
Kameleon had iets vernomen…van een vage kennis horen zeggen…over iets dat ‘Heelal’ zou heten…het zogenaamde Heelal was zo boeiend…erg meeslepend, betoverend…huiveringwekkend en adembenemend subliem… onvergelijkbaar met wat dan ook!
Kameleon kende alleen zijn directe omgeving waar hij zijn kleur op kon afstemmen… het heelal leek hem dus wel wat…
Zoiets wilde hij ook wel eens zien, meemaken, zelf beleven vastpakken…en misschien wel hebben. Het was hem duidelijk gemaakt dat het Heelal nogal immens was… , dus
besloot hij naar groothandel Hol&Vol te gaan die de ruimste sortering van wat dan ook op voorraad had.
Traag en gestaag ging Kameleon op pad met zijn bekende heen- en-weergang, kruislings twee poten verzettend, achteruit schommelend, dan voorwaarts de andere twee poten. De hele reis duurde ongeveer een jaar…en waar hij ook langs kwam verschoot hij in dezelfde kleur als de omgeving…als een onzichtbare reiziger. Hij zag vele andere wezens onderweg, begroette ze, maar niemand zag hem vanwege zijn schutkleurigheid.
Onderweg mijmerde hij ontspannen en vol verwachting over hoe het heelal er uit zou zien…hoe heelal aanvoelde…hoe het zou ruiken, smaken en of het zou klinken..?
Toen hij eindelijk aankwam bij groothandel Hol&Vol belde hij aan bij de gigantische loods.
Een muisgrijze olifant die daar magazijnchef was deed open, keek uitgebreid om zich heen maar kon niemand ontdekken in de schutkleurige omgeving..en sloot verwonderd de deur. Even later ging weer de bel. Dit keer hoorde hij een stem die vroeg: “Ben ik hier aan het juiste adres voor een heelal?, ik ben de kameleon!”
Nu begreep Olifant waarom hij niemand gezien had en vroeg of hij misschien even muisgrijs kon worden. Uiteraard, zei kameleon, en nam onmiddellijk de kleur van olifant aan.
“Zo, u ben dus op zoek naar een heelal, begrijp ik…
Kameleon knikte gretig instemmend.
“Wat voor een heelal had u dan in gedachten…een tweedehands exemplaar, een verse, een denkbeeldig heelal, een opblaasbaar speelgoedheelal…makkelijk mee te nemen op reis of…?
“Ach, zegt u het maar, wat is volgens u het beste heelal?”, vroeg Kameleon, “u kent ze vast als geen ander!”
“Wel, om vrolijk te zijn…ik ken geen beter heelal dan dit ene heelal waar alle andere heelallen precies in passen”, sprak olifant luchtig op gewichtige toon.
“Ach, wat geweldig, die zou ik nu wel eens willen zien?”, zei Kameleon terwijl zijn staart oprolde.
Olifant verdween niet in het enorme magazijn achter hem, maar stapte naar buiten…
“Kijk maar om je heen”, zei Olifant met een wijds gebaar van zijn slurf.
“Waar dan?”, vroeg Kameleon.
“Waar niet?”, vroeg Olifant met een brede glimlach.
Kameleon bleef overal om zich heen kijken terwijl zijn huid doorlopend van kleur verschoot…hij kon dat alles niet bevatten en verzuchtte: “Ik weet niet waar ik moet kijken”
“Ach, weet je” , sprak Olifant, “Het beste Heelal is een beetje zoals u, het neemt precies de kleur aan van de hele omgeving…daarom lijkt ze onzichtbaar”
Ze bleven een hele tijd stil rondstaren tot Kamelon zei:
“Nou, doet u mij dan toch maar dat opblaasbare heelal…”
“Zou ik ook doen”, zei olifant, je wilt een heelal natuurlijk wel mee naar huis kunnen nemen”
Olifant verdween in de loods en kwam terug met een handzaam pakketje.
Kameleon trok zijn bedenkelijke ‘Wat-kost-dat-gezicht’.
Olifant gaf het met een royaal gebaar aan Kameleon met de mededeling:
“Heelallen zijn nu eenmaal gratis, veel plezier ermee…het ontvouwt vanzelf als u thuis bent en niet te hard blazen hoor”.
Kameleon vertrok opgetogen. Later in het jaar zat Olifant voor de loods uit te rusten, turend in de verte waar hij een doffe plof meende te horen.
Filosofabels
Mol
De blindgeborene kon dankzij nieuwe technieken worden geopereerd om alsnog te kunnen zien. Aanvankelijk twijfelde hij, maar door de belofte van gouden bergen stemde hij er in toe. De operatie verliep vlekkeloos. Chirurgen waren trots op dit staaltje van technologie. De voormalige blinde raakte totaal in verwarring toen hij voor het eerst de omgeving zag, felle indrukken van het daglicht waren niet te verdragen, de hersenen slaagden er niet in om er een coherent beeld van te maken, te heftig en te talrijk. De hersenen waren nooit op zoveel visuele informatie afgestemd. De medische staf drong toch aan om te blijven oefenen om aan het zien te wennen. Hun reputatie stond op het spel. Van hun eerste patiënt verwachtten ze een succesverhaal om mee te pronken. Tegen de verwachting in kwam hij in verweer:
“Ik leef liever met een zonnebril op achter gesloten gordijnen om innerlijk beter te kunnen zien…ik wil mijn rijke innerlijke leven niet opgeven voor de in mijn beleving oppervlakkige wereld van het zien….Waarom is het zo moeilijk om de perfectie van een mol te zien…om te zien dat een mol geen gemankeerd mens is, maar juist perfect is toegerust voor zijn eigen unieke leefwijze…? “Toch ben ik dankbaar voor de operatie, want zonder dat had ik altijd het idee gehouden dat ik iets miste…nu weet ik dat het net zo goed andersom zou kunnen zijn…dat de ziende mens iets mist door voorbij te kijken aan het innerlijk zien”
Het mogelijke was onwenselijk gebleken.
Vooruitgang kon kennelijk ook achteruitgang betekenen in de ogen van sommigen.
Wit
‘Wit Vierkant’ was een van de meest iconische moderne kunstwerken.
Een witte stip aan de horizon van de kunstwereld, daar moest het moderne leven heen, ooit. Een radicaal abstract statement. Door de jaren heen werd het moderne werk steeds ouder, het droogde uit. Het eens zo stralend witte oppervlak craqueleerde steeds meer. Het publiek ging figuratieve motieven zien in de aderachtige scheurtjes. Tot grote ergernis van kunsthistorici die het werk beschouwden als een finaal eind of beginpunt van de moderniteit. Er kwamen door de adertjes kleuren bloot die tot dan toe in de onderlaag verborgen waren gebleven. De restauratoren stonden voor een weerbarstig dilemma. Wat moesten ze doen om dit kunstwerk te dienen, om de kunstwereld tevreden te houden en de kunsthandel niet onderuit te halen?
Het vlak met loodwit dichtpleisteren…of het origineel zo laten verweren dat het niet meer op het oorspronkelijke origineel leek?
Na uitgebreid röntgenonderzoek en verfanalyses werd besloten om een exacte replica te maken, zelfs het reliëf van de penseelstreek werd gescand en geprint.
Zo moest het werk er destijds hebben uitgezien toen het een schok teweegbracht.
Een eindeloze discussie over originelen en authenticiteit brak los.
De twee werken dreven elkaars prijs op. Het leek erop dat de hoogste bieder de discussie moest gaan beslechten.
Gloei

Het sneeuwde permanent vlokken verklaringen
op de godgloeiende plaat van het mysterie.
Toch koelde het onbegrijpelijke niet af, integendeel.
Het ongrijpbare leek er van te groeien.
In de donkerste nacht was het gloeien het best waar te nemen in al z’n pracht. Het leek nog het meest op een raadselachtige glimlach, maar dan één zonder gezicht.
