Spaltoogst

Deze vluchten
wilde ganzen
maken echt
geen vredestekenen
in de lucht…

mijn hemel zeg,
deze gakkers hier
hebben niet ook maar
de geringste notie
van wat oorlog behelst
hoe zouden zij dan
vrede kunnen kennen?

mochten wij ooit
nog eens herboren…
dan graag als domme ganzen
argeloos klapwiekend
verheven boven de velden
van gezaaide tweespalt…

Vorig


Er lag een lichaam in mijn bed.
Het was leeg en kennelijk
onlangs verlaten…handwarm.
Het lag daar maar te liggen…
Er was in de verste verte
niemand te zien.

Wilde niemand ‘t lijf hebben?
Ik ben er maar in gekropen.
Het paste wonderwel,
al rook het wel
vreemd vertrouwd
naar ‘n vorige bewoner.

Karakters


Nadat de dichter
met zijn haikubundeltje
‘n anonieme mug op de muur
doodsloeg schrok hij even
van zijn eigen bloedvlek
die precies het karakter vormde
met de betekenis
‘besef’

gaandeweg begon hij
zich af te vragen welk verhaal
alle doodgeslagen muggen
hem hadden willen vertellen

Poolgod


Het herinnert zich die goede oude
koude god uit de poolstreek
waar mijn ijswieg ooit stond.
Kou was voor ons poolbewoners
een direct voelbare godheid, nu
is onze geboortegrond verdooit.
Onze god, zo tastbaar, hanteerbaar
als in een sneeuwballengevecht.
Wij woonden daar domweg in haar,
onder haar dikke warme huid
van sneeuwblokken en dronken
haar lichaam van gesmolten vlokken,
na elk warm slokje ademde je
wolkjes god die in lucht bevroren.
We werden omvat als door ‘n huid
van kou van binnen uit, zo ver
we keken, verblindend wit.
Een liefde die deed rillen.