Wat een luxe dat je schoenen
net iets groter zijn dan je voeten,
vroeger was dat wel anders.
Ook een geluk trouwens dat er
nog elastiek zit in je onderbroek
en dat je er meer dan 1 hebt.
Wat een luxe dat geest oneindig
ruimte biedt aan de benauwende
gedachte en die doet opgaan in
geestig heden. En dan ‘t alledaags
geluk dat de stoelgang floreert.
Maar de eerste luxe blijft toch.
dat je er nog bent, dat je er
voorgoed bent geweest, dit
wonderlijk wrede, tedere feest.
Tot slot het domme geluk dat je
nooit emmerlijsten hebt gewenst
die je onverrichterzake moest
versnipperen tot confetti.