Duimschepping

Vroeger speelden violisten op kattendarmen, met strijkstokken van paardestaarthaar. Paukenisten op varkensblazen, pianisten op de tanden van de olifant. Tegenwoordig hebben piano’s geen ivoor meer, ze hebben een kunstgebit van plastic olifantstanden. Dit klinkt toch fantastisch, zoiets bedenk je niet.

Wie een teveel fantasie heeft is een olifantast. Als dat zo is dan heeft de werkelijkheid de grootste duim….
Want het is echt waar dat Zwavelvlinders in het Amazonegebied Krokodilletranen drinken, is dat niet olifantastisch?

Onlangs werd er een olifantenjong gereanimeerd nadat het in een kuil was gevallen. De oppassers sprongen op de te grote baby om het hart weer aan de gang te krijgen.

Afrikaanse olifanten evolueren razendsnel door stropers die op hun slagtanden uit zijn. Er worden steeds meer olifanten zonder slagtanden geboren. Melancholifantasme?

In de smeltende permafrost zijn diverse mammoetlijken gevonden met nog bruikbaar DNA. In ZuidKorea probeert een bedrijf de mammoet terug te kweken. Ze hebben al veel ervaring met het klonen van hondjes. Wie een ton neertelt kan een nest klonen bestellen, extra reserve-lievelingshondjes. Binnenkort kun je een wolharige mammoet als lievelingsdier bestellen.

Baas

{CAPTION}

“Dan bepaal ik bij deze dat u de baas bent, meneer Humpty, als u mij toestaat dat te bepalen” ,zei Alice met een raadselachtig glimlachje.

“Met alle genoegen sta ik dat toe, er kan er maar een de baas zijn” ,zei Humpty instemmend.

“Maar….” , vroeg Alice opeens, “kunt u ook spelen alsof u de baas bent?”

“Nee, zoiets is uitgesloten, dat is spotten met het bazendom, het is een serieuze zaak” ,sprak Humpty gewichtig.

“Dus u kunt nooit de baas spelen?”

“Absoluut, nooit!” ,

“ Wat fijn!” ,zei Alice blij, “dan houd ik u daaraan”

“Hmm!…”

3 kleuren stront

1) Als kleine jongen in het vooroorlogse Rotterdam bracht mijn vader soms in ‘n oude krant verpakte boterhammen naar zijn oudere broer die bij de riolering werkte.
Het leken net grote zwembaden.
De enorme bassins waar alle strontkarren van de Maasstad in werden geleegd. Grote broer zat dan tussen de middag te wachten, met zijn benen bungelend over de rand van het ongenadig stinkende reservoir.
‘Leg daar maar neer op de rand,
ik heb nog vuile handen’, had hij gezegd.
Even later werkte grote broer met smaak het pakketje weg in zijn broodmolen.
Of hij zijn kolenschoppen had gewassen kon Pa zich niet meer herinneren.

2) Als mijn moeder kritiek te verduren kreeg riep ze vaak, ten hemel schreiend uit:
‘Ach, je wordt toch altijd door een strontkar overreden!’
Dat een strontkar soms terechte opmerkingen kan plaatsen ging er bij haar niet in. Dus ook al was je als kar nog zo stronteerlijk, je was af-geserveerd.
Zoals in dat aftelversje:

Onder de brug van tante Mie
kun je schijten voor een spie
en als je dan geen spie betaalt
wordt je door de stront gehaald
A, F, AF!

‘En daarna piest er nog een engeltje over je tong’, voegde mijn vader soms toe.

3) Mijn ongelovige vader wist heel precies hoe de hel eruit zag. Het was een plek waar je met z’n allen tot je nek in de stront stond en waar Magere Hein op elk onverwacht moment met z’n zeis over heen maaide, al roepend: ‘Even bukken jongens!’

De zin van het leven is dat je het kan navertellen als iedereen alvast naar de zevende hemel vertrokken is.
Tenminste, als je zin hebt om te vertellen…

Recensie: ‘The Final Fix’

Wat te dichtbij is valt altijd buiten het gezichtsveld. Het is te evident om te worden waargenomen. Dit is tevens een adequate beschrijving van elk openbaar geheim…

“Stel nu eens dat de hele problematiek van de mens en zijn vernietigende invloed
op zijn natuurlijke leefomgeving maar op één wijze kan worden opgelost. En stel:
dat deze ene oplossing betekent dat de mens zichzelf oplost in de natuur die hij is.
Het zou erop neerkomen dat de mens niets meer doet en zich afstemt op de eigen wezenlijke natuur, waardoor hij opgaat in zijn eigen natuurlijke omgeving….”

Dit is de introductie van het boek: ‘The Final Fix…solving as a solution’ door
Jay D.Messinger socio&antropoloog, Universitypress. In de wat wonderlijke Nederlandse vertaling: ‘Niets Doen is een Optie!’, komt dit najaar uit.

Messinger is de initiator van het Passive Activism en staat voor een visie dat alles wat de mens denkt te verbeteren juist de kern is van het probleem. De aanname dat er iets verbeterd moet worden haalt Messinger genadeloos onderuit.
Hij voert de hele verkrampte neiging terug op doodsangst van de mens, het willen vermijden en elimineren van risico’s (zie de verzekeringscultus) ,het zich willen bewapenen (zie de oorlogsindustrie), het zich willen verdoven (zie de medicijn, drugs en psychofarma- industrie). Messinger legt het evidente verband tussen angst en verdienmodel in het hoofdstuk: Onze Angst-economie, die mensen verleidt tot het vermijden van de meest basale ‘ongewenste’ emoties. De natuur moet dwangmatig worden beheerst, ingeperkt en beheerd, maar dus ook de menselijk ‘natuur’.
Het boek is rijk geïllustreerd met voorbeelden die aantonen dat de natuur het beste gebaat is door zorgvuldige verwaarlozing…’careful neglectence as a solution’
De natuurlijk balans zal zich vanzelf herstellen als de mens niet meer ingrijpt in elk natuurlijk verloop.
Vooral ‘Natuurbeheer’ en management in het algemeen moeten het ontgelden.
Passive Activism moedigt mensen aan zich terug te trekken. De denkbeeldige grip op de natuur los te laten. Zichzelf te beperken als beheerser en beheerder van….
Natuur vraagt niets van de mens, dan zorgvuldige verwaarlozing.
Volgens Messinger’s visie hoort natuur vrijelijk voort te woekeren…
Lees dit urgente boek, het Engels bevat wel veel sociologisch jargon, wacht anders op de Nederlandse uitgave. Of begin gewoon alvast met niets te doen.

Uiteraard is er de platte cynische kritiek die domweg stelt dat de oorspronkelijke natuur er domweg niet meer is, en wat er nog aan groenstroken van over is dient te worden aangestuurd, dwz. platgemaaid. Na lezing dit boek mag duidelijk zijn dat deze mensen ziende blind zijn en door doodsangst worden geregeerd.
Niets doen is een optie. En wellicht de meest realistische en effectieve.

The Phonetics

Weffol biede ree fol bedde 3x
Neffe kowe weej voreffe konne zee
Fotstu medde sanni wedde fodde bedde…

Deze tekst op lukrake melodie blijft nu al dagen in mijn hoofd hangen als een dierbare oorwurm, waarom weet niemand. Het is afkomstig van de langharige cultband ‘The Phonetics’ uit de jaren 60. Hun bekendheid werd bemoeilijkt omdat hun naam bewust steeds anders & verkeerd werd gespeld op affiches:
Du foonettix, Thufeaun Ethics, Devoon at X.
De groep bestond uit louter dyslectici met een overrompelende muzikale fantasie en dito tekstbehandeling. Hun teksten (Ivan Hilly) waren pure klankpoëzie, maar dan zonder de Dadaïstische Kunstpretentie.
Ze hadden de ongewone gewoonte om elk concert de nummers van de plaat anders te spelen, iets wat in de popmuziek eigenlijk onvergeeflijk is. Het publiek moest tijdens het concert zelf maar actief op zoek naar herkenbare noten van de songs die alleen op plaat in een coherente vorm grijs gedraaid konden worden. En dat grijsdraaien gebeurde ook, op grote schaal want het was ontegenzeggenlijk de meest fantastische muziek. Andere popmuziek stak er maar schraaltjes bij af, waar clichématige deuntjes in 3 minuten 40 keer herhaald werden alsof het doel een openbare hersenspoeling is.
Zo niet bij the Phonetics, die speelden alles ‘at random’ in de vrije geest van het moment.
Ze brachten helaas slechts een aantal zeldzame & iconische platen uit die alleen nog antiquarisch te vinden zijn. De producers van platenmaatschappijen werden helemaal gek van deze gasten:
Pete Wallstone: drums en mixed media, Kevin Kowalsky: keyboards en tambourine, Burk Hawkings: vocals en guitars, Will en Ivan Hilly: lyrics, backingvocals en randomized moving around.
De heren zijn inmiddels hoogbejaard en onbehaard. Wie kent ze nog en hun vergeten nalatenschap?

