Mentarium

Zoals er een aquarium bestaat voor vissen en andere natte dieren,
zo is er een terrarium voor hagedissen, slangen…droge dieren.
Het ‘mentarium’ is veel minder bekend hoewel ieder mens er een
in beheer heeft in meer of minder bevolkte mate.
Het mentarium is een denkbeeldige vergaarbak van schijnbaar levendige ideeën,
denkbeelden, verbeeldingen, obsessies, overtuigingen…dat soort virtuele
populaties. Het is overwegend donker in de bak, ‘vele schijnbaren’ kunnen
het daglicht moeilijk verdragen. Maar het merendeel wil gezien en gehoord
worden. Ze worden gevoerd met aandacht.
Dode dingen zijn uiteraard aandachtsverslaafd, dat is begrijpelijk.
Ze willen ook een beetje bestaan, een kwestie van een graantje meepikken.
Onderling is er dus een enorme concurrentiestrijd om aandacht. Ze verdringen
elkaar, vreten elkaar soms op zodat er enorme ‘containerbegrippen’ ontstaan.
De aandachtsfocus van de mens is het gaatje in vergaarbak van het ‘mentarium’
door dat gaatje kan er steeds één schijnbare ontsnappen en in de fysieke wereld
komen waar het zich onmiddellijk wil realiseren. Het wil waargemaakt worden…
dat wil zeggen: een lichaam krijgen…in welke vorm dan ook, een boek, een object,
een ritueel, een gebouw, een gedicht, een muziekstuk…
Ook al heeft het schijnbare een lichaam verworven dan nog blijft het totaal afhankelijk van aandacht om te leven te komen. Ik ken iemand die slechts één gedachte koestert in zijn verder lege mentarium. Het betreft een gedachte die niet van denken houdt. Hij klaagt erover dat hij aan niets anders meer kan denken. Die ene dode gedachte lijkt uiterst levend door al die aandacht.

Terrarium

Niemand had het zien aankomen. Het leek in alles op het gewone, vertrouwde journaal.
De nieuwslezer, icoon van het journaal leek op een fossiele saurus, zijn bruingebronsde huid glom onder de felle studiolampen…als in een terrarium.
Tegen alle regels van discretie en objectieve afstand in las hij onaangekondigd een verklaring voor. Met dezelfde onaangedane neutrale blik en emotieloze dictie als we zo van hem gewend waren:
“Geachte landgenoten, ik heb er na jaren trouwe dienst schoon genoeg van.
Ik ben het meer dan spuugzat, dit is geen wereld meer maar een smeulende puinhoop. De ene stupiditeit verdringt de vorige idiotie van dit brandpunt van de dag, Het is elke dag waandag. Dit is geen samenleving maar een individuele burgeroorlog. Een open inrichting met zieke geneesheren…”
De anchorman nam een slokje water.

“Of het nu gewapende conflicten zijn, onnodige hongersnoden, neokoloniaal roofkapitalisme, nieuwe dictatortjes in een bananendemocratie of door de mens veroorzaakte natuurrampen, gifschandalen, uitstervende diersoorten…noem het maar op. Het is een mechanische herhaling van dezelfde zetten…
één ding is mij glashelder geworden:
“Wij zijn een ecologische ramp voor deze planeet…”

Het restje water in zijn glas goot hij weg bij de plastic studioplant.

“Maar… ik stop ermee. Ik ga deze planeet verlaten en kom pas terug als deze chaos hier een beetje terug in de natuurlijke orde is gebracht. Er is niet meer op te lezen tegen deze ellende. Dan zitten jullie voortaan maar zonder nieuws….”

Onafgebroken bleef hij strak in de camera kijken, hypnotiserend.
Er ontstond wat gestommel achter het decor en er liepen mensen achter zijn net nieuw vormgegeven presentatiedesk, tot in een flits het hele beeld op zwart ging.
De hele zender uit de lucht. Alsof er zojuist een staatsgreep was gepleegd.
Een duister terrarium.

