Nul


Photo:J.Touw©2018

Wezenlijk draait het altijd om dat wat niet te zeggen valt,
zoals het wiel draait om het lege midden, het nulpunt.
De wereld draait om datgene wat tussen de regels door…
om het half vermompelde woord voor de goede verstaander…
om een onverbeterbaar zwijgen…om het duurzame staren in
een met stomheid geslagen verwondering om dit openbare geheim.
Altijd gaat het om dat wat nooit verwoord kan, toch is dat het enige
wat de moeite waard is om te pogen. De rest is onvermogen:
om er niet te zijn, om niet te blijven, om het geheim niet zelf te leven.
De laatste die hier weg denkt te gaan mag vergeefs proberen om
het licht uit te doen en vergeefs trachten deze ruimte te verlaten.
Het is buitengewoon mooi geweest, alles is buitenstebinnen.

Grond

Mensdom leeft nog altijd in Niemandsland, onder het regime van roofridders
in wolkenkrabbende kastelen.
Echter niemand wil inzien dat Niemandsland echt van niemand is.
Het gewoontespoor van claimen, koloniseren en plunderen is diep ingesleten.
Het ongegronde alleenrecht om te plunderen gaat boven elk dierenrecht.
Wie is er na ‘The Greatest Wars on Earth’ nog sneuvelbereid, om voor een leeggeplunderd, vervuild stuk grond te sterven?
Liever zoekt men nieuwe planeten om nog beter leeg te roven.
Wie niet aan deze juridisch onderbouwde leugen meewerkt wordt als
achterlijke indiaan in een reservaat op z’n best nog even getolereerd,
een laatste Mohikaan, een bezienswaardigheid in het toeristenpark.
Men doet er goed aan zijn bestaansgrond niet op deze aarde te baseren.

Nomade


Dieren wonen buiten, de meesten leven als nomaden.
Ze volgen de oogstroutes die de natuur te bieden heeft.
Onderweg plukken ze fruit, noten, zaden, bonen, knollen, paddestoelen.
Het was ook voor menselijke dieren altijd de meest natuurlijke levenscyclus,
oogsten zonder te zaaien.
Tot mensen zich gingen vestigen en zich grond gingen toe-eigenen,
toen werd de nomade opeens een dief. Dit maakt duidelijk dat eigenaren
dieven kweken. Je steelt land en vervolgens noem je nomaden die de
vruchten plukken crimineel, en bewijs je dat criminaliteit in hun genen zit.
Zo is bezit het begin geweest van de vernietiging van het meest natuurlijke leven.
Aan de eigendomsakte zijn alle persoonlijke privileges juridisch verbonden.
Met die akte leek er een papieren bewijs te zijn dat er echt een persoon bestond
in de bovenkamer.
Wellicht is dit het meest wonderlijke, dat de mens werkelijk serieus is gaan
geloven wat hij zelf op papier geschreven heeft, omdat hij er belang in heeft.

Fantoom

Er is een geluk dat niet toegeschreven kan worden aan ‘iets’.
Je hebt geen idee waarom geluk er is. Geluk is geen object,
daarom helpt najagen van geluk ook niet. Objectloos geluk zou je
fantoomgeluk kunnen noemen. Binnenpret om niks lijkt op een
spookfeestje, niemand is uitgenodigd. Die niemand is heel geestig,
aanwezige afwezigheid speelt het spel van zijn en niet zijn.

Palm

Opeens had de doofstomme jongen mijn arm gepakt
om in mijn lege handpalm te ‘schrijven’. Ik begreep
zijn schrifttekens niet die hij in mijn handpalm schreef,
maar zijn handeling op zich was al van pure poëzie.
Wat als kunst niets is dan raken en geraakt worden…
Wat is er dan geen kunst? Later begreep ik pas dat ik
doofstom was voor hem en onthand bovendien, taalloos.

Hand

Woorden leken op de vingers van een verloren handschoen.
Samen vormden deze lege vingers van leer een zin, een betekenis van
een ding dat verwees naar de echte hand van botjes, vlees en warm bloed.
Een levende hand, een directe ervaring uit de eerste hand.
Nooit zal taal iets anders zijn dan een machteloos tastende handschoen,
een machteloos grijpen naar het ongrijpbare. Schrijven is een falen dat bij voorbaat vast staat, succes verzekerd. Dit toch steeds weer proberen heeft iets heroïsch,
het is de euforie van het vergeefse dat een heel eigen schoonheid in zich bergt.

