Leefnet

‘De hersenpan lijkt op een vijvertje’ vertelt mijn buurman die psychiater is geweest. Door zijn burn-out is hij een verwoed hengelaar geworden, een alibi om stil aan de waterkant te zitten.
‘de hengel des levens vist er af en toe wat uit’ zucht hij berustend. ‘Geschubde visioenen, vinnige meningen, wat ondermaats is gooi ik terug” Ik kijk hem instemmend aan.
‘De grote visie is niet te vangen, laat staan dat je hem ooit op de wal krijgt, we leven welbeschouwd in de buik van de grote visie’
Ik kan hem niet direct volgen, in ons contact fungeer ik als een soort drainage, ik volg zijn woordenstroom en gooi geen olie op het vuur, hij loopt leeg.

‘Het dobbertje van aandacht volgt moeiteloos de rimpelingen
en de vervormde beelden in de waterspiegel, vloeibare waanzin’ zo vervolgt de oeverfilosoof ongevraagd, er zit niet eens een haakje aan zijn lijn, laat staan aas.

‘Vroeger probeerde ik uit te vissen wat de mens beweegt, nu vis ik mijn eigen geest leeg’
Opeens vraagt hij mij: ‘Zou jij willen ontsnappen uit dit leefnet?’
De vraag komt mij voor als aas aan een haakje, ik wacht…
Voor ik kan antwoorden verklaart hij:
‘Ik niet, je blijft immers als een vis in het water,
binnen of buiten het net, bovendien biedt het leefnet ook bescherming tegen rovers’
Met deze bijvangst kom ik thuis om dit stukje te bereiden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *