


De man van de straat zag het even niet neer zitten en liep bij de opticien naar binnen voor een oogmeting.
‘Er mankeert niets aan uw ogen, maar uw geestesoog is zo goed als blind’ ,constateerde de optometrist.
‘Dat kan ik mij niet voorstellen’ ,zei de man.
‘Nee, dat klopt u hebt geen voorstellingsvermogen, geen verbeelding’.
‘Ja, dat klopt wel, ik ben altijd een heel gewone jongen gebleven’.
‘Dat is op zich wel weer bijzonder, maar ik kan u daarvoor geen bril aanmeten’
‘Is er niets aan te doen?’
‘We kunnen u hooguit een hersenspoeling aanbieden, het punt is wel…dat we niet instaan voor het eindresultaat en het kost u …niets…’
‘Ok, maar als het resultaat niet bevalt krijg ik dan niets terug?’
‘Uiteraard, maar als het bevalt zit u er wel blijvend aan vast.’
‘Krijg ik dan nieuwe overtuigingen door die hersenspoeling?’
‘Nee, integendeel, we spoelen alle denkbare overtuigingen weg die u denkt te hebben, om het gat weer vrij te maken.’
‘Het gat? ,dus ik blijf wel met een gat zitten?’
‘Hopelijk wel, als de spoeling slaagt’
‘Hoe groot is de kans van slagen?’
‘Wel, onze spoeling is heel dun, het dunst van alle spoelingen.’
‘….en dan wat moet ik dan met die verbeelding?’
‘Ja, daar kunt u zich nu niets bij voorstellen, maar na de behandeling alles!’


Een van de vreemde conventies in de kunstwereld…alsof er ook nog een echte wereld daarbuiten bestaat?…kennelijk zijn dat toch echt twee gescheiden werelden of willen ze ons dat graag doen geloven…
Die vreemde gewoonte betreft de haakse hoek. Hou je haaks! Waarom moeten schilderijen altijd haakse hoeken hebben en rechtlijnige randen? Waarom geen trapeziumvorm? Vaak is het standaardformaat volgens de gulden snede vastgesteld.
Er is vast wel een gulden snede van de scheefheid te vinden. Ik hou wel van mooie schuinte en glooiende lijnen. Als alle vormen mogelijk zijn waarom zou de kunst zich dan laten bepalen door een ingesleten gewoonte.
Zou de conventie van de haakse hoek wellicht verband houden met de uitvinding van het raamkozijn? Even kort door de kromme bocht: heeft de mens te lang uit het venster gekeken zodat hij een raamwerk in zijn geestesoog ontwikkelde?
Als ik kijk zie ik nooit een raamwerk. Zelfs niet als ik door een klein venster tuur.
De randen van mijn gezichtsveld zijn een soort van vaag ei met diffuse randen.
Maar dat zal wel een oogafwijking zijn. Veel kunst ontstond ten gevolg van oogafwijkingen, dus bevind ik mij in goed gezelschap. Ik weet het niet.

Geschiedenis is meestal de beschrijving van het onwenselijke,
menselijk misverstand en onvermogen, gebeurtenissen die beter
nooit hadden kunnen plaatsvinden. Geluk kent geen geschiedschrijving,
het laat geen sporen na. Geluk is net als gezond zijn zonder noemenswaardige kenmerken, het heeft aan zichzelf genoeg. De geschiedenis van een gelukkig volk
is een ongeschreven boek, er valt te weinig te melden.
Welzijn is de bijl aan de wortel van de geschiedkunde.
Daders schrijven geschiedenis door het doden van ‘de anderen’.
Gelukkigen gaan liever op in de vergetelheid, zij houden van hun eigen
dood alsof het hun enig kind is. Soms kunnen ze zich zelfs verheugen
in die wedergeboorte van het lichaamsloze.
De blik van de jager is wijds. Zo overziet hij het hele gebied.
Zijn oog merkt alleen datgene op wat beweegt.
Wat niet beweegt bestaat niet in het oog van de jager.
Wat is een gedachte anders dan denkbeeldige jeuk in het hoofd?
Sommige ideeën kriebelen echt hemeltergend leuk of irritant.
Dan probeert de geest zich daar te krabben met behulp van een ander idee,
hetgeen weer verse jeuk veroorzaakt. Een heel geestig verschijnsel.
De beste denksels, vaak vraagvormig, kietelen zo erg dat je er niet bij kan.
De hele geest krijgt dan de slappe lach. Het lijkt wel een neuronenfeest van oplichtingen, zo feeëriek. Je kunt niet eens krabben met een andere gedachte want het is nergens niet. De hersenen liggen daarna lam en vredig bij te komen van de stuip. Neem de jeuk serieus, dat geeft de beste lach.
Laten we even terugblikken op jouw jaar waarin je de concurrentie het nakijken hebt gegeven, hoe kijk jij daar nu zelf tegenaan of beter gezegd: op terug?
Ten eerste: ik kijk altijd vooruit…nooit terug, maar je moet hard trainen om geen verkeerde fouten te maken, en zodra je moe wordt van fouten voorkomen doe je iets goed fout, dus moet je die overconcentratie wel ontspannen performen.
Natuurlijk, maar je kunt ook de juiste fout maken op het goede moment, het is allemaal psychologisch spel, maar hoe geef je ze het nakijken?
Kijk luister, als jij de tegenpartij kunt laten winnen, dan heb jij absolute macht over het spel….daarbij, iets kan alleen slagen wanneer het succes heeft….dus je moet de tegenstander voor je laten werken, door hem met één nul voor te laten staan zal hij aandachtstechnisch verslappen en dan sla je toe…twee nul kan ook nog, maar drie nul wordt tricky.
Ja, dus het geheim zit hem in het falen om te verliezen…?
Inderdaad, succes is feitelijk niets anders dan er langdurig maar niet in slagen om te falen…door de omstandigheden uit te schakelen kun je altijd winnen, eigenlijk versla je de omstandigheden…dankzij de juiste tegenslagen te incasseren kun je een effectieve strategie ontwikkelen…het beste plan is je vooraf voornemen om elke moment je strategie aan te passen…
En je coach…is dat een vaste toegevoegde waarde binnen jouw crew?
Ach, het kan geen kwaad en als het ook nog helpt dan is dat beter dan dat het niet helpt en nergens goed voor is.
‘We lezen het milieu kapot, elke gelezen volzin is weer een ademtocht minder voor onze kleinkinderen!’ ,aldus een vermaard cultuurpublicist van het publieke meningencircus, die het begrip ’tsunamisme’ op de kaart heeft gezet…de neiging om alles wat teveel is tot tsunami te bestempelen.
De mensheid wordt doodgegooid met boeken. Door boeken zien wij het bos niet meer. Het bos is gekapt om er boeken van te maken. Wat is een bibliotheek anders dan alfabetisch gerangschikte houtpulp? Er waren ooit schrijvers die sneller konden schrijven dan god kon lezen. Nu verschijnen er meer titels per dag dan god kan archiveren. De angst dat het gedrukte boek zou verdwijnen is een groot fabeltje gebleken. Het aanbod is niet bij te lezen. Dat het boek gepromoot moet worden is natuurlijk een bizarre en overbodige reddingsactie. Alsof je bij een watersnoodramp alle kranen open zet om de vloed een beetje te helpen…omdat de mensen leesdorst hebben. Het boekenweekgeschenk blijkt elk jaar weer het meest ongelezen boek, bij voorbaat ramsjwaardig. Hoeveel bos had er nog kunnen staan als dit jaarlijkse geschenk achterwege was gebleven? Dat de opwarming van de aarde verband houdt met de grootschalige literaire houtkap valt niet langer te ontkennen? We lezen achter de feiten aan dus moeten we kiezen… ademen of lezen.
De cultuurpublicist heeft moeten onderduiken vanwege bedreigingen aan zijn adres.
Sommige activisten hebben al leesvoer over de omheining van het lezersreservaat geworpen.

