Mijn toekomstige boekhouder luisterde naar de naam Kafka. Zijn illustere naam was de voornaamste reden waarom ik hem mijn financiële leven durfde toe te vertrouwen.
Andere willekeurige namen in het woud van accountants vertrouwde ik voor geen cent. Hij was drukbezet. Voor 150 gulden contant kon ik hem even spreken, tussen de bedrijven door. Hij sprak tegen mij, ik sprak niet tegen. Ik diende niets dan mijn harde cijfers te overleggen. Kafka was zo verdiept in de getallen dat hij niet merkte dat ik wegdommelde in een hemelse slaap. Cijfers hebben altijd een zeer rustgevende invloed op mij gehad, slaapverwekkend, beter dan een narcose.
Ooit had mijn wiskundeleraar tierend voor mij gestaan, terwijl ik sliep op het algebra-proefwerk dat ‘we’ moesten maken:
‘Zo, Bor van Geenen, heb je ze nu allemaal op een rijtje, na deze welverdiende nachtrust?’
‘Waar heeft u het over, meneer?’
‘Over de getallen, meneer van Geenen, de priemgetallen!’
‘O, de saaifors!’
‘Nee, van Geenen, CIJFERS!, wij spreken hier ABN!’
Wat de bank ermee te maken had ontging mijn onberekenbare brein totaal.
Ik verkeerde in een kosmische, mensloze dimensie, zelfs met mijn ogen open leek de wiskundeleraar een illusoire geestverschijning.
Deze keer echter maakte mijn aanstaande belastingman Kafka mij wakker en legde begeesterd uit dat hij van iedereen een eenmanszaak maakte, omdat het de enige manier was om dit belastingklimaat te overleven, anders zouden ze mij helemaal leegzuigen! Ik geloofde hem op zijn blauwgrijze ogen en dacht onderwijl aan Gregor Samsa die na een onschuldig slaapje tot insekt was gereduceerd.
Bij het vertrek beloofde ik Kafka voortaan al mijn gegevens te zullen opsturen voor de nieuwe aangifte. Waarom ik dat nooit heb gedaan weet ik niet meer.
Omdat hij alleen oog had voor belastbare getallen en zwarte contante bedragen die hij lakoniek in zijn kontzak schoof?
Waarschijnlijk leerde ik zo het woud te vertrouwen, bewust naïef.
Het woord saaifors vergeet ik nooit meer x