Huid

{CAPTION}Sybo Adema©️2019

Dat cineasten vaak begaafde tekenaars en schilders zijn bewijzen hun storyboards, bv. Federico Fellini, Michelangelo Antonioni, David Lynch en Alex van Warmerdam. Hun filmscenes zijn vooraf gedetailleerd uitgetekend of geschilderd om een bepaalde lichtval, atmosfeer, gebaar of houding aan te duiden. Uit het feit dat hun modellen of acteurs nooit willen stilstaan zijn per slot van rekening de bewegende beelden ontstaan die nu als cinematografie bekend staat. Minder bekend is dat schilders in hun dromen uitstekende cineasten zijn, vaak kiezen zij voor het linnen omdat ze het filmdoek te kostbaar en te tijdrovend vinden. Ook vinden zij het vervelend als personages door de stilte van het beeld heen beginnen te praten.
Je herkent hun werk door de bewegingsdynamiek van hun kwaststreek, hun voorliefde om te spelen met hoe het licht speelt op de textuur der dingen. Of zoals Fellini het ooit zo treffend zei: ‘Wij cineasten werpen slechts licht op de huiden van de wereld’.
Alles heeft een huid. Zelfs de leegte heeft een huid, een hele dikke zelfs.
Beeldhouwers daarentegen maken liever zelf hun huid. Zij hebben meestal een afkeer van bewegende beelden. ‘Als je nu iets mag verwachten van een beeld dan is het toch wel dat het stil staat’ ,wie dit ooit zei weet ik niet meer, maar het kan heel goed Henry Moore zijn.
Over huid gesproken: het is bekend dat de moeder van Moore reuma had en dat de kleine Henry elke avond haar rug mocht inmasseren met etherische olie.
Werd het tactiele vermogen in die kleine handjes tot leven geroepen?
Boetseerde het leven Moore zo tot beeldhouwer?
Deze scène zou zich kunnen lenen voor een prachtige film.

RAG

“Zo, dus jij dacht dat…nou vergeet het maar!” ,sprak de mentor met veel retorisch flegma van het Randstedelijk Amnesia-Gymnasium, “Jij dacht dus te weten dat het zus of zo zat, maar het zit namelijk helemaal niet!” De volksmond beschimpte ons instituut als ‘Het Vergeet-Lyceum’. Je wilt niet weten hoe moeilijk ontheuging is, het is de hoogste wiskunde. De mentoren wisten veel en liefst alles. Wij Amnesiasten zaten in het examenjaar en wisten inmiddels al vrijwel niets meer zeker. De mentoren zaagden aan elke poot van kennis en bliezen elke overtuiging op tot stof. Ik had alle vakken in mijn pakket omdat ik niet kon kiezen wat ik het eerst wilde wissen. De uitgestorven talen vond ik het moeilijkst om te vergeten, vooral die onnavolgbare grammaticale regels leken wel onvergetelijk. Je moest die echt uit je hoofd stampen om die te ontheugen. Het uitprenten van wiskundige formules ging mij makkelijker af, ik was daarin veruit de beste van de klas en mocht een jaar overslaan. Bij het schriftelijk examen werden ons antwoorden gegeven waar wij de juiste vraag bij moesten vinden. Ik slaagde drie keer niet voor het eindexamen. Het lukte mij maar niet om de meest loze kennis te wissen. Algemene ontwikkeling noemden ze dat. Onzinnige weetjes die je je onvrijwillig herinnerde, hoe meer je ze probeerde weg te drukken hoe hardnekkiger ze zich opdrongen. Uiteindelijk zakte ik cum laude, verder weet ik er gelukkig niets meer van.

