Lentetijd

Vandaag gaat de lentetijd in. Spijker de wijzers vast aan de wijzerplaat!
De klok staat dus 24 uur stil. Het schijnt voor onze eigen bestwil te zijn.
Niemand weet hoe het besluit gevallen is. Het voordeel zou zijn dat er geen nadelen aan kleven… 24 uur zwijgt de tijd, daarna kunnen de spijkers er weer uit…of niet, kijkt
u zelf maar hoe laat u het wilt laten zijn. Over invoering van herfsttijd wordt nog nagedacht, ter zijner tijd hoort u hoe laat het dan zal zijn. Tot die tijd: hameren maar!

Hek

Sta je wel aan de goede kant van het hek? Heeft een rivier geen rechten?
Heeft een bos geen juridische status? Heeft een vervuilde zee geen recht op rechtsbijstand? De lichamelijke integriteit en waardigheid van dieren is juridisch slecht gewaarborgd. Bij insecten denkt men al snel aan ongedierte, vooral waard om grondig te worden uitgeroeid. Het hek is zelf de ziekte, een illusie waarmee we ons denken te beschermen. Bescherming is wat ons het meest bedreigt.

Laatst

Mijn vader liep op zijn laatste benen. Hij deed alle dingen voor het laatst…een laatste peer…een laatste gebakje…een laatste vis. We bezochten ook zijn laatste museum.
Oud, met een glazen oog, schuifelde hij onzeker aan mijn hand langs de meesterwerken, met zijn hoedje op. Ik probeerde hem op ‘Breughels Toren van Babel’ te attenderen, maar hij zag waarschijnlijk al niets meer van de details. Hij keek niet meer op van een meesterwerkje meer of minder…tot wij al voortsloffend langs een zwartleren museumbank schoven. Opeens leefde hij helemaal op.
‘Hee, kijk nou… een bank…!’
Alsof het om het meest exclusieve topstuk uit de museumcollectie ging.
‘Zullen we even gaan zitten?’ ,wilde ik voorstellen, maar hij zat al…met zijn elleboog op de leuning zijn hoofd ondersteunend. Ik keek even rond of ik mijn vrouw ergens zag tussen de bezoekers. Toen ik weer opzij keek zag ik hem slapen, met diepe zuchten.
Mijn vader was zelf een museum met een heel particuliere collectie beelden in zijn bovenkamer. De zwartlederen bank was het laatste kunstwerk dat mijn vader in zijn collectie opnam. Het maakte zijn verzameling compleet. Niet lang daarna overleed hij, uitverzameld. Vaak denk ik aan hem als ik een zwartleren bank zie, daarna zie ik de Toren van Babel voor mijn geestesoog gebouwd worden. Die bouw blijft eindeloos voortduren.

Roerijzer

Vele mensen vragen zich al jaren af: ‘Wat heeft een helicopter te maken met een suikerklontje?’ Die vraag is zowel begrijpelijk als heel legitiem. Iedere belastingplichtige burger zal zich dat vroeg of laat afvragen. Welnu, een helicopter geeft panoramisch overzicht. Afstand maakt het geziene schijnbaar tot object. Hoe meer afstand, hoe ruimer het gebied in beeld komt. Het suikerklontje biedt een totaal andere benadering van het geheel. Ze lost erin op om het te leren kennen. Het klontje gaat helemaal op in de directe ervaring van het gebied. Alle afstand verdwijnt. Ze wordt alles door in het subjectieve te verdwijnen. De helicopter staat voor de objectieve ervaring die je hebt. Het suikerklontje staat voor de subjectieve ervaring dat je bent. Het verschil tussen hebben en zijn. Bij het hebben is er een iemand bij betrokken. In het zijn is er slechts een vage sensatie van zoetheid.
Wat wel handig is: 1) een lepeltje dat af en toe roert. 2) gooi nooit een suikerklontje in de tank van een heli.

Tip

David Attenborough laat de albatros zeilen boven de oceaan, moeiteloos zwevend zonder vleugelslag. Soms daalt ze tot vlak boven de zeespiegel en vliegt dan schuin om haar vleugeltip door het water te laten glijden als wit zwaard van een zeiljacht. Waarom? Wil de vleugel even voelen of het water al handwarm is…? Van waar dit gevederde gebaar? En aan wie gecommuniceerd? Deed ze het voor de camera? Een zeven jaar durend ethologisch-onderzoek zal uitwijzen: uit vreugde, voor de lol. Vroeg of laat gebeurt iets omdat het kan. De eerste keer is het (gelukkig) zonder betekenis. De tweede keer ziet de mens een herhaling, de derde keer denkt de mens een patroon te zien. Het is de albatros om het even. Zomaar even direct contact met de zee van mogelijk heden. Voor David doet ze alles.

Resten

De sloop van het verwoeste…
Op de heuvelachtige berg van het toeristenstadje staan de schamele resten van een ruïne. De locale middenstand wil het kasteel herbouwen, als trekpleister op de ‘wond’. Dit stuit op verzet van historisch besefdragers. ‘De ruïne zou onherstelbaar beschadigd worden door herbouw’ ,aldus het ruïne-comité. Voor en tegenstanders zoeken een compromis dat beide principiële standpunten constructief zal slopen.
De ruïne is een monument voor de vergeten geschiedenis, om de herinnering aan het zwakke geheugen levend te houden. We mogen nooit vergeten dat we maar zo weinig onthouden. Het geheugen is slechts een ruïne van de alomvattende werkelijkheid.

