18 september 2052
Sinds de ‘reset’ leven we hier steeds maar één dag per etmaal…onder curatele gesteld door de Datastaat, zo zijn we er vandaag aan gehouden om heel normaal te doen. Gewoon heel normaal, ten dienste van de permanente vrede zoals de Datastaat die heeft geconfigureerd, voor onze eigen bestwil. Het ongelooflijk maar zo staat het er…eigen bestwil! En alleen maar vandaag!
Ik heb mijn onopvallende schoenen van grijze Hitecs sokken aangetrokken, het onderscheid tussen sok en schoeisel is hier verdwenen…na een dag gooi je ze weg, net als je uniform. Elke dag een nieuw uniform van Infoskin schermtextiel…in het openbare domein ziet iedereen ‘jouw’ publieke data oplichten in het uniform, algemene veiligheidsverordening.
Voor de spiegel oefen ik nog even mijn gewone gezicht en de standaard neutrale lichaamshoudingen zoals beschreven in de digitaal geïmplanteerde brochure ‘Criteria Model Burger 2052’.
Opeens voel ik mij bekeken.
Doorgaans, onder ons gefluisterd en gezwegen, doe ik vaak de meest rare impulsieve dingen wanneer even niemand kijkt. Voorbeelden hiervan geef ik liever niet, te gênant voor woorden.
Volgens Datastaat de laatste stuiptrekkingen van het reptielenbrein.
Wat mij nu achteraf opvalt is dat ik mij daarbij nooit bekeken heb gevoeld.
Normaal doen vergt welbeschouwd een innerlijke censor die bepaalt wat normaal is.
Iets mag niet boven de grens van het normale uitstijgen, maar het mag ook weer niet
te gewoontjes worden, en door de ondergrens zakken…
Ik vroeg mij dus af: is het de censor waardoor ik mij bekeken voel wanneer ik mijn publieke normaliteit bëoefen?
Deze simpele vraag bracht mij even in verwarring, want : Als ik die censor was wie observeerde ik dan? Of als ik de geobserveerde was wie was dan die censor?
Onmiddellijk realiseerde ik mij dat ik beide mogelijkheden aan het observeren was, er was dus nog een derde oog in het spel.
Zou dit nu dat legendarische derde oog zijn?
Het vreemde was dat steeds wanneer ik keek het een oogje dichtkneep en wanneer ik op mijn beurt de ogen sloot voelde ik mij bekeken.
Na een tijdloos moment van wederzijds geknipoog kwam er een weldadige rust over mij en kwam de realisatie:
het derde oog zit mij gewoon knipoogjes te geven…zo van : wij hebben samen geen enkel geheim meer voor elkaar.
Hier hield het niet op…
Ook dit werd weer gezien, maar door wat…het geestesoog dat geen oog was…dat oog dat niet dicht kon…
Zou de Datastaat dit met ons modelburgers voor ogen hebben, Koning Geenoog te zijn in de blinde Datastaat, voor onze eigen bestwil?
…’Geenoog opent zich nu als een onafzienbaar ravijn van zicht waar het heelal zich in uitstort’…zo lees ik terug in mijn logboek.
Niet veel later lag mijn lichaam in een dwangbuis in de couveusemagnetron te shaken, volgens het protocol, om mijn conditionering te transfigureren.
Ik bleef er wonderlijk rustig onder, ik had immers wel gekkere dingen meegemaakt.