Nieuwe bel

Er werd (ding-dong) aangebeld, we hadden bij SushiKing besteld…gretig opende ik de voordeur, en stond oog in oog met een zelfmoordcommando, ik herkende hem meteen aan zijn aangegorde bomgordel. De jongen keek erg bedremmeld en tegelijk met panische urgentie.
Of hij, in gebroken Engels, even van het toilet gebruik mocht maken…hij zou ons eeuwig dankbaar zijn, eternally gratefull…het was dan wel in de baas z’n tijd…maar het kon nog lang duren voor hij nadere orders zou krijgen…hij wees op het trekkoordje dat voor zijn buik bungelde.
Een mens in hoge nood weiger je niet, ik wenkte hem monter mee naar de toiletruimte in onze gang, opende de deur. Dankbaar buigend ging hij omzichtig naar binnen om nergens tegen te stoten en draaide het wc-slot op bezet.
Het bleef lange tijd muisstil…ik wachtte op de gang luisterend naar mijn knorrende maag totdat het slot van bezet naar vrij gedraaid werd. Nogal wanhopig en bijna smekend keek hij mij aan. Het ging zo niet… impossible …hij kon het gewoon niet met die gordel om…of ik niet even het slotje op z’n rug wilde openen, daar kon hij zelf niet bij… dan kon de gordel even af.
Waar blijft de Sushi? ,dacht ik ongeduldig…ik had trek, vooral de lauwwarme Godzilla’s…maar de leveringstijd was nog niet voorbij. Ik hielp hem uit zijn bomcorset te wurmen. Man, zei ik bezorgd, dat ding zit toch ook much to tight…dat knelt toch de hele zaak af, logisch dat het niet lukt. Wild gebarend stapte hij uit de gordel het toilet weer in en sloot af. Daar stond ik plots met die hele bomgordel voor mijn voeten, het zag er trouwens goed uit…stond keurig rechtop, professioneel…mooi afgewerkt…geen losse draadjes. Binnen het toilet klonk er gedruis, gestommel en een zucht van verlichting waarna het weer langdurig stil bleef.
Ik kon de digitale keukenklok horen tikken… Onze nieuwe dingdong-deurbel ging af. De Sushibezorger met z’n onverwoestbaar oosterse glimlach liet mij de rekening zien en overhandigde mij het doorzichtige pakket rijsthapjes, lauw warm.

Gaandeweg

Bestaan is die uiterst trage sport, met hoogstbejaarden als gammele topatleten. Een marathon zonder stop, die het alleruiterste vraagt van degenen die het langzaamst op kop gaan. Bestaan is duurzaam voortbestaan, een afvalrace. Het meest eenzame is aan de top voort bestaan. Onverwoestbaar zijn is de heilige graal. Wie het langst blijft voortduren wint door te verliezen. De gedoodverfde winnaar verliest gaandeweg alle anderen. Wie niet tegen veel verliezen bestand is ziet zich genoodzaakt de anderen te laten winnen.
Het lichaam is een verloren zaak, slechts een voertuig voor de geestige geest. Deze geestige reed al menig karretje in de prak maar weet gelukkig steeds weer een nieuw model op de kop te tikken. Het hiernumaals is overigens een prima dealer, de geest is hier koning.
Men rijdt op aarde het liefst in een standaard model rond. Het klassieke model is blijvend in produktie…in allerlei kleuren, maten en vormen verkrijgbaar. Het voertuig word je zonder rijbewijs aangeleverd…en zonder gebruiks-aanwijzing…. dat moet je gaandeweg jezelf aanleren.
Maar, je groeit erin…op… naar de top.

Asiel

De hond zwierf rond op zoek naar een baasje om uit te laten. Hij bezocht de bazenasiels en opvangcentra voor moeilijk bemiddelbare baasjes. Het moest vooral geen rasbaas zijn. Nee, alleen een bastaardbaas die niet was doorgefokt, een baasje met een meegaand karakter. Geen jachtige baas, geen waakbaas, geen vechtbaas maar gewoon eentje die lekker rook en die je los kon laten lopen. Kort of langharig maakte niet uit, maar wel een beetje volgzaam graag, want dat was toch wel een dingetje tussen hond en baas…wie volgde wie nou eigenlijk? De hond was er van overtuigd dat hij een veel betere neus voor richting had in het leven. Bazen gingen meer af op wat ze zagen of nog erger, wat ze dachten te zien. Bij nader inzien, dit alles overmijmerend besloot de hond dat een blinde baas misschien nog de beste keuze was. Een blinde geleide baas. De hond legde z’n kop op zijn voorpoten en wachtte af in het vertrouwen dat de geschikte baas op z’n pad zou komen. Hij zou ertegenaan lopen, over hem struikelen.

Boom

Wie iets niet weet kan er altijd nog over gaan speculeren.
Een hypothese is een boom die binnen een oogwenk is opgezet.
Een kerstboom optuigen is meer werk. Als de boom staat kun je
bewijzen gaan verzamelen om de stelling te bewijzen.
Die verzamelde ballen hang je vervolgens netjes in je boom.
Het is ontroerend hoeveel welwillende bewijzen zich spontaan
melden om je bewijsvoering rond te krijgen, ballen te over.
Als je je theorie rond hebt dan denk je iets te hebben begrepen,
dit verschijnsel noemt men verlichting. Deze verlichting hang je
eveneens in de boom. Als laatste plaats je je eigen naam als een piek
er bovenop. De realiteit is echter iets anders dan een concept…
Daar is een permanente kerstbomenoorlog gaande om achterhaalde
hypotheses waar een vreugdevuur van gestookt wordt.

