Zalf

Gevoel voor humor had Borek Midalgan niet, als telg van de spierzalfindustrieel, nooit gehad ook en zeker niet van zijn ouders.
De genen, verantwoordelijk voor een spontane lach, ontbraken bij hem simpelweg ,zo was zijn rationele overtuiging.
Zijn huisarts constateerde, inwendig schuddebuikend, ‘dubbelzijdige verlamming aan beide lachspieren’, hij schreef door het schudden een onleesbaar recept uit.
Borek slikte daardoor enige jaren per abuis een overgangsmiddel tegen onrustige benen.

Binnen het sociale leven wist Midalgan zich
even wel te handhaven door op het geëigende moment hinnikende geluiden te produceren wanneer hij bij anderen ‘leuke’ humor meende waar te nemen. Meestal ging dat goed en werd er smakelijk samen gelachen. Evenwel…soms vergaloppeerde hij zich en oogstte verstoorde blikken wanneer zijn gehinnik net iets te lang duurde. Dan stelde men hem wel even voor om in een manege te gaan werken, hetgeen hij niet begreep. Borek wist werkelijk niet waar men zo om moest grinniken en zag geen ander parcours dan zich aan te passen aan de sociale conventie en maar hard mee te brullen met de bijbehorende mimiek.

Als vanzelf rolde hij evenwel in de meest humorloze wetenschap, die van de genetica. Tijdens zijn stage bij het justitieel forensisch instituut vatte hij het plan op om het gen voor humor op te sporen. Om zich niet belachelijk te maken zweeg hij erover als het graf, zijn missie bleef geheim. Humor was wel even het laatste wat men binnen de academische wereld onderzoekwaardig achtte.

Midalgan liet zijn eigen genoom analyseren.
Door vergelijking met andere genomen zou hij het ontbrekende gen op het spoor komen.Tot zijn verrassing bleken zijn genen identiek met de genen van degenen waar hij zich mee vergeleek, stuk voor stuk volbloed lachebekjes.
Hij vond het niet leuk dat zijn hypothese niet klopte, zijn stokpaardje…maar dat betekende niets, want hij vond immers niets grappig.

Borek schaamde zich eerst nog even wel voor zijn onvermogen tot zijn psychiater hem aanmoedigde om openlijk uit te komen voor zijn gebrek aan humor.
‘Gooi de teugels los Borek, het leven is toch al geen lolletje’…het is een hard gelach!’ ,grijnsde de zielkundige wellevend.

Steeds wanneer hij in schaterend gezelschap verkeerde begon Borek uit te leggen dat het niet leuk was om te gieren om onzinnige dingen en waarom humor in het algemeen eigenlijk nooit grappig kon zijn…dat lachsalvo’s per definitie op een pijnlijk misverstand berusten. Borek wist zijn toehoorders even wel zo te overtuigen dat het lachen hen verging, ze waren dus nog te genezen… ze werden zich bewust dat ze tot dan toe uit ongemak, onbegrip, onmacht en onwetendheid hadden gelachen.

Midalgan begon een therapeutische praktijk om mensen voor hun grappen of practical jokes te behandelen, alsof het enge ziektes betrof.
Zodra ze de grap konden doorzien kregen ze inzicht in het feit dat humor in wezen niet bestaat.

‘Humor is een serieuze aandoening waar helaas veel tijd mee verloren gaat…’, aldus Midalgan, ‘kostbare tijd die veel nuttiger besteed kan worden aan ernstige zaken en situaties die echt niet leuk zijn….’
‘Zijn niet alle oorlogen ontstaan door misplaatste grappen, die verkeerd vielen…’
Borek schudt zijn hoofd denkend aan de nabestaanden.

Swami Pavoni

Vandaag droomde ik dat Swami Pavoni, de eerwaarde koffiegoeroe vorige week in ons land was om satsang te geven voor zijn volgelingen. Zijn boek: ‘The Pavoni Upanishads’,een letterlijke transcriptie van voorgaande satsanggesprekken werd daarbij gepresenteerd.
Het boek is een enorm succes in zijn land van herkomst, Jamaica. Aan de vertaling wordt gewerkt. Om uw leesdorst op te wekken geeft de redactie van O.G. hieronder een kleine bloemlezing weg van de bewuste inhoud:

Question: Which coffee is best to open the gate of enlightenment, is there a specific flavour that you can recommend us?

Answer: To be honest, each flavour can function as a katalysator…for liberation, even no flavour at all can do the job effortlessly.

Question: Oh, my god, how did you know my name, Lesly?

Answer: No no, I said ; Effort-less-ly!

Question: But whatever effort I make the gate stays closed!

A: So….stop making any effort Lesly…relax, take a cortado at the bar, next question please!

Q: How did coffee change youre life?

A: Is there such thing as ‘my’ life…isn’t it just life without anyone in particular?

Q: yeah but, no but…yeah but it all started with coffee didn’t it?

A: Well Vicky, I must confess I drank a serious amount of cortado’s before it happened, but I see no causal effect between the two, coffee can’t do any harm but I doubt that it is benificial for…

Q: But for heaven sake Swami, why then do they call you ’the Coffeeguru? ‘

A: Do they? I have always loved caffeïne and I still do, why should stop my divine de addiction?

Q: Do you suggest that God would drink a double cortado?

A: I can’t affirm nor deny the possiblity that the deity has a sublime good taste, if deity exists…One thing we know for sure: coffee exists…it is divine even without any deity. But…what would coffee be without a tasting tongue that is conscious? Just be aware of this tasteless awareness…

Q: What has Pavoni to do with this whole circus?

A:They’re sponsoring this satsang, so you can experience this essence for free…let’s start now for a Mocca-meditation….Barista’s at your places please, ready for take off?

Toen ik ontwaakte bleek de droom naadloos te zijn overgelopen in deze wakkere dagdroom. Het waaksel is van hetzelfde nat, alleen ditmaal met koffiesmaak.

Vogelvrij

Waar heeft u uw opleiding genoten?

Gewoon zoals de meeste vogelvrijen onder ons, in het reguliere detentiecentrum.
Acht jaar gezeten zonder enige vorm van proces of inzage in de stukken.
Daarna nog verlengde detentie onder bezielende leiding
van de reclassering van vijf jaar zonder enkelband,
met een resocialisatieprogramma als voorbereiding
op terugkeer in de burgermaatschappij.

Zo, dat klinkt als een heel proces.

Jazeker, een heel lang proces,
bij elkaar dertien jaar preventief in voorarrest gezeten
voor mijn onschuld bewezen werd geacht,
met uiteindelijke vrijspraak.

Dus u heeft 13 jaar voor niets gezeten?

Uiteindelijk wel, maar je gaat er zelf wel in geloven,
dat je ergens schuldig bent, dat is het rare.
Je wordt een verdachte voor je zelf.
Dat is eigenlijk het centrale examen dat je moet doorstaan.
De vrijspraak heeft mij echt ervan moeten overtuigen
dat ik onschuldig was.

Maar klaagt u nu de staat aan wegens gerechtelijke dwaling
en wederrechtelijke vrijheidsberoving?

Nee, zo is nu eenmaal ons onderwijssysteem ingericht weet je,
als een penitentiare inrichting.
Zonder gevangenschap geen bevrijding, zo is het natuurlijk ook wel weer.
Hadden wij ooit deze bevrijding kunnen ervaren zonder eerst jarenlange gevangenschap in de bloeitijd van ons leven?

Wat bent u uiteindelijk geworden?

Advocaat van de duivel.

Metrospectief


In komende nazomer van vorig jaar zou er in de buitentuin van cultuurtempel ‘de Nieuwe Ruïne’ een metrospectief worden georganiseerd van de niet-onwesterse filantropodoloog Wieland Bijvoet, die alom bekend staat om zijn vermaarde naam. Zeg Wieland Bijvoet en men denkt onmiddellijk aan zijn onwerkelijke oeuvre dat zich kenmerkt als non-artistiek anarchaotisme, deze afsplitsing van het irrelativisionisme hinkt op twee zoniet drie onverenigbare criteria, drie hinkt immers beter :
1) de perceptiekatalysator dient op geen enkele wijze op kunst te lijken noch op iets anders dat iets anders moet voorstellen dan het zelf materieel vertegenwoordigt.
Naam en vorm zijn dus voorbije stations binnen dit metrospectief.
2)deze neutrale ‘katalysator’ dient dusdanig echt te zijn in de zin van ondefinieerbaar, zodat de perceptieparticipant er ter plekke een gewaarzijnsjeuk aan overhoudt.
3)De participant mag niet weten dat hij/zij/het als participant wordt blootgesteld aan de katalysator. Dit om in het project een zo authentiek mogelijke belevingsperceptie te concipiëren.
Feitelijk wordt men dus publiekelijk om de buitentuin geleid zonder het besef daar ooit te zijn geweest.
Dit zou vorig jaar dus één groot feest zijn geweest ware het niet dat het beoogde publiek in grote getale nooit kwam opdagen aan de gouden poort van ‘de Nieuwe Ruïne’.
Bijvoet zelf zag dit niet als een fiasco, maar concludeerde dat zijn opzet in alle opzichten was geslaagd omdat het voorspelbare kunstmechanisme kennelijk met succes onklaar was gemaakt. Het was meer dan wat hij had durven dromen. In zijn ogen was het publiek genezen van haar culturele aandoening: Artificilia Musealis Pretentis.