Geppie

Geppie Noejier was vroeger onze Spaanse huiskapper, hij belde meestal rond de feestdagen tegen Oud en Nieuw bij ons aan om ‘ Feliz Navidad’ te wensen … en om onze kapsels bij te snoeien. Geppie was gastarbeider en verdiende bij als kapper. Wist mijn vader veel wat dat betekende…Veelliefsnaviewat?…zo kwam Geppie Noejier aan zijn naam en daar kwam hij nooit meer vanaf…Geppie. Zijn echte naam hebben we nooit geweten, zijn ‘echte werk’ bleef in gebarentaal voor ons een raadsel, maar we knikten instemmend. Ons Spaans was meer dan gebrekkig. Geppie redde ons uit de ongemakkelijke situatie omdat hij als een geboren danser elegant om je hoofd heen zwierde terwijl hij knipte, onderwijl floot hij Spaanse volksdeuntjes. De rest van de familie stond rondom te genieten van Geppie’s choreografie. Zijn schaartje leek zomaar een beetje raak te knippen, maar het viel achteraf altijd goed uit als hij met olijfolie je hoofd in vorm kamde. Het was de allerbeste olijfolie maakte hij met zijn vlammende oogopslag duidelijk, uit zijn geboortedorp. We kochten elk jaar een fles van hem. Het was een tijd van de vetkuiven, buikschuivers en puntschoenen. Geppie had ze alledrie.

Buro

Als hoogste ambtenaar van het ministerie Ruimtelijke Ordening keek
Tjebbe Fulthage vanuit de bovenste verdieping van ‘zijn’ beleidstoren.
De stad lag er uitgetekend bij. Tjebbe besefte dat hij de laatste tijd alleen maar dacht
hoe hij ruimtes kon verbinden. Hij begon zich dingen af te vragen: Hoezo zou ruimte eigenlijk geordend moeten worden? Waarom niet alles de ruimte geven? Hij leek toch eigenlijk wel gek om ruimtes te willen verbinden? Hoe kon ruimte anders verbonden worden dan door ruimte zelf?
Om te beginnen zou hij rigoureus alle deuren uit het ministerie laten verwijderen…als statement voor een fris nieuw beleid. Dat hele achterhaalde idee van binnen en buiten was toch een gevolg van dat rare ordenen van ruimte. Als er nu iets openbaar was dan was het toch wel de ruimte zelf. Deze lucide openbaring nam bezit van Fulthage. Alsof hij subiet bezeten werd, bezeten door de ruimte zelf. In een overweldigend visioen zag hij waar hij ook keek alleen nog maar ruimte, één ondeelbare ruimte. In een vlaag van begeestering zette Tjebbe zich vastberaden aan zijn buro om het beleidsplan ‘Ruimte’ te schrijven…Hij kreeg niets op papier, het witte vel bleef onbeschreven. In dat eindeloos turen naar het maagdelijk vel, bleef het eeuwig sneeuwen. Ruimtesneeuw.

Portret

Marcel Duchamp werd door zijn galeriehouder om een zelfportret gevraagd.
Hij stuurde een telegram met de tekst:
‘This is my portrait if I say this is my portrait’
Zo werd het telegram in de galerie opgehangen.
Toen de galeriehouder Duchamps bijdrage wilde belonen stuurde hij een telegram
met de tekst: ‘This is a cheque if I say this is a cheque’

Wat is het verschil tussen ‘echt’ geld en vals geld…tussen dollars en bitcoins…
tussen echt en virtueel? Het zijn allemaal concepten die echt lijken zodra men erin gelooft. Hoe meer gelovigen, hoe echter het lijkt. Make belief, belief makes!
Je moet het spel van de gelovigen meespelen of zelf vals geld gaan drukken,
niet van echt te onderscheiden, dat doen de banken namelijk ook.
In die zin zijn bankiers de grootste conceptuele kunstenaars. Hun oeuvre is saai, voorspelbaar en inwisselbaar. Pop-art.
Waarom zou je een bank beroven als je zelf bankier kunt worden…of conceptueel kunstenaar?

Hoed

De oude tovenaar was uiterst behoedzaam. Alvorens werelden tevoorschijn te toveren
toverde hij zichzelf weg in zijn hoge hoed. Sommigen beweren dat hij alleen maar enorm schrok… Hoe dan ook, sindsdien heeft de hoed geen hoofd meer om op te staan. Nu wil het geval : Wij leven binnen deze hoed, het zwarte gat is de opening die we niet zien…waar we niet doorheen kunnen zonder op te lossen. Het heelal schijnt een grote oplossing te zijn, we weten alleen niet voor welk probleem, wellicht geen enkel probleem…? Ons heelal wordt gedragen door deze hoed…een hoeder voor onze kudde. Er zijn er ook die speculeren over onafzienbare kuddes hoeden buiten deze hoge hoed, zou heel goed kunnen… de tovenaar is nooit gezien, maar dit permanente getover is onmiskenbaar betoverend. Een fabelachtig verhaal, nietwaar?
Je zou toch je hoed opeten als het niet waar was.
En als dit hoedje je niet past…zet je het in de glazen kast.
En dan nog: hoed je ervoor dat je nooit betoverd wordt.

