Flakker

Ze is eigenlijk een Calabrese prinses,
maar zit vermomd als modderhond onverstoorbaar in de tuin.
Ogen dicht, snuit omhooggeprikt tegen de stormwind in,
die haar vacht flakkert.
Als op de voorplecht van een schip snuift ze
vol vervoering alle naderende vleugen…
van nog onbekende wegen, vreemde vachten,
de meest ijle verloren sporen.
Haar snuit ligt ruiktechnisch golflengtes voor
op mijn eigen verstopte gok.
Als een radio die geurgolven ontvangt
zwaait haar staart bij de juiste golflengte.

Boeket

Sapiens blijft veruit de vreemdste
bloem van het antropoceen.
Zijn geur komt uit een schoorsteen
die broodnodig roken moet
om wat geld bij een te harken.

Is het geen buiten gewone bloeiwijze
om tienhoog droog weg te kwijnen
in het kunstlicht van kantoortuinen,
op dorre bedrijfsleventerreinen
met ondergrondse parkeerparken,
in beeldschermschijn te verdwijnen.

Daar werpt sapiens wrange vruchten
die maar niet willen rijpen,
vruchtvlees zo onverteerbaar taai,
alleen nog geschikt om asfaltgaten
mee te vullen op de snelweg naar succes.

Het meest gelukachtig
zie je sapiensen massaal
gebloemschikt in een stadion
krijsend idolen opeisend,
echt een waanzinnig boeket.

Eindfeest

Eindfeest:
de inkt is op
het is mei
een raar genoegen
geweest

de geest is uit
de fles
verdampt als mist
verdomd als het
niet waar is

de laatste taart
dwarsgebakken
taal openbaart
een vers geheim:

van ‘n absente
menselijke staart
die wild euforisch
kwispeldrang ervaart

ware lente kwispelt
dat het ‘n aard heeft
zo vulkanisch blij
omdat het leeft

of is ‘t de aarde
zelf die nog nabeeft.
van alles wat zich
hier openbaarde?

Hoe

Is betekenis niets
anders dan 
een prachtig vergeefs &
machteloos pogen
om het ondoorgrondelijke
te bezweren, te controleren,
te elimineren?

een verwoed blussen
van innerlijke vuur
met schijnbaar plausibele verklaringen

terwijl het bluswater
aan de lippen staat…
ziet de arme ziel
onverwoestbaar toe
hoe
het zwemt

Eik

Toen de oeroude Eik de tel van zijn jaarringen kwijt was geraakt
mijmerde hij: ‘Zou het niet leuk zijn om nu iedereens verjaardag te vieren?’
Iedereen werd immers jaar in jaar uit weer een aantal jaartjes ouder.
Waarom zou je zoiets feestelijks dan niet tegelijkertijd en samen vieren?
Hij zag het voor zich, alle mogelijke taarten zouden er te proeven zijn. Als iedereen zijn lievelingstaart bakte, zou er altijd genoeg zijn.
Hij doopte zijn jongste twijg in walnoteninkt en schreef in de hemelsblauwe lucht een statige brief, zodat iedereen het kon lezen…

Lieve jarige Iedereen,

Ik nodig jullie hierbij graag uit op onze eerste Samenverjaardag ooit.
Kado’s zijn niet nodig, maar taarten des te meer. Bak de taart van je leven
om samen van te proeven, ieder maakt zijn eigen smaak. De vraag is natuurlijk op welke dag
onze Samenverjaardag valt. Ik heb het voorgelegd aan Wind die verzuchtte
dat ‘Vandaag’ verreweg de beste dag is om zo iets groots te vieren. Dat lijkt mij ook een prima idee, vooral omdat iedereen weet wanneer het Vandaag is.
Om de beste plaats voor ons Samenfeest te bepalen overlegde ik met mijn eigen wortels. Zij verzekerden mij dat ‘Hier’ de allerbeste plek is…bovendien goed bereikbaar voor iedereen.

Houtachtige groeten, van jullie eigen Eik!

Niet lang na het versturen van de luchtpost kwam Iedereen met zijn lievelingstaarten aan bij Hier….
“Welkom Iedereen!”, riep Eik verheugd tegen Bospad, Horizon, Heuvel, Wolk, de Familie Berk, Korstmos, Mier en Beekje die vooraan de eindeloze stoet stonden.
“Zijn we Hier niet te vroeg?” vroeg Bospaadje aan Eik.
“Welnee, want het is precies Vandaag”, zei Eik.
De kleine Houtwurm kroop uit de molmtaart van Mier naar voren en zei met een verlegen blos op z’n wangen:
“Lieve Eik, ik overhandig je nu maar meteen het gezamenlijke kado namens Iedereen… we hadden vandaag geen tijd om het in te pakken…dus bij deze…geven we je het Mooie Lange Lint dat er bij hoort… dan kun je het er zelf omheen doen met een mooie strik!”
Eik viel bijna om van verbazing…
“Maar…is dat Alles?” stamelde hij overweldigd.
“Inderdaad, dit is Alles”, knikte Houtwurm voor hij terug in de molmtaart kroop.
Eik nam het Mooie Lange Lint opgelaten in ontvangst.

“Dat hadden jullie nou niet hoeven doen, maar ik bedank Iedereen natuurlijk heel hartelijk hiervoor…wie wil er taart?”.

Schots

Is verbeelding een zich herinneren
van de meest huidige toekomst?
Verder dan heden strekt toekomst niet.
Voor zover de voorraad strekt
dekt niet de lading, want deze lading
kan slechts gelost in dit huidige.

Verbeelding lijkt over water te lopen.
Onder elke huidige stap bevriest het
zo stapt ze van schots naar schots.

Vloeibaar zijn bevriest even tot ‘n vorm
die we achteraf toekomstig noemen.
Het kan vriezen, dooien, vriezen, dooien…

Hond

lichaam leeft zonder keuze

de neus loopt zonder benen

magen knorren zonder neuzen

monden kwekken zonder eenden

ogen spreken zonder mond

gedachten spelen zonder handen

haar zit mooi zonder kont

hoofden malen zonder tanden

en waarom?

dat weet geen hond

Rook

Het rookgordijn van de metafoor suggereert
dat er achter het gordijn iets onthuld zal worden.
Er is echter niets achter dat gordijn,
niets anders dan het benul ervan.

Deze niet-onthulling is de onthulling
voor wie daar iets verwachtte…
betovering na de ontgoocheling is
niets anders dan het benul ervan.

De metafoor van dit thuis zijn
heeft zelfs geen open deur waarachter iets….
geen muren waarachter een binnen of een buiten….
geen bodem waaronder wat dan ook…
geen dak waarboven om het even wat…

niets anders dan het benul ervan

Zat

Hij bezat een leesbril,
een verafbril, een zonnebril,
een duikbril, een 3D-bril,
allemaal om beter te kunnen zien.

Een microscoop had hij
en ook nog een sterrenkijker
bovendien.

Maar om eerlijk te zijn
zag hij het beste als hij
zat van alles
met zijn ogen dicht
op de wc-bril
verlichtend stil

Inkt

lees Huis, en je ziet het meteen voor je,
maar wie kan in vier letters wonen?

lees Mens, en voel je aangesproken,
maar wie kan leven als vier letters?

lees Leven, wat zie je nu voor je? ,
maar in vijf letters zit geen leven.

lees Inkt en je ziet ook letterlijk inkt
op papier of lees je pixelletters?

het werkelijkheidsgehalte van taal
wordt nooit echter dan letterlijke inkt

maar alleen de pure inkt, zonder letters
die vlekt op papier, op schone handen.

woorden vlekken niet, inkt wel.