Editoriaal

Bor is uitgetest. Hij bleek een corrupt karakter te hebben, dat wil zeggen:
de editor ofwel het opmaakprogramma ofwel Bor van Geenen in eigen persoon.
Het probleem bleek: de corrupte karakters.
Toen webmaster Joe King deze diagnose voorlegde aan Bor was de opluchting groot. Want Bor kan zich moeilijk een corrupter karakter voorstellen dan zichzelf.
Want wie leent zich voor alles en nog wat, wie kruipt in welke huid dan ook…
Wie wisselt even makkelijk van jas als van identiteit?
Altijd prettig wanneer jijzelf het probleem bent, de oplossing is dan nooit ver weg.
Ongeveer even groot was dan ook de teleurstelling toen Joe King de nodige
toelichting en context gaf. De corrupte karakters betroffen bepaalde lettertypes
met kapsones, bijv. de klinkers met trema, umlaut of andere hoofdversieringen, percentageteken, double slash etc.
Deze types blijken soms te etteren en de gezellige opmaak te verpesten.
Bor zag, enigszins voorbarig, de bui al hangen dat hij deze corrupte types beter
niet meer kon opvoeren binnen zijn tekst.
De opluchting was dan ook afdoende toen webmaster Joe Bor geruststelde
en hem stimuleerde om vooral veel corrupte karakters te misbruiken.
Dat zou hen leren zich te gedragen en zich dienstbaar op te stellen.
Vooralsnog wil Bor hier niet meteen de goden verzoeken.

De redactie is Joe zeer erkentelijk voor zijn editoriale bemoeienissen!

Homo Chemicus

Het riool werkt als een barometer van de menselijke stofwisseling,
met als nuttige bijvangst: Inzicht in de algemene geestelijke gesteldheid.
Dagelijks doen waterzuiveraars scheikundige analyses met rioolmonsters.
Ze meten heel precies, vele decimalen achter de komma: hoeveel cocaïne,
xtc, heroïne, hasj, paddo’s, medicijnen, antidepressiva, slaapmiddelen en
asperges er dagelijks genuttigd zijn.
Uit deze empathische analyse komt de gemiddelde burger naar voren als
een doorgesnoven, slapeloze, depressieve, verdovingzoekende medicijnverslaafde,
die elke lente op grote schaal asperges eet. Vooral dat laatste geeft jaarlijks
een akelig zurige stank aan het rioolwater. De uitdaging voor de waterzuivering is:
Hoe haal je dat dubieuze aroma er weer uit om kraanwater weer smakelijk te maken.
Door er chloor aan toe te voegen? Zoals vroeger in Botlekgebied rond Pernis,
onder de rook van de olie & plasticindustrie. Bij ons thuis dreef er altijd een
gezellig grijs vlies op het kopje thee. Wat een metalige bijsmaak gaf aan Earl Grey.
De ramen hielden we angstvallig dicht om de stank buiten te sluiten. Onze familie
uit Amsterdam nam jerrycans water mee met zacht NoordHollands duinwater,
dat uiteraard naar Jerrycan smaakte.
De chemische wetenschap is inmiddels zeer ver gevorderd.
Er is decennia hard gewerkt aan de ‘Homo Chemicus’ , ‘de plastic mens’
Ongeborenen dragen nu al plasticgruis in hun placenta.
Als plastic al in ons bloed zit dan kunnen we er gerust van uitgaan
dat al het andere restafval ook in al onze organen rondwaart.
We hebben het altijd al geproefd, maar we hebben het nooit geweten.
Maar wat doe je eraan? Je kunt toch moeilijk geen asperges meer eten?

RIOG


Het tijdperk van de binaire logica loopt ten einde,
al lijkt het meer op strompelend  voorover vallen,
een permanente val van de ene verbazing in de andere…

Het was ooit: het een of het ander…
Het ene been of het andere been,
nooit geen van beiden of allebei wel…
of een half been van beide of…etcetera.
Gaandeweg raken we verzeild in 
de zee van mogelijkheden,
waarin 
alles naast elkaar bestaat, langs elkaar heen leeft,
door elkaar heen zwemt.

Het tijdloze tijdperk van RIOG heeft ongemerkt haar intrede gedaan.
Het tijdperk van: Reken-Ik-Ook-Goed.
Waarom tijdloos?
Omdat niets zo relatief is als tijd.
Dus komt iemand te vroeg of te laat, of niet….nooit, of op tijd?
Zoek daar dan niets achter en denk: RIOG!
Dit principe zal zich in elk domein van het bestaan manifesteren, let maar eens op.
Zeg maar eens dat iets niet kan en de volgende dag zal iets of iemand dat logenstraffen met zichzelf als levend bewijs. Besluit maar dat iets onmogelijk is en het blijkt toch te kunnen. RIOG is feitelijk niets anders dan de schoorvoetende erkenning van de oneindige rijkdom van het bestaan. Wat eerst eenduidig leek blijkt nu voor vele interpretaties vatbaar. Definities liggen niet meer vast. Betekenissen zijn fluïde geworden.
Zou het door de druk komen dat alles vloeibaar wordt?
We kunnen niets meer uitsluiten.

