-Bor, wat haalde je gisteren nu weer voor een archaïes begrip van stal…de ziel…?
-Niks van stal meneer, de ziel galoppeert als een wild paard zonder teugels over de eeuwige jachtvelden. Zonder ziel blijft er van de mens niet veel anders over dan een wandelende betaalautomaat!
-Nu chargeer je toch weer, Bor, de postmoderne markt geeft jou toch alle kansen…
-Ja zeker, om je tot een automaat te ontwikkelen, om je mechanisme aan te passen aan wensen van de markt. Wel, die ‘buitenkansjes’ laat ik graag aan mij voorbij gaan.
-Maar Bor doe je jezelf dan niet te kort, ontwikkeling is toch goed?
-De maakbaarheid heeft als doel om de mens af te maken, perfect als een robot. Maar perfect is dood, dus dat afmaken kun je heel letterlijk nemen. Ik leef graag nog even onvoltooid verder…als je het niet erg vindt.
-Wat heb jij toch met het onvoltooide, laatst had het ook weer over het onbedoelde…?
-Het onvoltooide houdt de mogelijkheid van evolutie open en die evolutie voltrekt zich
altijd spontaan en organisch. Dat is wat anders dan de doelbewuste mechanische ontwikkeling van maakbaarheid.
-Dus de mens zonder ziel is een wandelende betaalautomaat?
-Als je niet oppast wel, je ziel moet daartegen in opstand komen, sabotage is een noodzaak. Kijk, geld betalen is tot daar aan toe, maar je moet met je leven betalen, je ziel inleveren.
-Nou, het zal toch wel loslopen?
-Het systeem dwingt jou om in de kaart te leven, berekend, consumerend, gehoorzaam. Maar ik zeg je, er is geen leven in de kaart, er is alleen leven in het gebied. Het gebied waar de ziel als een wild paard zijn manen laat wapperen.
-Weer dat paard, Bor je lijkt wel een indiaan!
-Inderdaad, mijn ziel is de ziel van een indiaan.
-Het is niet goed afgelopen met de indianen.
-Nee, dat klopt, maar ik eindig liever als uitgestorven diersoort dan als automaat.