Sommigen zochten een leven lang naarstig naar de donkerste nacht om het gloeien eens met eigen ogen te zien, zoals zuiderlingen het noorderlicht zoeken.
Leven was bepaald geen grap, voor wie hier controle wilde uitoefenen…voor wie het godgloeiende met koele verklaringen probeerde te blussen.
Lachte men ooit omdat een grap begrepen was?
Of lachte men vooral om het feit dat iets eerst totaal verkeerd werd begrepen?
Je kon er dus maar beter vroeg mee beginnen om de dingen totaal verkeerd te begrijpen. Dan ontvouwde zich gaandeweg een wonderlijk mysterieus leven, vol onverwachte lachwekkende wendingen en ongezochte mogelijkheden, want leuk blijkt altijd anders.
De laatste lachers lachten het best om anderen, maar het lachte nog beter om het eigen onbegrip. Ze lachten hun angst en uiteindelijk zichzelf weg. Was de ultieme grap niet dat er niemand te vinden is die lacht? Alleen maar deze ondoorgrondelijke lach en niemand die dit begrijpt, laat staan kan uitleggen wat dit gloeien in het donker is.
Jatwerk

Op het filmpje is een hond te zien,
die vermeend timide een winkel betreedt,
kijkt quasi onschuldig om zich heen, ruikt
aan een schaal met iets wat op kroepoek lijkt,
pakt er voorzichtig een lekkernij van af met zijn voortanden,
zonder het te breken, verlaat behoedzaam de winkel.
De eigenaar heeft alles waarschijnlijk al eens eerder
gezien en daarom nu voor ons op camera vastgelegd.
Hij volgt de hond naar buiten, waar de dief steeds uitzinniger
begint te galopperen, duidelijk in een staat van opperste vervoering,
de euforie van het betere jatwerk.
Deze registratie verklaart meer over misdaad dan tien
criminologen. Het gaat niet om het gestolen object,
dat is slechts het vervoermiddel voor de euforie.
Het geschenk van de diefstal is het geluk dat het gelukt is.
Dit zou ook verklaren waarom kraaien ook graag dingen stelen
die totaal nutteloos voor ze zijn. Het geeft gewoon een heerlijk gevoel.
Trouwens, wat zouden criminologen moeten beginnen zonder diegenen
die hun eerbaar werk verschaffen. Zonder criminelen zouden ze bestolen
worden van hun vak.
Volgens de Tao is het oppotten van geld en goederen en daarmee te koop
lopen, het aanzetten tot diefstal.
De winkeleigenaar heeft dat goed begrepen en geniet van de rechtvaardige
hond.
Helm

Het is wel topsport wat u beoefent…
Zeker, ik heb een dagtaak aan sponsorpromotie voor het Shampoo-team.
Veel trainen zeker?
Zeker, veel mediatraining en de bolide moet wel in topvorm blijven, het is net als met haar, je moet de juiste shampo weten te vinden…desnoods de conditioner van hetzelfde merk gebruiken…
En als dat niet helpt?
Dan is er nog een hele fijne styling-gel van eveneens van hetzelfde merk…trouwens onze haarlak is ook top…twee keer spuiten en je hebt een helm op.
Ja, wacht even we hebben het hier toch over racen.
Zeker, maar de bolide daar heb ik een heel team voor…ik stuur alleen en plankgas.
Dus u doet voornamelijk de sponsoring?
Natuurlijk, ik formuleer, zij sleutelen zich suf in de pitstop.
Hoezo, dat formuleren?
Kijk, alles draait om de formule, dat snapt de buitenwereld niet, de rijkste wint, die kan de snelste motor kopen, daarom begint alles met sponsorgeld…wie het meeste…
Wat bazel je nou, hebben we het nu over shampo…?
Nee, ik heb het over de formule, komend jaar ga ik er ook make-up bij doen voor Max Factor.
Hoe bent u zover gekomen?
