Circus Pianorama

De klassieke pianowereld is een uiterst conservatief bastion. Zoals ook de klassieke balletwereld een gesloten bolwerk is. Helaas hebben beiden weinig met muziek en dans te maken omdat speelsheid eruit verbannen is. Alles dient bij het oude te blijven… ‘het oude als veronderstelde perfectie’, zelfs als dat oude destijds heel vrij en speels de vorm beoefende. De piano-opleiding is feitelijk een dressuurnummer voor ‘Circus Pianorama’, waar de pianist als circusdier zo snel en hard mogelijk perfect de voorgeschreven noten leert interpreteren, als een ware automaat. Het pianodom valt hiermee onder de inhoudsloze acrobatiek.
De klavierleeuw in spé wordt gedresseerd om als een sportgek urenlang te trainen om in de piste feilloos zijn kunstje te kunnen vertonen. Dit in tegenstelling tot de leeuw die twintig uur slaapt en hooguit een uurtje per dag jaagt. De vraag is: waarom jaagt de klavierleeuw zo? En waarop jaagt hij? Jaagt hij op applaus, op erkenning, op aanzien, op eeuwige roem?…op zaken die niets met muziek te maken hebben. Of gaat het hem wezenlijk om muziek. Als het om de muziek ging dan zou hij meteen afstand doen van het pianocircus.
De Olympische Spelen voor klavierleeuwen zijn de jaarlijkse pianoconcoursen. Typisch verschijnsel hierbij is dat er van de eersteprijswinnaars vaak niets meer vernomen wordt. Ze storten vaak opgebrand in na deze vuurproef en trekken zich terug in de anonimiteit.
Pianistiek is topsport op het hoogste nivo…helaas totaal misplaatst, want muziek is alles…behalve een sport.

Wat rest er voor getemde leeuwen die in het strak geplande misverstand van het pianoreservaat verzeild zijn geraakt? Zoals ook het Circus en de Dierentuin een strak georganiseerd misverstand is. Dieren hebben weliswaar een dak boven hun hoofd, krijgen te eten…getemd achter tralies, maar welk wild dier zit daar op te wachten? Op furore maken ter meerdere glorie van de dompteurs?
Als het pianodier erin slaagt te ontsnappen uit het pianoreservaat dan laaft het zich aan stilte, anonieme leegte en de rust van het nooit meer jagen. Uiteindelijk is de voormalige klavierleeuw zijn eigen prooi, hetgeen uiteraard geldt voor elke rechtgeaarde Nirvanees. Lege stilte is immers de bestaansgrond van Nirvana en van de muziek.
De dompteurs blijven niet boos, maar wel erg verdrietig achter, als er weer de zoveelste leeuw is ontsnapt aan hun zweepje goede bedoelingen.

Balbezit

De wedstrijd werd op het deelnemersveld gespeeld.
Liefst met twee tegenstrevers die beiden het tegenovergestelde
wilden bereiken van wat de ander zich als doel hadden gesteld.
Van enige medewerking was per definitie geen sprake.
Zolang men maar in het veld bleef staan en zich er niet uit liet slaan.
Het doel was om de bal zo lang mogelijk in de ploeg te houden, wie balbezit hield had het initiatief ook al scoorde er niemand. Scoorde de tegenstander dan werd dat als niet proportioneel geluk gezien, tegen de verhoudingen in, ze hadden immers amper balbezit gehad. Het was een genot om de bal te zien rondspelen en sportief terug te geven aan de eigen doelman, om deze ook enigszins bij het rondspel te betrekken.
De uitslag was altijd verrassend en tamelijk afhankelijk van welke partij scoorde.
De sportbond had warm aanbevolen dat vaak scoren voor beide partijen het meest wenselijk was. Meestal werd hieruit de winnaar uitgeroepen, behalve wanneer deze achteraf gediskwalificeerd werd wegens omkoping of doping. In dat geval werd de verliezer tot winnaar uitgeroepen. Zo bezien kon het corrumperen van tegenstanders tot winst leiden als die zich een goede verliezer kon tonen, door het spel mee te spelen.
Afgezien daarvan bleef altijd de discussie hangen, was de winnaar nu zo goed of de verliezer zo zwak? Hier kwam men nooit helemaal uit. Er kon er maar 1 de beste zijn, behalve bij gelijkspel. Voor een goed gelijkspel was niet scoren veruit de beste strategie. Na afloop vergat de coach bij de persconferentie vaak zijn veldstem uit te zetten, een stem die menig journalist deed sidderen.