Ode aan grijs

{CAPTION}

Grijs is het gebied van de gemengde gevoelens. Het totaal van alle gevoelsbelevingen.

Grijs is het vat vol schijnbare tegenstrijdigheden die paarsgewijs buiten deze zinnen samen dansen.

Neutraal is het grijze brein dat onpartijdig het verenigende midden al dansend stroom laat winnen.

Grijs is die witte raaf onder de kleuren. Die met zijn schaduwveren de dingen van diepte voorziet.

Grijs is het verhaal van eindeloze nuances en diversiteit, het rijk van vruchtbare overvloed.

Met zijn snavel gedoopt in grijs schreef de raaf dit op wit voor het harde zwart.

Bladgodin

Spiegels kent ze niet,
alleen de kikkercirkels
in het vijvervel van kroos
die het zicht doen rimpelen.

Haar gelaat schijnt gonzig
als geweven van zonnewind,
bladstille schaduwgeur gedoopt
in vluchtige zindervogelzang.

Handpalmen vingerwortelig
groezelend van godenbagger,
zij zaaien wonderzaadvreugde
jeukend van kiemkracht.

Badend in deze bloemzee
oogst ze overrijpe ruimten
hemelhoogst opgetast
als goudblauwig zomerhooisel.

Bladgroengodin Scheurwortel
tiert zo welig haar wildgroeigeest,
voortplantaardig ontspruit ze zich
waar dan ook, het toverlover feest.

(Ode aan ‘Lanny’ Max Porter)

Droonbeeld

{CAPTION}

Dronend boven Holland
ziet het bereden filerivieren
braaf traag door omheind
laagland gaan
gekapte populieren nergens
langs de snelle wegen staan
omzoomd door bedrijventerreinen
zijn de wegen van de Geldgod verwonderlijk lelijk en zelden aangenaam.

Mors

Ga argeloos morsend te werk
dat geeft een vlek,
zorgvuldig knoeien mag ook.

Wrijf in de vlek,
smeer wat overtollig is
per ongeluk aan je neus,
moedwillig mag ook.

Teken een rondje,
met een pupilpuntje erin,
bij wijze van oog,
een streepje mag ook.

Nog een krabbeltje neus…
een gaapje mond,
een gaatje mag ook.
Wat mag eigenlijk niet?

Knip de vlek uit.
Plak hem op.
Lijst hem in,
zie hier het zelfportret
van de morslevende
Homo Ludens

Mand

Je wist het heel zeker.
Jouw hond was de beste hond
in het hele universum.
De mooiste, de liefste.
Alleen al door zijn eenmaligheid.

Je had toch heel wat universums bereist,
maar zoiets had je nergens kunnen vinden,
die blik, die kwispelstaart, dat blafje.

Zo onvergetelijk blijft hij aan je zijde,
overal zie je hem, voel je hem.
hij volgt je met dralend gesnuffel naar huis

waar je hart is veranderd in een hondemand

Badfant

{CAPTION}Het wassen van de olifant. Matthijs Röling

wat een geluk

om je olifantje te kunnen wassen

in plaats van dat metaforische varkentje

je gaat naar de rivieroever

met je vrienden en je grootste grijze vriend

nooit had je zoveel vriend ineens

‘Niet te hard boenen daar,

waar ik niet bij kan’ ,zegt de grijze

‘dat kietelt zo ondraaglijk goddelijk’

als dank speelt hij trompet

voor al wat naakt is

Zon

Zon is in staat
om zonder handen
al wat huid heeft te strelen,
te warmen, te voeden.

Noem iets wat geen huid heeft?
Alles heeft huid…elke cel, bladeren, stenen, zelfs ruimte, ruimte draagt
de dunste huid… van duisternis.

Handen van licht strelen tot bestaan.
Dit noemt zich: het huidige licht.
Wijs nu eens iets aan dat niet huidig is…

Hoe wijs je stilte aan?

Als alles daar al op wijst?

O.H.

Je hond snuffelt nu in vervoering
over eeuwige jachtvelden
alle hemelse geuren…op.

Nooit zei hij iets, maar wat
heeft hij ons veel verteld
in blik, gebaar en daad…

met een blaf als uitroepteken!

Zonder woorden alles zeggen
wat nodig is, is een gave
zo zeldzaam & puur.

Hij was bepaald geen ouwehoer.
In dat opzicht leek de hond heel
niet op zijn baasje.

Geestig

{CAPTION}

(Citaat uit Volkskrant, over Poetry International.)

De magie van het net niet helemaal begrijpen.

Juist het niet helemaal begrijpen geeft betekenis.

Dat mysterie is de kracht wat mij betreft, dus

nee, het is niet moeilijk als je ervoor open staat.

Niet begrijpen is natuurlijk heel makkelijk.

We mogen gerust stellen dat het gehele universum

pure poëzie is dankzij ons niet begrijpen.

Poëzie verwijst uiteindelijk naar het mysterie

dat wij zelf zijn, de magische wereld van de geest.

Een kosmische grap, buiten gewoon geestig!

Je begrijpt het pas als je het niet snapt.

Lek

Waarom zie je mij vaak lopen
onder deze lekke paraplu,
ook al schijnt de maan zo vol.

Het is om te beschermen
tegen die dagelijkse plensbui
van loze, overtollige woorden.

Zo ontstaat een woorddroge oase.

“Maar dat lek dan…waarom maak je dat niet?”
zo vraagt men zich mij wel eens af.

Het lek vertelt doodleuk: “Welnee, juist door
dat kleine gat lekte dit gedicht naar binnen,
als onzichtbare inkt die mijn handschrift stuurt”

Wie wil zo’n gat nu dichten?