Gewoon, goede banden onderhouden.
Schone oorlog
Er zijn moeilijk opvoedbare kinderen,
maar ook moeilijk bewasbare woningen.
In onze wijk woedde ooit een glazenwassersoorlog.
Ladders werden gestolen, raamlappers geïntimideerd.
Elke paar maanden stonden er weer andere ladders tegen de pui.
Steeds weer andere vreemde ogen gluurden door onze vensters
naar binnen. Wie zou onze wijk uiteindelijk veroveren?
Konden we bij de overwinnaars klagen over slecht gewassen ruiten?
De strijd werd geruisloos beslecht.
Nu een ontwapenende vrede is ingetreden blijken de overwinnaars
helemaal geen ladders meer te hanteren.
Ze hebben een lange arm die overal bij kan, er stroomt schoon waswater
door de arm dat vlekkeloos opdroogt, lappen overbodig.
Nu kijkt er geen één oog meer naar binnen. De lange arm is blind.
Heeft de ‘beste’ nu gewonnen, de meest meedogenloze?
Welnee, gewoon degene met de langste arm.
We kunnen gerust klagen, maar er is geen enkele reden toe.
Aforismen van niks
“Het niets is de glorieuze manifestatie van het onmogelijke”. F Wildesheim
Je ziet het overal om je heen, stralend zoals alleen het onmogelijke dat kan.
We bewegen erin, leven erin beleven erin, tot we erin blijven.
We zijn zo schatplichtig aan het onmogelijke dat ons alle ruimte geeft.
Het onmogelijke dat gelegenheid schept voor de dingen om zich te tonen
“Niets is onmogelijk”
“Niets is nodig”
”Niets is onvervangbaar”
”Niets is zo stil”
”Niets blijft”
Clausule
De universele verklaring van de rechten van de mens
zou volgens sommigen anonieme bronnen
een aanvullende clausule verdienen.
Naast het recht om van alles te willen zijn
zou het recht om niets te zijn
niet mogen ontbreken.
Het recht om geen mens te moeten zijn,
om als een onontdekte diersoort te leven
in het ongedetermineerde.
Het meest basale mensenrecht
is om nooit gedefinieerd te worden,
definiëren is een vorm van onderwerping.
Gevrijwaard te zijn van de dwang
om wat dan ook te moeten zijn
en niemand daarvoor om toestemming te vragen.
Is het niet vanwege dit ontbrekende basisrecht
waardoor alle natuurvolkeren zijn vervolgd,
beroofd en van hun land verjaagd?
Vacht
Ik geloofde eerlijk gezegd nooit zo in reïncarnatie. Tot ik mijzelf na een zachte dood terugvond, herboren in een verkeerd lichaam…tenminste dat heb ik heel lang en vaak gedacht. Verkeerd…zo vreemd voelde het, alsof je een vleesgeworden vergissing was. Een wandelend raadsel. Wat waren dit voor soortgenoten? Hoe moest je een soortgenoot worden. Waar was je staart? Waar was je uiterst verfijnde reukvermogen? Jouw ooit zo schitterende vacht?… ingeruild voor een kaal bleek vel?
Dit lijf voelde niet pluis, als een van hogerhand opgelegde beperking.
Voorheen slingerde je door boomkruinen op armkracht. At je louter vers fruit. Nu werd je geacht om op je achterpoten te lopen, je in voortrollend blik te verplaatsen…je naaktheid te verbergen in lappen in plaats van je behaaglijke glanzende vacht. Gaandeweg wende het wel een beetje, helemaal verkeerd is dit lichaam natuurlijk niet, maar de heimwee is wel gebleven. Misschien nog wel het meest de heimwee naar het onmiddellijke, het intuïtieve communiceren, zonder woorden.
Dat flitsende geestige contact met de snelheid van licht. Van geestesoog tot geestesoog. Het directe contact van samenvalling. Het in wezen identiek zijn. Dit alles overwegend, terwijl je op de tast krabt waar ooit je staart zat.
