Dingen

Wat zijn dingen anders dan lichamen zonder geest
en wat zijn gedachten anders
dan geest zonder lichaam?

Beiden verschijnen aan het geestesoog
als werkzaamheden van de zintuigen.

Is het niet fascinerend dat dingen zonder mond
ons kunnen aanspreken of juist niet…
dat dingen zonder oren naar ons luisteren
en doen wat wij van ze denken te willen…
en dat hun stilte ons vragen stelt?

Soms lijken dingen tegen ons te schreeuwen
in vloekende kleuren,
vooral als we zelf opgroeiden
in een nogal grijstinting milieu.

Soms lijken dingen teveel,
zien we ze niet meer voor wat ze zijn,
alsof ze allemaal tegelijk door elkaar praten.
Dat stoort je vooral als je voortkomt
uit een gereserveerde familie
met goede smaak voor ‘less is more-design’,
een zwijgend bastion van ‘ons soort mensen’

Wat hebben dingen toch veel te zeggen
over onze afkomst en het verzet daartegen.
Alleen het geestesoog zelf zegt volkomen niets.

Zwart


Lieve Hemel….zo begon de brief van Maan in dat bekende ijle en zwierige handschrift….

Lieve Hemel, hoe is het met je? Heb je nog voldoende ruimte om in uit te dijen of moeten we weer eens met z’n allen inzamelen? Kun je trouwens de aarde nog wel omvatten nu ze daar niets dan satellieten op je afschieten? Zon vroeg zich dat af of dat nu allemaal zomaar kan? Schijnbaar wel…zei Zon.
Maar waar ik je nu eigenlijk voor schrijf is dit: Dat ik mij zorgen maak over Zwart Gat…
Hij is wat somber de laatste eonen. Ik weet ook dat eonen maar tijdelijk zijn, maar toch…
Je weet, Zwart Gat is nogal onverzadigbaar en zwijgt zo zwartgrondig dat er niets aan hem ontsnapt. Hij zuigt graag kosmisch gruis, af en toe een komeetje tussendoor, slurpt licht op alsof het spaghetti is.
Ik ben laatst met hem bij de kosmoloog geweest, je weet wel die ene die de zon toen geholpen heeft met die maansverduistering, maar die ziet Zwart Gat als een gewone sterrenstofzuiger. Het is gewoon zijn aard volgens de kosmoloog, zo is hij nou eenmaal geboren…en een Kosmoloog kan het weten als onderzoekende geest.
Daarna hebben we hem eens meegenomen naar de familie Melkweg. Gewoon om te laten zien dat het ook anders kan. Ze blonken natuurlijk weer de sterren van de hemel en we konden helaas niet te dichtbij komen, anders had hij ze vast allemaal opgezogen. Wat moet Zwart Gat een honger hebben?
Ik hoop dat jou een lichtje opgaat hoe we Zwart Gat kunnen helpen om wat mede te delen, want mededelen is toch zo iets moois, dat wens je iedereen toe!

Je toegewijde vriendin, Maan.

Twee maanstanden later ontving Maan een heel kort briefje van Lieve Hemel:
Allerliefste Vriendin,
Ik begrijp je vraag, maar ik weet niet wie er nu meer hulp nodig heeft?
Zwart Gat of ikzelf. Misschien kan Zwart Gat mij wel helpen met die satellieten,
want ik verliest grip op de Aarde, andere planeten zijn geen probleem die omvat ik moeiteloos. Maar ik krijg geen vat meer op de Aarde.
Wil je Zwart Gat eens voorzichtig polsen over deze alomvattende kwestie?