Taalzang

Vogels zijn muzische wezens, fonetische poëten.
Nachtegalen drukken zich uit in tweehonderdvijftig verschillende klanken.
Dat zijn er veel meer dan in welke menselijke taal ook.
Vergelijk het met lettergrepen. Met die lettergrepen zingen ze honderdtachtig verschillende strofes, in talloze variaties, woorden die zinnen vormen.
Tot nu toe neemt men aan dat vogelzang louter en alleen een verleidingsfunctie heeft in de evolutie. De mannetjes die het mooiste, meest origineel, meest gevarieerd fluiten mogen zich bij het vrouwtje voortplanten. Het vrouwtje is haar eigen ballotage-commissie. Zingen staat dus niet alleen voor muzikale kwaliteit maar kennelijk ook als een vlag voor alle beste eigenschappen die een vogel zich kan wensen. Bij mensen is dat zeker niet het geval. Een menselijk dier dat prachtig schildert of muziek maakt kan een hork zijn en een monster als echtgenoot.
Maar het zou ook heel goed kunnen, gezien de enorme rijkdom aan uitdrukkingsmogelijkheden bij de Nachtegaal dat vogels elkaar letterlijk met hun zangtaal allerlei verhalen op de mouw spelden, zoals mensen dat doen. Bijvoorbeeld een vogelheldenepos waar zijzelf en hun voorouders de hoofdrol in spelen… of een lyrisch gedicht over het vrouwelijk vogelschoon…of geroddel over de andere dieren in het bomenbos. Het is een leuke hypothese. Opwindend om over te speculeren, omdat we zeker nooit zullen weten hoe het werkelijk zit. De Koekoek vertelt natuurlijk een heel ander verhaal dan de nachtegaal. De grootste oplichter en hork uit het vogelrijk zegt: neem mij, ik ben de beste oplichter, lui, onbetrouwbaar en vilein, dat hoor je aan mijn meest lullige liedje ooit.

Exo

Opeens verlangt men naar buitenaardse intelligentie.
Te weinig van die intelligente grondstof op aarde?
Hoopt men op een slimme exoplaneet…
mijnbouw om hoogintelligent spul op te delven?
Onze arrogante vuile hand overspeeld?
Nu het water lipwaarts stijgt hopen op buitenaardsen,
verlangen naar een wijze interventie van hogerhand?
Historie leert dat we onze verlossers om zeep brengen
om vervolgens nog harder te verlangen naar verlossing.

Of is het nieuwsgierigheid naar meest vreemde?
Wat insinueert dat de mens zichzelf nu wel zou kennen…
en uit verveling wel eens iets anders wil ontmoeten.
Het feit is: de mens kent zichzelf in het geheel nog niet.
Hooguit kan hij wat zelfbedachte namen reproduceren
die hij eigengereid op elke buitenhuid heeft geplakt…
wat zelfverzonnen begrippen die hij denkt te begrijpen.
Innerlijke werelden wordt gemeden als de pest.
Het lijkt zichzelf innerlijk liever niet te willen kennen.
Welk dier leeft zo vervreemd van de eigen natuurlijke staat?

Gezegend, de nooit onontdekte diersoorten en plantaardigen.
Anoniem zijn en blijven is hun openbaar geheime Paradijs.
Ook alle buitenaardsen wens je toe om onontdekt te blijven.
Niet opgezet in het museum of gedetineerd in een dierentuin.
Niet als proefwezen geëxploiteerd of massaal gefokt als goedkope proteïne.
Mochten er zich ergens buitenaardse intelligenties bezinnen op wenselijk contact
dan mijden ze wijselijk de aarde als een strafkolonie voor vreemdsoortigen.