Elk willekeurig horloge dat al jaren stil staat geeft twee keer per dag de juiste
lokale tijd en ook nog vele juiste tijden op andere aardse lokaties.
Dan weet je wel hoe laat het is: de hoogste tijd voor RIOG.

Ontbijt

Het was de eerste keer dat ik met Virio mee naar huis werd genomen. Ze woonden op de bodem. In de kraamkamer van het leven stelde hij mij voor aan zijn hele familie die zojuist aan de onderwater tafel plaats namen voor het ontbijt.‘Kijk’, zei Virio: Dit is nu Zoö, en die daar is Fyto, daarnaast onze onvermoeibare Holo, en hier…Myco met Bacterio en Virio…c’est moi! ”

De familie Plankton was fysiek de kleinste familie van de oceanen, maar door hun zwermsamenleving wel tegelijk het grootste in aantal.
Fyto was zo aardig als een plant en zorgde voor zuurstof.
Zoö was zo dierbaar als een het kleinste beestje.
Myco was een deler, die woekerde met talenten door dna met alles en iedereen te wisselen, overal liet Myco zijn sporen na, die hij niet had verdiend, die kreeg hij gratis door uitwisseling. Holo liet zich willoos zweven door de toevallige zeestromingen.
Bacterio had smetvrees en was vooral op hygiëne gericht, een buiten gewoon schoon wezen.
Virio maakte iedereen weerbaar en krachtig, zat eigenlijk permanent in de puberteit.
Hij riep nogal wat weerstand op, hetgeen iedereen een sterk incasseringsvermogen gaf.
In de hoek van de waterkamer zat Tante Diatomee die met haar uitwendige skelet synthesefoto’s maakte en Opa Dinoflagelaat die liever in het midden liet of hij een plant ofwel een dier was. Opa rekende ze allebei goed.
Vader Plankton, die wonderlijk genoeg integraal uit alle familieleden bestond was ook tegelijkertijd moeder. De kinderen vonden hem daarom wel wat tweeslachtig, maar dat had eigenlijk alleen maar praktische voordelen.
Toen iedereen klaar zat voor het ontbijt vroeg ik met mijn domme hoofd of ik bij het ontbijt iets te drinken mocht hebben. Een collectieve hoge bulderlach liet alle Planktonezen tot tranen toe schuddebuiken. De stranden overstroomden met hun waterlanders.

Nasalisme

Onze buurman ontmoet ik sporadisch bij de brievenbus. Hij lijdt aan een chronisch verstopte neus. Op nasale toon vertelt hij mij ongevraagd welke neusontstopper hij nu weer, twee maanden later, gebruikt. Gisteren propageerde hij het middel Nizogeen wat behalve ontstopt ook het niezen tegengaat, beter dan Nasifam…wat een rare steriele geur achterlaat in de neusholte. Daarvoor slikte hij Neuzofine in tabletvorm… hielp ook prima, maar hij rook subiet niks meer, dan kon je net zo goed geen neus nemen, vond hij. Mijn geestesoog stelde zich meteen buurmans gezicht zonder neus voor… en zag meteen buitenaards leven voor mij.
Nee, nu zwoer hij bij Nizogeen. Nadat hij afgelopen jaren van alles had gesnoven: Nozofam, Neusopax…
Heb je dan nooit Nuzudex of Nazargol geprobeerd?…of Nauzopon, Neezogeen, vroeg ik voor de grap.
Nee dus, want dat waren volgens hem vast homeopathische middelen, kwakzalverij. Hij kende mij langer dan vandaag.
Maar die hebben wel…geen enkele bijwerking, bracht ik nog in.
Kwakzalf is hetzelfde als een Placebo, schamperde hij met handen in z’n zij.
Maar Placebo scoort wel significant in onderzoeken…en trouwens, ook bij reguliere medicijnen is er ook altijd een placebo-effect, zelfs volgens de meest fanate sceptici.
Ik zag hem afhaken met een moedeloos handgebaar.
Hij haalde vermoeid snuivend zijn neus op en zijn brievenbus leeg
Sinds onze laatste medicinale woordenwisseling ontloopt hij mij.