Stank

Always look on the bright side of life, for heavens sake.
‘Kijk eens naar die prachtige kleuren aan de hemel, mijn kind.’
‘Vergeet maar even dat ze ontstaan door de luchtvervuiling….nee, wat zeg ik, dankzij de luchtvervuiling, negeer de stank en geniet van de kleuren.’

Think positive, ignore the negative…a smile sells better!
Positief denken maakt meer kapot dan algemeen gedacht wordt.
Het lijkt zoiets moois, zo positief, maar het is meestal een gladde strategie om de ongemakkelijke werkelijkheid niet te moeten zien, laat staan erkennen.
De negatie van gebeurtenissen uit het verleden heeft altijd een beslissende invloed op het heden.
Vergelijk het met een familiegeheim, bv; een dood kind dat verzwegen wordt.
Het geheim in het gezin is permanent voelbaar, de spanning te snijden.
Degenen die onwetend gehouden worden lijden dagelijks aan die spanning,
zonder te weten waarom ze voelen wat ze voelen, hun directe ervaring wordt ontkend. Het is een beproefde methode om mensen gek te maken.
‘Je ziet dingen die er niet zijn!’

Als dit op microschaal al zo werkt, hoe werkt dit dan door op de macro-schaal van bv; een volkerenmoord? Zonder erkenning van de werkelijke geschiedenis kan er nooit voortgang worden gemaakt. De stank van de leugen blijft hangen. Een land dat zo met zijn onverwerkte verleden omgaat maakt zijn bevolking geestelijk ziek. Positivity stinks.

Kind

Elk Kind wordt als indiaan geboren. De definitie van indiaan is simpel: Natuurmens.
Direct na de geboorte wordt het al vervreemdt van de eigen natuur.
Het leert zorgvuldig om niet naar het lichaam te luisteren, om het te wantrouwen.
Het Kind wordt verteld dat het geen ziel heeft, dat de natuur iets is om te onderdrukken, te overheersen, uit te baten als een kolonie.
Het Kind komt sowieso al in het reservaat ter wereld en dat reservaat is in alles het tegendeel van natuurlijk. Het Kind leert luisteren naar het kunstmatige, het wordt subtiel geforceerd dingen aan te leren die tegen zijn natuur in gaan. Het leert strategieën die zouden helpen om te overleven. Het leert een heel speciale geschiedenis over zijn voorouders die vertelt:
“Luister nooit naar een indiaan, want in de geschiedenis heeft nog nooit iemand geluisterd naar wat een indiaan te zeggen heeft, want indianen hebben niets te zeggen in deze ‘nieuwe wereld’ ,als ze wel iets te zeggen zouden hebben dan zouden ze het wel hebben gezegd…ze hebben geen geschiedschrijving, er is ons niets over bekend……!”
Na deze opleiding wordt het Kind gedwongen eenzijdige afspraken te ondertekenen, die hem verder dresseren, om hem af te richten op een koloniale maatschappij waar hij als een voorlopig bruikbaar radertje in mag gaan meedraaien op de plek die voor hem wordt bepaald. Levenscyclus voltooid.
Kijk naar de natuurvolken die het onmogelijk gemaakt wordt om nog volgens hun eigen natuur te leven, daar is zelfmoord onder jongeren de belangrijkste doodsoorzaak. De jeugd die voor koloniale terreur vlucht zoekt verdoving voor de pijn van het vervreemd zijn. Het Kind raakt verslaafd aan verdoving, drank, drugs en antidepressiva
Deze indianen bevolken onze wereld. Je hoeft niet ver te zoeken in de spiegel.
Het Kind is de laatste indiaan in ieder mens.

Diep

In Llasha steken jonge monniken zichzelf
in brand als laatste geweldloos statement.

Honderachtenvijftig bodhisattva’s verlieten
deze doofstomme, blinde, vereelte wereld.

Zelfs Lama’s staan machteloos tegenover
zoveel vastberadenheid en doodsverachting.

Ik kan niets dan diep buigen voor deze ongeboren
Boeddha’s , voor de lichaamsloze staat van zijn.

Naam

Zodra iets een naam krijgt lijkt het echt te bestaan. Dat is een wonderlijk gegeven. Naam schept de waan van werkelijk bestaan. Zelfs bij tastbare dingen is een naam
niets meer dan een afspraak. Het gebruiken van die naam geeft een misplaatst
gevoel van grip, van begrijpen. Hoe meer mensen het zo noemen hoe meer grip er
lijkt te zijn. De illusie van begrijpen wordt zo versterkt.
Sommigen worden helemaal wanhopig als ze iets niet begrijpen. Pas wanneer je ze duidelijk maakt dat er niets te begrijpen is maar dat het slechts een gemeenschappelijke afspraak is die je kunt aannemen kunnen ze het loslaten.
We begrijpen dan waar de woorden naar verwijzen, maar datgene waar het woord naar verwijst begrijpen we meestal niet. Wat is begrijpen?
Wat het ook is, taal is geen hand die werkelijk grip kan hebben op het ontastbare.
Het tastbare is leuk speelgoed, maar het draait altijd om het ontastbare.