
Photo:copyright Jelle Touw 2017
Koeien hebben iets evidents, iet voldongen feiterigs.
Ze zijn altijd onmiskenbaar waar ze zijn, precies daar waar ze zijn.
Daar doen ze geen enkele moeite voor, het gaat ze makkelijk af.
Zo vanzelfsprekend zwijgen doet niemand ze na.
Ze kijken open, nieuwsgierig de wereld in.
Ze weten niet wat ze zien, ze hebben er geen woorden voor.
Ze zijn dat ze zien. Dat ze zien.
Mensen proberen natuurlijk te zijn of gewoon zichzelf te zijn.
Vaak slagen daar slecht in. Waarschijnlijk omdat ze te veel doen.
Ze doen therapie, cursussen, meditatie…om hun hoofd los te laten.
Ze verwarren ‘het zijn’ met taalverhalen en zelfbeelden.
Waar een koe samenvalt met het gebied daar worstelt de mens met het gebied
omdat hij het gebied wil aanpassen aan zijn denkbeeldige kaart.
Het beste wat een mens kan overkomen is dat hij volkomen van de kaart raakt.
De koe is de goeroe van het gebied, een heilig dier.