Bij voorbaat dank, Lieve Hemel

Veelal


Kameleon had iets vernomen…van een vage kennis horen zeggen…over iets dat ‘Heelal’ zou heten…het zogenaamde Heelal was zo boeiend…erg meeslepend, betoverend…huiveringwekkend en adembenemend subliem… onvergelijkbaar met wat dan ook!
Kameleon kende alleen zijn directe omgeving waar hij zijn kleur op kon afstemmen… het heelal leek hem dus wel wat…
Zoiets wilde hij ook wel eens zien, meemaken, zelf beleven vastpakken…en misschien wel hebben. Het was hem duidelijk gemaakt dat het Heelal nogal immens was… , dus
besloot hij naar groothandel Hol&Vol te gaan die de ruimste sortering van wat dan ook op voorraad had.
Traag en gestaag ging Kameleon op pad met zijn bekende heen- en-weergang, kruislings twee poten verzettend, achteruit schommelend, dan voorwaarts de andere twee poten. De hele reis duurde ongeveer een jaar…en waar hij ook langs kwam verschoot hij in dezelfde kleur als de omgeving…als een onzichtbare reiziger. Hij zag vele andere wezens onderweg, begroette ze, maar niemand zag hem vanwege zijn schutkleurigheid.
Onderweg mijmerde hij ontspannen en vol verwachting over hoe het heelal er uit zou zien…hoe heelal aanvoelde…hoe het zou ruiken, smaken en of het zou klinken..?
Toen hij eindelijk aankwam bij groothandel Hol&Vol belde hij aan bij de gigantische loods.
Een muisgrijze olifant die daar magazijnchef was deed open, keek uitgebreid om zich heen maar kon niemand ontdekken in de schutkleurige omgeving..en sloot verwonderd de deur. Even later ging weer de bel. Dit keer hoorde hij een stem die vroeg: “Ben ik hier aan het juiste adres voor een heelal?, ik ben de kameleon!”
Nu begreep Olifant waarom hij niemand gezien had en vroeg of hij misschien even muisgrijs kon worden. Uiteraard, zei kameleon, en nam onmiddellijk de kleur van olifant aan.
“Zo, u ben dus op zoek naar een heelal, begrijp ik…
Kameleon knikte gretig instemmend.
“Wat voor een heelal had u dan in gedachten…een tweedehands exemplaar, een verse, een denkbeeldig heelal, een opblaasbaar speelgoedheelal…makkelijk mee te nemen op reis of…?
“Ach, zegt u het maar, wat is volgens u het beste heelal?”, vroeg Kameleon, “u kent ze vast als geen ander!”
“Wel, om vrolijk te zijn…ik ken geen beter heelal dan dit ene heelal waar alle andere heelallen precies in passen”, sprak olifant luchtig op gewichtige toon.
“Ach, wat geweldig, die zou ik nu wel eens willen zien?”, zei Kameleon terwijl zijn staart oprolde.
Olifant verdween niet in het enorme magazijn achter hem, maar stapte naar buiten…
“Kijk maar om je heen”, zei Olifant met een wijds gebaar van zijn slurf.
“Waar dan?”, vroeg Kameleon.
“Waar niet?”, vroeg Olifant met een brede glimlach.
Kameleon bleef overal om zich heen kijken terwijl zijn huid doorlopend van kleur verschoot…hij kon dat alles niet bevatten en verzuchtte: “Ik weet niet waar ik moet kijken”
“Ach, weet je” , sprak Olifant, “Het beste Heelal is een beetje zoals u, het neemt precies de kleur aan van de hele omgeving…daarom lijkt ze onzichtbaar”
Ze bleven een hele tijd stil rondstaren tot Kamelon zei:
“Nou, doet u mij dan toch maar dat opblaasbare heelal…”
“Zou ik ook doen”, zei olifant, je wilt een heelal natuurlijk wel mee naar huis kunnen nemen”
Olifant verdween in de loods en kwam terug met een handzaam pakketje.
Kameleon trok zijn bedenkelijke ‘Wat-kost-dat-gezicht’.
Olifant gaf het met een royaal gebaar aan Kameleon met de mededeling:
“Heelallen zijn nu eenmaal gratis, veel plezier ermee…het ontvouwt vanzelf als u thuis bent en niet te hard blazen hoor”.
Kameleon vertrok opgetogen. Later in het jaar zat Olifant voor de loods uit te rusten, turend in de verte waar hij een doffe plof meende te horen.

Mol

De blindgeborene kon dankzij nieuwe technieken worden geopereerd om alsnog te kunnen zien. Aanvankelijk twijfelde hij, maar door de belofte van gouden bergen stemde hij er in toe. De operatie verliep vlekkeloos. Chirurgen waren trots op dit staaltje van technologie. De voormalige blinde raakte totaal in verwarring toen hij voor het eerst de omgeving zag, felle indrukken van het daglicht waren niet te verdragen, de hersenen slaagden er niet in om er een coherent beeld van te maken, te heftig en te talrijk. De hersenen waren nooit op zoveel visuele informatie afgestemd. De medische staf drong toch aan om te blijven oefenen om aan het zien te wennen. Hun reputatie stond op het spel. Van hun eerste patiënt verwachtten ze een succesverhaal om mee te pronken. Tegen de verwachting in kwam hij in verweer:
“Ik leef liever met een zonnebril op achter gesloten gordijnen om innerlijk beter te kunnen zien…ik wil mijn rijke innerlijke leven niet opgeven voor de in mijn beleving oppervlakkige wereld van het zien….Waarom is het zo moeilijk om de perfectie van een mol te zien…om te zien dat een mol geen gemankeerd mens is, maar juist perfect is toegerust voor zijn eigen unieke leefwijze…? “Toch ben ik dankbaar voor de operatie, want zonder dat had ik altijd het idee gehouden dat ik iets miste…nu weet ik dat het net zo goed andersom zou kunnen zijn…dat de ziende mens iets mist door voorbij te kijken aan het innerlijk zien”
Het mogelijke was onwenselijk gebleken.
Vooruitgang kon kennelijk ook achteruitgang betekenen in de ogen van sommigen.

