De mecenas


De aardige oom gooide nooit iets weg. Hij bleef vrijgezel en schonk tijdens zijn leven al wat hij toch toevallig over had aan kennissen en familie waar hij over huis kwam.
Hij informeerde nooit of mensen het gegeven ‘ding’ wel mooi vonden of goed konden gebruiken, daar ging hij gewoon vanuit. De gulle oom genoot zichtbaar van de reacties als hij zomaar iets ongevraagd achter zijn rug tevoorschijn toverde.
In verlegenheid gebracht dorst de gelukkige ontvanger het ‘ding’ niet te weigeren en schonk onze gulle Oom nog eens bij, want hield wel van een klein borreltje. Niet dat hij veel dronk, maar wel vaak.
‘Hoho niet teveel, schenk liever straks maar wat bij…’
Het gegevenpaard-dogma bracht mensen in een lastig dilemma.
Als hij opeens onaangekondigd voor de deur verscheen haalde men snel het spul van zolder of uit de kelder om het neer te zetten.
Als er iets ontbrak in het meubilair dan ontsnapte dat zelden aan zijn aandacht en vroeg dan waar dat mooie ding gebleven was. Zo was er en een rijk arsenaal aan smoezen ontstaan.
Wat hij voor werk deed bleef in schemer gehuld… hij scharrelde wat rond. Wel leek hij vaak te verhuizen. Als je ernaar vroeg had hij telkens een ander adres.
Waar onze goedgeefse oom al zijn overtollige spul vandaan haalde… daar kwamen we nooit achter. Als iemand er al eens naar dorst te vragen zei hij:
‘Dat weet ik niet meer zo…ooit eens gekregen, gevonden of geleend…schenk nog ‘s bij misschien herinner ik me het weer’
Op het laatst kreeg men de zenuwen als er aangebeld werd.
‘Kijk even uit het raam… het zal toch niet de mecenas wezen?’

Maratus


Maratus is het Australische miniatuurspinnetje
ter grootte van een luciferkopje.
Niet enig in zijn soort, er zijn er velen van…
en bijna onzichtbaar.
Je moet er zes ogen voor hebben
om dit openbaar geheim te ontdekken.
Er worden nog steeds nieuwe variaties ontdekt.
Ze zien er stuk voor stuk oogverblindend mooi uit.
Uitzinnig kunstzinnig van vorm en kleur.
Op hun achterlijf zit een opgerold scherm
dat ze kunnen uitrollen en boven hun kop
kunnen kantelen. Een prachtig gedecoreerd
schild om het vrouwtje te imponeren.
Tijdens het paringsritueel danst hij op een tak
heen en weer als een bezetene, met poten signalen gebarend.
Daarna zoekt hij toenadering tot zijn geliefde…
waarbij het tot het laatste moment er om spant
of hij mag paren.
Als zijn dans niet voldoet aan de ongeschreven criteria
of niet bezeten genoeg is grijpt het vrouwtje hem
in een flits en injecteert ‘n verlammend gif in zijn hersenen.
De liefdesgodin straft meteen.
Met haar zes ogen spiedt ze naar de volgende kandidaat
die eventueel kunstenaar van het jaar kan worden.
Zijn werk wordt dan gratis in veelvoud gereproduceerd door haar.

Koningin van de Nacht

{CAPTION}

Onze koningin heeft geen bladeren…wel groene stengels
die zich een weg banen door het huis als je ze niet rondleidt.
Ze ademt door haar luchtwortels en ziet er plantaardig gezegd: niet uit.
Lelijk als de nacht…ware het niet dat ze nu voor het eerst in acht jaar bloeit.
Met 1 bloem die zich rond middernacht opent en ’n zwaar aroma verspreidt.
Tegen de ochtend sluit ze zich om voorgoed te verwelken.
Het zegt iets over het engelengeduld van mijn belevingsgezel die acht jaar
onze koningin op haar wenken heeft bediend,
haar dankbaarheid is omgekeerd evenredig met die acht jaar.
Een hand met groene vingers blijkt gauw gevuld.
Onze nachtvorstin mag nu zijn verwelkt.
Mijn Prinses van Dag en Nacht is in de bloei van haar leven.

Dino Balenciaga

{CAPTION}

Of het design-montuur
hersteld kon worden
dat was nog maar de vraag.
Na wat handelende kunstgrepen
werd duidelijk dat metamorfose
de enige optie was….
niets om mee te kijken
maar iets om te worden gezien.
De handen waren stom & verbaasd
wat ze hadden omgetoverd.
Het handelende heeft haar eigen intelligentie, iets waar het hoofd niet bij kan.

Incarnatus est


Incarnatie is het spel van vereenzelviging, een vrijwillig inleven in andere levensvormen, deshalve een oefening in empathie.Deze inleefkunst beperkt zich niet tot levende wezens, maar juist ook in dingen die men dood waant en die je een stem kunt geven en zo een eigen leven laten leiden. Laat je stoel eens vertellen waar hij mee zit of vraag je televisie eens naar haar verbeelding, wat verbeeldt ze zich wel? Een geestig spel dat geen grenzen kent. De vraag is alleen: Speel jij het spel of ben je een vrije speelbal? Heb je controle of geef je de controle uit handen om je bv. ook eens als regenworm of als kwal in en uit te leven?
Een heerlijk domein om in te verdwalen of om bewust in te navigeren. Om echt ergens over mee te kunnen praten, uit eigen ervaring kun je maar het beste alles een keer zijn geweest… wellicht de enige manier om er achter te komen dat je vrij bent van het concept vrijheid.
U kent dat wel, vrijheid… dat spelen met grenzen en spelregels.

Godgloeiende

Vuur betovert ‘n kind, omdat het ergens het eigen wezen weerspiegelt.
Ik kon als kind met mijn tenen ‘n luciferdoosje openen, er ‘n lucifer uitpakken en aanstrijken… Waarom? Omdat het kon. Een van de vele vuurspelletjes die ik speelde…liefst op de w.c in het donker… nog mooier… blind. Spelen met vuur is spelen met je leven en verwijst natuurlijk naar het innerlijk vuur. Spelen met vuur gaat over het leren beheersen van innerlijk vuur, want ook daar kun je je aan branden en het kan je verteren.
Er schijnen ook mensen rond te lopen zonder innerlijk vuur. Ze staan nergens echt voor in vuur en vlam. Het godgloeiende is hun vreemd. Ze hebben zich laten doven, het spel laten ontnemen. Dat is iets voor kinderen, daar staan zij ver boven. De essentie van onderwijs is niet om het spel in kinderen te doven, maar juist om ze ergens voor in vuur en vlam te zetten.
Als dat lukt is er een mens gered. De kunst van het aanwakkeren.