Wenk

{CAPTION}

Aan boord van de roomkleurige vliegende schotel zweefde een behaard hoofd rond.
Ik nam onmiddellijk aan dat het hoofd kapitein van dit ruimteschip was. Hoe ik hier plotseling verzeild raakte wist ik niet, maar mijn vederlichte intuïtie vertelde mij op lacherige toon dat ik upgebeamed was … of was het dit behaarde zweefhoofd dat mij telepathisch informeerde? De sfeer aan boord was lichtelijk hilarisch, een warm bad van relativiteit waar ik mij zo wel in bevond. Zo vreemd vertrouwd had ik het nog nooit gegeten. Het hoofd troonde mij mee naar de hologramkamer waar ik alle levens aan mij voorbij zag gaan. Het hoofd lichtte mij in dat het om een onteigening ging van alle identificaties om duidelijk te maken dat wij geen van allen zijn. Het duizelde mij van de geenvoudigheid…alleen hoe moest ik dit aan het thuisfront uitleggen?
Het hoofd trok verwonderd de wenkbrauwen op waaronder geen ogen te zien waren.

Etiket


De psychiatrie is geestesziek, ze lijdt collectief aan MLD…NOS…
Mental Labeling-Disorder. Not Otherwise Specified.
Het denken denkt dingen op te lossen door ze in denkbeeldige hokjes te plaatsen.
De anti-psychiatrie zag geestelijke problemen als gezonde reacties van de psyche op een ziekmakende, verstoorde omgeving. Dat de tijdgeest volslagen verstorend is, zelfdestructief en in waandenkbeelden doordraait lijkt een redelijke vaststelling als je met mate het nieuws volgt. Albert Einstein stelde dat een probleem dat door het denken ontstaan is niet door datzelfde denken kan worden opgelost. Zo bekeken is het medicijn zelf de ziekte. De moderne patiënt lijdt het meest onder de bijwerkingen van de symptoombestrijding. Elk mens is potentiëel anders, een unieke mogelijkheid, omdat evolutie een open organisch proces is. De tijdgeest drukt elk mens in dezelfde mal en produceert daarmee patiënten op industriële schaal. De bakfouten worden gelabeld, afgekeurd.

Palm

Opeens had de doofstomme jongen mijn arm gepakt
om in mijn lege handpalm te ‘schrijven’. Ik begreep
zijn schrifttekens niet die hij in mijn handpalm schreef,
maar zijn handeling op zich was al van pure poëzie.
Wat als kunst niets is dan raken en geraakt worden…
Wat is er dan geen kunst? Later begreep ik pas dat ik
doofstom was voor hem en onthand bovendien, taalloos.

Weer


De weersbeschuldigingen van gisteren zijn vandaag weer eens niet bewezen…hetgeen veel weerzin wekt. De dagelijkse verdachtmakingen aan het adres van het weer moeten altijd eerst eens bewezen worden. Het weer is onschuldig tot het weerbericht bewezen is. Het weer gaat in beroep tegen het weerbericht, dat geen neerslag van betekenis voorspelde. Ze staat sterk in de zaak omdat het evident is dat de voorspelling er gezien de aanhoudende plensbuien er weergaloos naast zit. De goede naam van het weer moet van alle laster gezuiverd worden. Het is wachten op uitslag van het proces. De advocaat van de weerman voert het weerwoord. Zijn verweer is dat zijn cliënt voorspelde uit noodweer. De rechter trekt deze bewering sterk in twijfel en noemt het weerzinwekkend. Voorspellingen zijn voortaan verboden om het weerloze te beschermen. Advies aan de bevolking: ‘Ga zelf de straat op of kijk uit het raam, maar laat het weer daar buiten!’