Lijn

Verticaal was nogal verlegen van aard. Ze kon zich er maar niet toe zetten om Horizontaal zomaar te doorkruisen. Horizontaal was van nature zelfverzekerd, gemarineerd in een basaal vertrouwen…waar hij dat aan ontleende was even wel onduidelijk.
Verticaal was als een haar zo mager. Ze had zo weinig basis dat ze het gevoel had ieder moment te kunnen omvallen.
Horizontaal vond alles vanzelfsprekend en evident.
Zijn standpunt lag haaks op dat van Verticaal…maar dan moest ze wel medewerking verlenen en recht overeind blijven. Horizontaal verleidde haar om hem haaks te doorsnijden…loodrecht, dat zou hun verhouding stabiliteit geven. Verticaal wist niet of ze dat wel wilde durven.
‘Trek je dan zo hoog mogelijk terug’, adviseerde Horizontaal ongevraagd.
‘En laat je dan gewoon vallen…de zwaartekracht doet de rest’.
‘Maar’, protesteerde Verticaal, ‘we liggen in het platte vlak, besef je dat wel!?’
Horizontaal zei niets meer en wachtte gelaten af…tot hij iets voelde kriebelen.
Toen hij zijn ogen opende zag hij tot zijn verbazing dat Verticaal hem tergend langzaam
had doorkruist.
Negen microseconden later kregen ze al een kind, zo snel gaat dat in de lijnwereld. Ze noemden hun kleine lijn ‘Diagonaal’.
‘Wat is ze mooi, strak!’ ,verzuchtte Verticaal.
‘Ja, ze ligt helemaal in de lijn der verwachting’ ,bevestigde Horizontaal.
‘Zullen we samen wat ruimte eten?’ ,stelde Horizontaal voor
om de lijn even te laten vieren.
‘Nee, dank je…ik ben aan de lijn, maar vieren kan altijd’

Later, toen Diagonaal gestaag groeide begon hun steeds meer op te vallen hoe dwars ze eigenlijk was. De lijn der verwachting hing er wat slapjes bij.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *