Mobilisten


In hun metalige lichaam reden ze de bijna doodervaring binnen.
Ze konden maar één kant op, recht op het licht af.
Alsof ze in een drive-in-bioscoop zaten, dwars door het filmdoek vlogen.
Achter het doek begon de dood pas echt te leven.
Het voorafgaande scheen slechts een voorprogramma,
nu begon het ongeprogrammeerde zicht.
Ze voelden zich opgelicht door het niet verdwijnen.
Bedrogen door de Dood met zijn loze beloften.
Hemelse fraude, die macabere oplichter bleek spoorloos.
Op het autokerkhof lieten ze hun afgereden ijzerlijf achter.

Nu waren ze weer gewone mobilisten, voetgangers

Stil nachtruim

Schrik niet lezer, ik ben het maar…de Ruimte.
U hebt misschien wel eens van mij gehoord…?
(Dat wat verzuimt te zijn en daardoor alomtegenwoordig is).
Ik moet u iets vertellen…wellicht bekennen…
Zonder u als getuige was ik nergens en dankzij u ben ik nergens niet!
Ik geef toe, het klinkt wonderlijk en dat is het.
Waar u ook bent daar strek ik mij uit in alle windrichtingen ver voorbij alle einders.
En bevindt u zich ‘binnen’?
Weet dan; ik ga rustig door muren heen…moeiteloos door bergmassieven.
Ook daar ben ik om gelegenheid te geven aan het roerloze zijn of aan beweging.
U moet weten; ik ben niet verschillend van de Stilte…en samen met haar zijn wij niet verschillend van het diepste duister, dat verborgen gaat achter haar schuilnaam; de Nacht, dat fluwelig tastbaar zachtste zwart.
Denkt u daar eens aan op het moment dat u ergens een grenslijn trekt of een hek neerzet.
Ben ik het bodemloze land waar u zou willen wonen?

En als u mij niet kunt volgen en denkt; ‘Wat bezielt die ruimte?’
Dan kan voor ons alledrie spreken als ik zeg: ‘Het Licht, dat is wat ons bezielt’.

Waltgras


Achtduizend soorten gras:
Mierik, Kruipertje, Hanepoot,
Pijpestrootje, Bunt, Helm, Zwenk,
Fakkel, Kleef, Knoop, Veder, Beemd,
Vlot, Vinger, Honds, Kam, Greppel, Fluweel,
Henne, Hazen, Dodde, Kwelder, Kwast, Snij, Staart,
Siepel, Schaduw, Schapen, Reuk, Raai, Priem, Pluim,
Pijl, Peen, Borstel, Boender, Bezem, Baard, Bent, Bot, Egel,
Zee, Wol, Zuur, Zoet, Water, Tril, Tandjes, Straat, Stoel, Lint, Meel
Mot, Zandhaver, Slijk, Haviks, Kruip, Kuil, Braad en Klein Liefdesgras.

Overal tussen de tegels zie je de ziel van Walt Whitman
als grashalmen het onverwoestbare vieren, Waltgras.

Betonworst


Modernisme-achtige architectuur
teistert onze ontboste aardkorst
(ik leef liever in ’n houten schuur)
overal verrijst de eenheidsworst
betoncultuur, een hel zonder vuur.
Hij heeft zijn kindzijn voorgoed geschorst,
de architect, zo speels als grijze plamuur
(ik sterf nog liever in een houten schuur)

Ode aan de snoei

Snoeien genereert energie, vrijheid,
beperkingen stimuleren scheppingsdrift,

wetten vragen om eerbiedige ontduiking,
regels baren uitzonderingen en het uitzonderlijke,

hekken zijn een uitnodiging voor een hordenloop,
normen zijn grijs behang, achtergrond voor het wonder,

verboden maken slapende honden wakker,
de honden houden ons weer wakker,

kom maar op met dictaten en dictaturen,
we zullen ondergronds gaan bloeien en vrucht dragen,

we beloven plechtig nooit te vragen of iets mag,
we doen het onstuitbaar, desnoods legaal.

Het onverwoestbare is onze muze.

Conditioner

De partituur of de eenmalig klinkende muziek,
een recept lezen of zelf vers brood bakken,
filosofische theorie of de ongrijpbare praktijk,
het gedicht of de poëzie van dit enige moment,
een portret van de mooiste of de levende mens,
een landkaart of het alomvattende gebied,
airconditioning of een frisse wind,
de hoogtezon of de zon zelf,
een gordijn of de nacht,
oordoppen of stilte,
hairconditioner
of je haar
door de
war

Papieren vuur

Ik heb een smaak van goud op snee.
Mijn halve boekenkast staat ongelezen
en wat ik las las ik half of diagonaal.
Een god zonder gedachten zij geprezen.

Ik slaap liefst in mijn eigen alfabet,
mijn bovenkamer is zo ongeletterd hol.
‘Je verleest je verstand’ zei grootmoeder,
thuis speelde ‘echt toneel’ de grootste rol.

Een doorlopende voorstelling was het,
tragi-komisch drama, geen enkele regie,
een script bleek achteraf te ontbreken.
Het toeval stuurt als lukrake destinatie.

Bestaan is de waargeleefde literatuur,
boeken zijn slechts surrogaten, prothesen.
Je brandt je nooit aan een papieren vuur.
Directe ervaring behoeft geen exegese.

Pooltiek fonetisme

Nister Ploeg vant misterie van binlanszake
voertebat met wedekame
over hiep thee krent aftrek.
De nister zegt volgende:
Het kan tuuk niezo zijn
dat gezien dat daant rekkende ekemie
duidige wetgeving wor taangepast
dat zou symboolpooltiek zijn.
Doposisie diente mosie van want rauwen in.
Demosie wormet een kameerdereid veworpen.
Wekrabben verderaan de korst, luxe jeuk,
alsdus onze parmentair slaggever in daag.