zoveel
welbespraakt als een oester
koestert geen parel

***

Grazende Senryu Ozamaki


elk vlees lijkt als gras
elk gazon sterft van leven
wat snoeit de halmen?

***

welke hovenier
kiest wat sneeft of mag bloeien?
niemand bepaalt het

***

lijkt god soms een koe
die ‘om niet’ lichamen graast
voor een blanco plan?

***

wat smaken we mals
verteerd door zeven magen
tot natte vlaaien

***

elk mens doorloopt zo
zeven magen tot deze
melkwitte waarheid

***

lijden, dood en verderf
zou elk geluk uitsluiten
niets is minder waar

***

de dood voedt waarden
geluk bloeit op ongeluk
compost van het zijn

***

zonder geboorte
geen wonder van ‘er wezen’
wat zou hier klagen

***

het is ongepast
om goden af te slachten
de witte motor

***

Nagels


De man met zijn leest op schoot
nam een hap kopspijkertjes
hield ze op zijn tong
duwde ze
tussen zijn lippen door
om ze een voor een
in de afgetrapte schoen
van moeder te timmeren
een nieuwe hak en zool
had hij nog 1 spijkertje nodig
dan pookte hij zijn wijsvinger
in het jampotje met spijkertjes
tot er een spijkertje in de eeltvinger
met blauwgeslagen nagel bleef steken.
‘Zo, die is voor de duizendpoot’
‘Wie is de duizendpoot?’ , vroeg je dan telkens weer.
‘Zoon…de duizendpoot slaat alle spijkers dood’

Kinderziekten

‘Wat scheelt er aan?’,
vraagt artsman empathisch.‘Zijn er klachten…symptomen?’

‘Blozende wangen…’
fronst moedervrouw pijnlijk
steun zoekend bij…

‘tintelingen over het gehele lichaam’
vult vadermans bezorgd aan…
en jeukende handpalmen,
onstuitbare energie,
onblusbare nieuwsgierigheid
ongebreidelde fantasie,
alsof ze het gehele bestaan
wil verslinden…’

‘Klinkt ernstig’, beaamt artsman,
‘gelukkig kan ik u geruststellen…
er bestaat een zeer effectieve therapie…
laat uw kind opnemen nu het nog kan
binnen een onderwijsinstelling,
daar leren ze dit soort aandoeningen wel af’

Zwerm Senryu Ozamaki

ter aarde besteld
is elke gast hier welkom
de vaagste kennis

***

ook oude zwervers
eten liefst cake bij koffie
allemansvrienden

***

neem nog een plakje
sust het nabestaande zacht
de dood mag gevierd

***

‘n zwerm van musjes
pikt gretig elke kruimel
mens mors toch wat meer!

***

vrolijk rondhippend
tjilpen ze een requiem
voor de hemelaar

***

men is als de dood
voor de dakloze zwerfmens
hun respect is angst

***

een schoon en droog graf
de dood krijgt betere zorg
dan wat nog net leeft

***

mussen sterven nooit
als zwerm overleven ze
zo doodgewoon

***

Geestgrond

geen gedicht alsjeblieft over de landkaart,
er zijn grenzen aan de hekgekte

elk gebied is al afdoende gedicht
met opgelegde beperkingen
ter onderwerping.

tweedimensionaal misverstand
dat gebied tot plat papier reduceert

in het echte gebied liggen littekens
als slecht gehechte wonden

prikkeldraad is het toegangsbewijs
paspoort tot grenzeloos conflict

bewoon alleen het bodemloze land
van deze geestige speelruimte

Lemen leemte


ach en wee,
jouw eizachte hersenklei
geest boetseert er alle
mogelijke vormen mee…

geestig masseert ze
grijze brei tot buitenhuid
boetseert er leven in,
oren, ogen, neus

van wie zijn deze
handen van klei
die zich dit hoofd kneedt?
zo vraagt de mond plots…

het grijze denkt nu
wezen te zijn
het voelt klei, eet klei,
het praat kleitaal…
stelt zich ten dienste…
biedt zich aan en eist:

‘Leg je diepste wens
onder mijn tong en ik vervul…
met mijn lemen leemte’

maar wee,
als er geen wens ligt
waardoor ik het mens-zijn
niet proeven kan dan…

sla ik alle vormen tot
één amorfe homp

dan mogen jullie jezelf
uit de klei trekken

ik mag dan wel Golem zijn
echter…