De directie van de cultuurtempel moest een hovenier inschakelen om de schade aan de buitentuin te herstellen. Voorlopig geen carte blanche meer voor wie dan ook, aldus het persbericht.

W. G. Fudgehammer


Warren G. Fudgehammer, ‘The Hammer’, uitvinder van de nachtlamp was er vast van overtuigd dat hij goud in handen had. Zijn Fudge-lamp die op klaarlichte dag diepe duisternis wist te verspreiden zou de wereld gaan veroveren. De markt wilde wel, maar de man in de straat dacht daar anders over.
Het publiek is achterdochtig en behoudend. Men verwacht van een lamp gewoon dat ze licht geeft en geen schaduw, laat staan inktzwarte duisternis. Volgens Warren G. moest ‘de man in de straat’ alleen nog even wennen aan het idee dat een lamp ook diepe duisternis kon verspreiden.
De mens beoefende vele bezigheden die het daglicht niet kon verdragen…een simpele nachtlamp kon daarbij goed van pas komen, zo fantaseerde ‘the Hammer’.
Waar men ook was kon men, op klaarlichte dag dankzij de draagbare nachtlamp een dutje doen. Het zwarte licht gaf ook nog eens een behaaglijk soort warmte, zodat het voelde alsof je door een deken van warme duisternis werd omhuld.
Fudgehammer investeerde zijn vaders erfenis om de nachtlamp zelf in productie te nemen.
Maar hoe Fudgehammer de ongekende mogelijkheden van zijn lamp ook aanprees… De mensen wilden simpelweg licht, was er niet al duisternis genoeg?
Zijn beursgenoteerde onderneming ging failliet, einde verhaal?

Na tien jaar vergeefs leuren met zijn revolutionaire vinding, vond Warren G. een medestander in Fjodor Kolovski bij de faculteit voor biotechnology, die toevallig bezig was om planten zodanig genetisch te modificeren dat ze alleen nog op duisternis groeiden…planten die bladzwartkorrels genereren.
Het zou een revolutie gaan betekenen in de land en tuinbouw. Enorme investeringen werden er gedaan om deze nieuwe technologie uit te rollen.
Na jaren van pionierswerk verschenen de eerste pikzwarte groenten en fruit op de markt. Ze zagen eruit alsof ze verkoold waren.
Ondanks alle rationele argumenten en aantoonbare voordelen wilde ze niemand ze kopen.
Zelfs wanneer ze gratis werden weggegeven wilde de consument ze niet eens proeven. Wie at er nu zwarte bloemkool of een zwart appeltje?
Het hele project ging aan deze onwil ten onder.
Visionair Fudgehammer bleef berooid achter na het debacle, gedesillusioneerd dat men zijn zwarte licht niet zag zitten.
Het rotsvaste geloof in zichzelf had hem verblindt.

Boze bomen

Ze zijn familie van de palmbomen, hals over kop hun geboortegrond ontvlucht. Per boot zijn ze hier aan land gekomen, hopend op veilige en vruchtbare aarde.
Door ontbossing raakten ze ontworteld.
In een te nauw plastic vat dienen ze nu hun asielprocedure te doorstaan. Hun leven is voor onbepaalde tijd geparkeerd.
Tot die tijd mogen ze zich niet hechten, niet wortelen in ‘onze’ grond.
Sommige inheemse bomen, die hier ook maar zijn komen aanwaaien zeggen:
‘Exoten horen hier niet thuis, een palm hoort in de woestijn thuis, daar horen ze oases te vormen met hun soortgenoten’.

Inheemsen zien door de bossen de boom niet meer:

‘Ons bos is al te vol’,zegt de Beuk, ‘de kale vlaktes die het bos omringen zijn ons cultureel erfgoed, dat moet niet worden volgeplant…als overal bos is, is er geen onderscheid meer!’

‘Niet de bomen maken het bos’, roept de Populier, ‘maar het kale cultuurlandschap er omheen, versierd met zwarte linten van asfaltwegen’.

‘Generaties van voorouderlijke inspanning hebben deze gecultiveerde kaalslag bereikt’,
aldus de Zomereik.