Schelpje

Heelal rust hier in één klein schelpje
aan deze zee van ruimte,
ze is nogal bescheiden,
tenminste voor een uitdijend heelal.

Slechts één schelpje is haar al genoeg,
ook met niets neemt ze genoegen,
hetgeen zeer begrijpelijk is,
ze is immers alles al en immer.

‘t schelpje licht op als openbaar geheim,
laat het hier liggen in het ruime zicht

Wit

{CAPTION}

‘Wit Vierkant’ was een van de meest iconische moderne kunstwerken.
Een witte stip aan de horizon van de kunstwereld, daar moest het moderne leven heen, ooit. Een radicaal abstract statement. Door de jaren heen werd het moderne werk steeds ouder, het droogde uit. Het eens zo stralend witte oppervlak craqueleerde steeds meer. Het publiek ging figuratieve motieven zien in de aderachtige scheurtjes. Tot grote ergernis van kunsthistorici die het werk beschouwden als een finaal eind of beginpunt van de moderniteit. Er kwamen door de adertjes kleuren bloot die tot dan toe in de onderlaag verborgen waren gebleven. De restauratoren stonden voor een weerbarstig dilemma. Wat moesten ze doen om dit kunstwerk te dienen, om de kunstwereld tevreden te houden en de kunsthandel niet onderuit te halen?
Het vlak met loodwit dichtpleisteren…of het origineel zo laten verweren dat het niet meer op het oorspronkelijke origineel leek?
Na uitgebreid röntgenonderzoek en verfanalyses werd besloten om een exacte replica te maken, zelfs het reliëf van de penseelstreek werd gescand en geprint.
Zo moest het werk er destijds hebben uitgezien toen het een schok teweegbracht.
Een eindeloze discussie over originelen en authenticiteit brak los.
De twee werken dreven elkaars prijs op. Het leek erop dat de hoogste bieder de discussie moest gaan beslechten.

Liften

Oude ziel is een zeer ervaren lifter
zonder duim lift ze telkens graag mee.
in steeds andere, wondere voertuigen.

Wie kan er nu niet van getuigen dat
deze belevingswerelden al talloze malen
door tallozen zijn bereist en verkend?

Alleen gewist geheugen verhult in ons
dat gene wat we altijd al zeker wisten:
But who knows…where or when?

Soms tonen zich herkenningsflitsen,
oude ansichten, onafgedrukte negatieven
van een onherleidbare vertrouwdheid,

die leidt naar aandoenlijke heimweemoed.
Intussen blijft ziel één & al thuis in het reizen
als stille tover rustend in de trein van zijn

Was

Was er nog nostalgie naar een toekomst
waar kogels tot klokken omgesmolten
elke verse geboorte van wat dan ook
feestelijk inluiden om welkom te heten

aan het ware, het goede en het schone
dat anders bedolven raakt onder vermarkte
gedachten aan meer en nooit genoeg troep
op de mestvaalt van onze geschiedenis?

Wat was…was niet meer schoon te poetsen,
geen wasprogramma waste nog toereikend,
koester dus de vlek, moge elke vuile plek
een vreedzaam herdenkingsteken zijn.

Volg het levenspad van het wilde zwijn,
rol in modder, wroet naar het zwarte goud,
aarde reinigt het vuilste gedachtengoed,
het goddelijk zwijn graaft zich stinkend rijk

Geen hemels leven zonder het aardse slijk.

Kliekjes


Geschiedenissen zijn meestal geschreven
in de onverwerkt tegenwoordige tijd.
Wat goed verteerbaar is laat geen sporen na.
Gelukkige samenlevingen kennen amper geschiedschrijving.
Hoeveel historische boeken zijn er over het ongekende geluk
wat anonieme mensen en dieren …planten…? hebben beleefd?
Over het plezier van spel, over balverliefdheid?
Over redeloze vreugde om niet?

Het dagelijkse dagboek van het journaal bestaat
voornamelijk uit opgewarmde kliekjes uit het verleden.
En kennelijk wordt ervan gesmuld want de menukaart blijft ongewijzigd.
Wat ons als nieuws wordt geserveerd is vaak al eeuwenoud:
oude vetes, oud zeer, oude wrok…ouwe koeien.
Omdat de recepten van deze giftige kliekjes niet worden onderzocht
worden ze steeds opnieuw als nieuws opgediend.
In plaats van te onderzoeken klagen we over wat ons voorgeschoteld wordt,
dat we dit niet besteld hebben…ouwe taaie koeien.