De huisschilder wordt gebeld en houdt in de consternatie de kwast tegen zijn oor. Hij leest op de wc de krant op zijn mobiel, het wc-papier is op. De rol ligt buiten bij de verfklus.
De perfecte kleur heeft hij op de computer opgezocht. Die komt niet overeen met de verf in het blik. Hij belt de leverancier en komt in het doorschakellabyrint dat eindigt in de virtuele wachtkamer, (al onze medewerkers zijn….na de …. De eerstvo……) Teneinde raad rijdt hij naar dichtstbijzijnde verfmenger.
Die hem vertelt dat je lakrood een ondergrond van grijsblauw moet geven om de gewenste tint te krijgen. Zijn tegenwerping dat hij dan twee keer zo lang bezig is wordt met een instemmende grijns bevestigd door de vermenger.
“Kwaliteit duurt” is zijn motto, wijzend op het bord achter de toonbank.
“Het is ook bijna twee keer zo duur!”
“Dat zeg ik net: kwaliteit duurt!”
De volgende dag klaagt de schilder bij de menger dat de kleur niet klopt.
De menger belooft de volgende dag langs te komen. Niet goed geld terug.
De schilder belt om te zeggen dat het nu perfect is.
De verf was nog nat geweest.
De menger was helemaal niet van plan geweest te komen kijken.
“Heeft helemaal geen zin, ik ben kleurenblind, ik meng alles op nummer!” legt hij uit.