‘Vroeger was hier alleen natuur, oerwoud’,klaagt de Plataan

‘Deze verworven kaalslag is wel onze identiteit, die laten we ons niet afnemen’
,jammert de Berk.

‘De kaalslag is verschrikkelijk, maar het is wel onze kaalslag!’, zeurt de Grove Den.

‘Jij moet niet zeuren, jij hoort hier zelf niet eens thuis, jij hoort onder de boomgrens te wonen!’, zegt de Wilg.

‘Maar dit is toch ver beneden de boomgrens?’, verzucht de Grove Den.

De kleine spar hoort het allemaal aan en weet niets te zeggen.

Bodyshop

Mijn lichaam begon een beetje te slobberen als een afgedragen maatpak. Er kwamen al kreukels en vouwen in, de haargrens ging wijken, wondjes genazen traag. Ik bezag mijn lijf als de uitgelubberde huidzak in de surround badkamerspiegel van het luxe hotel
Onderweg naar het vliegveld besloot ik, impulsief als ik ben, om terplekke een nieuw
lichaam aan te schaffen bij Mensmodemagazijnen. Opeens was het mij glashelder, zo kon ik toch niet in New York verschijnen en zeker niet op een congres over ‘personal branding’. Ik moest nu maar eens met mijn tijd mee gaan anno 2070.
Iets herinnerde mij dat er in de taxfree-area van de vluchthaven een filiaal was van de lichaamsketen, de onbemande taxi bracht mij.
Eerst moest ik mijn oude lijf laten taxeren op mogelijk hergebruik van organen, dat nam in de bodyscan slechts luttele seconden in beslag. Een discrete bodyshop-assistant liet mij de lichaamscollectie zien. De meesten waren al decent aangekleed.
Na lang dubben viel ik toch voor het donkergetinte lichaam, de glanzend satijnen gloed van de huid beviel mij. Of ik het meteen wilde aanpassen, vroeg de body-assistent.
‘Natuurlijk, over een uur vertrekt mijn Airtube-vlucht’ , zei ik, ‘dan kan ik er nog even in wennen!’
‘Ja, als u zich eerst even inleeft met een mega cappucinetto in de coffeecorner dan draagt het wel zo prettig’, raadde hij mij aan.
Hij vroeg mij plaats te nemen in de Transitionchamber…een soort hogedrukcapsule die mijn lichtlichaam in één flits zou overbeamen naar het nieuwe lijf.
Het was een flitsende ervaring waarvan ik nu nog de bruisende nawerking voel.
Vol statische energie arriveerde ik in het nieuwe lichaam…het voelde warm en soepel, alleen de mond sprak wel erg onwennig alsof het naar een bepaald accent stond.
De geschatte marktwaarde van het oude lichaam werd in mindering gebracht op de
aankoopsom. Verder werd ik nog attent gemaakt op de mogelijkheid van body-lease, waarbij het lichaam juridisch in bezit bleef van het bedrijf, eventueel onderhoud was dan bij de leaseprijs inbegrepen. Met onmiddellijke vervanging van het voertuig bij plotselinge calamiteiten waar ook ter wereld. Ik zag ervan af omdat men levenslang aan zo’n contract vastzit en zelfs langer dan dat.
Bij aankoop kreeg ik een ouderwets zeepje kado, om het lichaam een beetje gevoel van eigenheid te geven, maar lichtte de verkoper toe: ik moest mij wel eerst grondig in en uitleven voor ik de zeep zou gaan gebruiken. Bijkomend in de Airtube stuurde ik mijn vrouw een 3D-maquette van mijn nieuwe voorkomen, binnen tien minuten zou ik in New York zijn. Ik snoof bij aankomst stappend uit de airtube de Amerikaanse lucht diep in, alles rook nieuw met mijn verse neus. Het stonk zelfs een beetje naar nieuwigheid, zoals vroeger een nieuwe auto.

Tegelwijs

Zeker, ik ben ontzettend trots dat ik niet over mij laat lopen, nou ja soms dan…
eigenlijk best vaak…in feite vaker wel dan niet.
Maar goed, ik ben dus niet van de straat, ik ben namelijk van het trottoir, jawel.
In tegenstelling tot wat men denkt ben ik enig in mijn soort,
ook al lijken miljoenen tegels op mij te lijken, even goor en grijs, soit.
Ik eis dat men respectvol stil staat, bij mij als geboren aristocraat.
Van generatie op generatie is het begrip ‘ons soort tegels’ ons met de gouden paplepel ingegeven. Noblesse oblige, ons soort dient het algemeen belang.
Mijn betovergrootvader was ooit stoeptegel op het plein van het keizerlijk paleis,
alle groten der aarde hebben op hem gestaan en geparadeerd, de duurste rashonden
hebben hem rijkelijk bepist, een zaak van eer en historisch besef.
De mensheid staat op de schouders van reuzen, zo leerde hij ons.
Mijn zonen zijn nu nog hardgebakken kinderkopjes, maar later….
Stil…ze liggen hier even verderop onder een laagje zand te slapen.
Mijn vrouw, is een geglazuurde plavuis, stamt uit een oud adellijk geslacht.
Op haar huid is de inscriptie van het familiemotto gegraveerd:

“Wy bekleeden deez’ naeckte aerde,
sonder onsch zoud zy sich schaemen.
Deez’ tegelreyk is gelyck eenen steenen huid
der beschavingh, zy brenght onsch al te saemen”

Siliconen

Er was eens, ooit…ergens in het land van de onwenselijke mogelijkheden een denkbeeldig biggetje van ‘echte’ siliconen. Het was geboren in het befaamde Siliconendal.
Data was een klein rozig varkentje.
Men vond biggetje Data schattig. Het at eerst nog mondjesmaat kleine bitjes met z’n gebitje. Maar onmerkbaar geleidelijk werd het biggetje groter en gulziger. Steeds een beetje meer, steeds een beetje groter. De snuit van Data wroette alles om en vrat ondergronds alles wat los en vast zat, nou ja… denkbeeldig dan.

Zoals bekend zijn varkens allesvreters…big Data was daar geen uitzondering op. Op zekere dag was Data was uitgebroken uit de omheining van het dal, maar de boer dacht simpelweg: Wat maakt het uit, gratis eten scheelt geld en hij mest zichzelf wel vet, op een dag vang ik hem en dan gaat hij naar de slacht. De boer dacht slapend rijk te worden.
Maar het liep net even anders. Big Data werd zo monsterachtig groot dat hij de oogst van de boer opvrat, de kippen en alle andere boerderijdieren. De boer wilde het verwilderde varken nu vangen en slachten, maar de kogels uit zijn dubbelloops jachtgeweer kwamen niet door de massieve vetlaag van Data heen. Ook de boer werd verslonden door het onverzadigbare denkbeeldige monster.
Data had geen rem op zijn groei, een genetische afwijking. Hij vrat de godganse wereld op, kruiwagens, snelwegen, lantaarnpalen, wolkenkrabbers, het hele heelal. Big Data liet een verschrikkelijke boer tegen het einde, tegenwoordig beter bekend onder de naam Big Bang. Het begin van een nieuw heelal.
Toegegeven, dit is wel een erg sterk verhaal. Geloof het of niet maar dit huidige heelal is wel het meest wonderlijke heelal van alle heelallen die ik tot nog toe heb bezocht, een onovertroffen exemplaar.

Reanimatie

De gezworen compagnons kregen onenigheid, over geld. Samen reviseerden ze hoogbejaarde vleugels en piano’s met befaamde merknamen. Als lijk werden ze opgekocht, afgeragd en onteerd, inclusief gescheurde zangbodems, kapotte hamers, rammelende mechanieken. Zij maakten ze weer nieuw en heel, zwart gepolitoerd, nieuwe hamerkoppen, met het beste vilt ingevoerd, nieuwe besnaring.
Hun taakverdeling was niet helder gescheiden, ze overlapten elkaar, ze meenden dingen te hebben volbracht die de ander had gedaan.
De gemoederen bleken onbeheersbaar, de ruzie leidde tot een rigoureuze scheiding. De eiser liet diezelfde nacht nog zijn favoriete drie lijken ontvoeren uit de werkplaats, juweeltjes van authentieke instrumenten, in gereviseerde staat een vermogen waard.
Er volgden vergeefse huiszoekingen, serienummers werd bij of weggewerkt
De ontvoering leek geslaagd en de rekening vereffend.
In het geheim werd er aan de reanimatie gewerkt, door diverse ingehuurde mensen die betaald moesten worden, een fikse investering. Dat gebeurde netjes tot de instrumenten klaar waren.
Men was unaniem lyrisch over het vakwerk. Maar om onbekende reden werden ze geen van drieën verkocht. Geen reden is natuurlijk ook een onbekende reden.
De ontvoerder vond zichzelf een uiterst rationeel, nuchter mens, maar hij betrapte zichzelf op de gedachten dat de drie sublieme vleugels vervloekt waren en dat ze misschien wel helemaal niet gereanimeerd hadden willen worden.
Hij vond dit belachelijke gedachten en toch bleven ze hem bezoeken. Ze leken hem in gijzeling te houden.