Enigma


Iets leren is een dingetje, iets afleren is geen dingetje. Enigmatisch simpel.
Afleren is zo moeilijk omdat het te gemakkelijk is, het is geen handeling.
Het is ‘het’ laten afweten, het nalaten van elk proberen.
En als het kwartje valt, raap het niet meer op. Wees dankbaar dat het viel.
Je kunt het toch niet thuisbrengen. En al zou je het kunnen thuisbrengen,
er is daar toch niemand aan wie je het zou kunnen uitleggen, die euforie.

Weer


De weersbeschuldigingen van gisteren zijn vandaag weer eens niet bewezen…hetgeen veel weerzin wekt. De dagelijkse verdachtmakingen aan het adres van het weer moeten altijd eerst eens bewezen worden. Het weer is onschuldig tot het weerbericht bewezen is. Het weer gaat in beroep tegen het weerbericht, dat geen neerslag van betekenis voorspelde. Ze staat sterk in de zaak omdat het evident is dat de voorspelling er gezien de aanhoudende plensbuien er weergaloos naast zit. De goede naam van het weer moet van alle laster gezuiverd worden. Het is wachten op uitslag van het proces. De advocaat van de weerman voert het weerwoord. Zijn verweer is dat zijn cliënt voorspelde uit noodweer. De rechter trekt deze bewering sterk in twijfel en noemt het weerzinwekkend. Voorspellingen zijn voortaan verboden om het weerloze te beschermen. Advies aan de bevolking: ‘Ga zelf de straat op of kijk uit het raam, maar laat het weer daar buiten!’

Mengsel

We leven in een tijd van vermenging, het blendertijdperk. Alles permanent te koop, winteraardbei, zomerspruitjes, alles kan ieder moment genuttigd. Veertiggranenbrood, multivruchtensap, honderdsmakenyoghurt…men pleurt alles gewoon maar gezellig door elkaar, het is weer eens wat anders. Het zal niet lang duren tot de Sinterkersthaas heel het jaar op afroepbasis in zijn leger ligt om te herdenken dat er geen tradities meer bestaan…het hele jaar smaakt het naar speculaas van helaas. Hetzelfde lijkt dan ook weer eens wat anders als het kennelijk steeds verschillend moet zijn.

Borowinak

De Borowinaken, inboorlingen van het Stille Zuidzee-eilandje Borowinak hebben een speciale leefcyclus gecultiveerd, onlangs door antropologen gedocumenteerd.Het concept dood heeft voor hen een heel andere betekenis. Het vooruitgangsconcept kennen ze niet, ze leven cyclisch of in de woorden van het stamhoofd spiralenderwijs…
De Borowinak keert halverwege zijn leven terug tot de moederschoot. Hun levensjaren tellen ze niet. Ze besluiten zelf wanneer de ‘heenweg’ van hun leven klaar is en het tijd is om de ‘terugweg’ te nemen. Dat gebeurt middels labyrintische rituelen, geheime inwijdingen waar ik niet verder over wil uitwijden. Is de ceremonie klaar dan leeft de ingewijde zijn leven terug door al wat hij/zij leerde af te leren. Gedurende deze ‘terugleving’ wordt speciaal versierde kleding gedragen waardoor de medelevers weten dat de betreffende ontslagen is van alle aangeleerde plichten en begeleiding kan bieden. Hun terugreis brengen ze spelenderwijs door. Ze worden met eerbied en ontzag behandeld. Als de babytijd is aangebroken wordt de teruglever tot het begin toe liefdevol verzorgd in een rituele moederschoot van gevlochten riet. Meestal besluiten ze zelf niet meer te eten, teken dat de ‘teruggeboorte’ aanstaande is. In een grot van de ‘moederberg’ wordt de ‘ongeborene’ ondergebracht bij alle andere reisgenoten, dit alles gaat gepaard met een uitbundig feest in de geest der ongeborenen. De antropoloog die dit alles beschreven heeft is na zijn proefschrift teruggegaan naar Borowinak om zich daar te vestigen. Hij wilde liefst meteen met zijn terugleven beginnen.