Riem


Je hebt geen opleiding genoten. Ben je daardoor zo breed ontwikkeld,
dat je nu een broekriem met elastiek erin draagt, bij wijze van maatstaf?
Dankzij het feit dat je van niets wist kon nieuwsgierigheid tot ongekende hoogte opbloeien. Je hebt geen vak geleerd vandaar dat je van vele markten bent thuisgeraakt. Eenmaal thuis hanteer je wel vaste maatstaven en strikte criteria voor ieder fenomeen of specifieke situatie. Elke ‘vaste’ maatstaf heeft flexibele hulpstukken om het criterium toepasbaar te maken.
In je opgeruimde geest ligt een enorm assortiment aan maatstaven te wachten op gebruik. Soms maak je ter plekke een passende maatstaf als het een uitzonderlijk voorval betreft. Dit komt vaker voor dan soms, eigenlijk vrijwel altijd.
Het enige criterium is van nature universeel en instelbaar op elke denkbare maatvoering, zoiets als een broekriem met elastiek erin. Uiteindelijk draait het allemaal om verhoudingen en proportionaliteit.
Nu zijn er mensen die jouw maatstaven nogal relatief vinden. Daar geef je ze graag en ruimhartig gelijk in. Zelfs zijn er bij die jouw wijdse criterium uiterst rekbaar vinden en derhalve nietszeggend.
Ook dit laatste geeft je ruiterlijk toe, evenwel gepaard gaand aan de constatering dat het dan toch maar is vastgesteld dat iets nietszeggend is en dat het daarmee niet onopgemerkt is gebleven.
Nietszeggendheid vormt immers de maatstaf en achtergrond van welke betekenis dan ook. Zonder nulpunt geen maat.
Het leven is niet hard. Evolutie is uiterst rekbaar en flexibel, vandaar dat maatstaven dat ook moeten zijn.
Zo krijg je rekbaar begrip en plooibaar inzicht. De wet van evolutie is niet keihard, ze is te beschrijven als
het volgen van de beste gewoonten, met die vrijheid om zelfs de beste gewoonte aan te passen als de situatie dat vereist.

De zaak Franz K.

Verdachte Franz K. werd voorgeleid door de openbaar aanklager van het hooggerechtshof, departement Verjaarde strafzaken. De Openbaar Aanklager nam het woord:

“De verdachte wordt tenlastegelegd zijn verjaardag met voorbedachte rade te hebben laten verjaren en dat wel over een periode van 30 jaar…”

“Wat is daarop uw antwoord, meneer K.?”

“ Edelachtbaar Hof….Ik zou Franz K. niet zijn als ik deze feiten zou ontkennen, toch ben ik genoodzaakt de gehele tenlastelegging te ontkennen…mijn lichaam mag dan weliswaar geboren zijn, het inwonend bewustzijn is dat echter niet…Sedert 30 jaar vier ik het dagelijks het eeuwige op elk beschikbaar moment en niet het tijdelijke verjaren van dit onderhavige lichamelijke voertuig…”

De rechter had het verweer met zichtbare ergernis aangehoord en wreef de verdachte K. zijn schuld wegens nalatigheid nog eens uitvoerig in:
“U hebt, lees ik hier, dertig jaar lang uw medemens feestvieringen ontnomen door u te onttrekken aan de wettelijk vastgestelde fysieke twaalfmaandelijkse verjaringstermijn! Eveneens…stelselmatig geweigerd om diverse onuitgenodigde gasten te trakteren op koffie met gebak of andere vormen van vertier…daarbij opzettelijk geen kado’s willen ontvangen hetgeen een klap in het gelaat is van iedere gulle gever…”

Op deemoedige toon nam K. het woord.
“Het spijt mij edelachtbare, maar ik moet bezwaar aantekenen tegen de wettelijke verplichting die het verjarende burgerlichaam dwingt om dit periodiek te vieren en te befeesten…”

De rechter onderbrak het verweer en schudde wijselijk zijn grijze hoofd en oordeelde:

“Verdachte K. luistert u eens goed, die wet is er niet voor niets, bovendien met meerderheid van stemmen aangenomen. Wie bent u om de grondwet van dit land zo flagrant te ondermijnen? Let evenwel op uw woorden en neem in acht dat we u op heterdaad betrapt hebben op uw geboortedag, geheel in afzondering in het bos om elke denkbare gast te vermijden.
De rechtbank acht de gepleegde feiten als bewezen. De straf die de rechtbank u oplegt is een door u te organiseren feest in het hoofdstedelijke voetbalstadion zodat alle onuitgenodigden van de afgelopen dertig jaar gecompenseerd kunnen worden, de duur van de viering is vastgesteld op een hele week. De strafmaat moet worden begrepen als een genoegdoening aan de gedupeerden voor gederfde feestelijkheden…”

Verdachte Franz K. bleef stil na dit verpletterende vonnis… maar hernam zich:
“Wat als ik weiger… wordt de strafeis dan omgezet in onvoorlopige hechtenis?”

“Absoluut!” ,dreigde de rechter.

“In dat geval, zit ik graag mijn straf uit…echter…op strikte voorwaarde dat ik geen bezoek mag ontvangen…” ,stelde K. vrijpostig voor.

De rechter greep naar zijn hoofd en verzuchtte:
“Het Hof gaat in Hoger Beroep…u bent nog niet jarig, verdachte K!”
Waarop K. geboeid werd afgevoerd naar zijn cel.