Volksstammen jagen geluk en vrijheid na omdat ze niet weten wat geluk is.
Dat maakt ze zo onvrij en vatbaar voor manipulatie. Onzekerheid is in de
perceptie van de zoeker dat wat vermeden moet worden om gelukkig te worden.
Wat is er heerlijker dan een autoriteit die zegt wat je moet doen en die je belooft
jou dat te leveren waardoor je gelukkig wordt? De levende werkelijkheid is dat
er geen gebruiksaanwijzing is voor het leven en dat er geen autoriteit buiten jou is
die kan vertellen wat goed leven is. Een ‘users manual’ vernietigt onmiddellijk het
vrij zijn, net als handleeskunde die aan jou voorspelt hoe je leven zal verlopen.
Vrijheid is onzekerheid, het is het vrij zijn van welk concept dan ook, inclusief het concept vrijheid. Gelukkig zijn weet niet wat geluk is, geluk kent geen tweede.
Vrij zijn wil ook zeggen dat er geen zoeker is die een strategie volgt om te krijgen wat ze nodig denkt te hebben. Er is alleen nog vinden. Dat er geen zoeker is wordt gevonden.
Het volgende heb ik ook maar van horen zeggen, dus pin mij hier gerust op vast:
Slechts 0,00001 procent van materie bestaat uit ‘vaste, tastbare’ stof.
De rest, 99,9999 %, bestaat uit leegte. Hoe vast dat ‘vaste bestanddeel’ is is nogal relatief. Vaststellen of het een golf of een deeltje is blijkt al lastig. Hoe tastbaar deze quanta zijn is letterlijk ongrijpbaar.
Om de kleinste metingen te doen is de grootste meetapparatuur nodig. CERN in Genève heeft het grootste meetapparaat. 3000 mensen werken daar permanent aan het meten van vrijwel niets. Er ligt daar een holle donut met een doorsnede van 27 kilometer onder de grond, als een metrotunnel.
Niemand heeft deze veronderstelde deeltjes ooit zelf gezien laat staan vastgehouden.
De hand die zo’n quant zou willen pakken bestaat zelf uit quantumleegte net als de geest die het onderzoekt. Het is de meest onnatuurlijke omgeving ooit om de kleinste ‘bouwsteen’ van de natuur te detecteren.
Het zou mij niet verbazen als de natuur daar ook heel onnatuurlijk op reageert en de meest bizarre fantasiedeeltjes produceert. Waarom? Voor de grap en deels uit verveling. Wat zou jij doen als eenzaam kleinste deeltje, gedwongen om een enkele reis te nemen met de circulaire metro en dan te botsen met een ander? Ik zou heel creatief worden. Wat heb ik te verliezen? Niets?
Niets genereert meer creativiteit dan leegte.

Het onmogelijke staat het mogelijke nooit in de weg, integendeel. Het onmogelijke is juist de mal die alles vorm geeft, door in de weg te staan bepaalt beperking de vorm. Dat klinkt heel dwingend en dat is het ook. Het onmogelijke geeft ons bestaan vorm. En stel dat je die beperkende mal zat bent…laat die mal dan leeg…Wie zegt dat je alles moet opvullen, ben je mal.