Oom Bar

Onze verre oom Bar, bijnaam oom Babel, vertelde ongevraagd graag gratis anekdotes.
Elk gesprek garneerde hij met een volgens hem sierlijk verhalend ornament.
Niet iedereen kon hem daarin volgen. Soms breide hij associatief verschillende
voorvallen aan elkaar, waar zijn toehoorders de verbindende betekenis in mochten ontdekken. Bij sommigen wekten zijn inbreuken irritatie op als de draad
van het gesprek voor hen een onnavolgbare kluwen van losse verhaalrafels werd.
Na zijn overlijden begon men hem gaandeweg steeds meer te missen.
De gesprekken werden eenduidig en liepen vast in voorbarige conclusies, strandend
in de dode vijver van de consensus. Men begon hem te citeren.
”Weet je nog wat oom Babel hierover zou hebben aangehaald?”
Dan volgden er talloze anekdotes smeuïg opgedisd door nazaten en vage verwanten.
Oom Bar was nu zelf een anekdote geworden…een ingestorte toren van spraakverwarring.
Later bleek hij eveneens een vage verwant van ons en wij van hem. Van vage verwanten moet je het hebben.

Inwendige kwispel

Als ik na het inslapen van mijn vorige hond alleen over straat wandelde kwam ik regelmatig bekende honden tegen, met hun baasjes aan de andere kant van de lijn. Het wonderlijke was dat ze mij niet herkenden zonder onze ziel op pootjes. Door het verlies loop je er maandenlang wat verloren bij dat spreekt vanzelf… Maar dat je behalve je hond ook je identiteit kwijt bent onthult natuurlijk veel over identiteit op zich. Wie ben je nog zonder hond in de ogen van anderen? Een willekeurige passant… een inwisselbare medeweggebruiker? Identiteit is iets wat je voor anderen bent, een plaatje wat men op jou plakt. Die man met die leuke hond. Nu loopt iedereen meestal met zijn eigen identiteit een een lijntje, maar je kunt natuurlijk met iedere andere identiteit (lees hond) uit wandelen gaan. Je kunt elk moment van identiteit wisselen, neem een andere hond. Je kunt natuurlijk ook zonder hond (lees identiteit) de straat op en aan iedere wandelaar vragen: Wie denkt u wel dat ik ben?
En bij welk antwoord dan ook zeggen, dat reken ik ook goed, al herken ik mij er niet in. Er zijn ook mensen die er hele roedels honden op na houden als verschillende identiteiten. Kan dus allemaal moeiteloos naast elkaar bestaan, het bijt elkaar niet.
Voor mij is identiteit een slapende hond die ik wakker maak indien nodig en dat is sporadisch. Het wonderlijke is dat die wakkere hond altijd precies de rol vervult die de situatie vereist en lijkt het zelfs leuk te vinden om allerhande rollen te spelen, gezien het inwendig gekwispel.

Geursporen


Hond heeft geen zelfbeeld, ze ruikt hoe haar aard zich verhoudt
tot het omringende geurveld. Ze snuift de data op en heroriënteert
zich elk moment, zo vindt ze haar eigen weg met ons.
Soms zijn we haar kwijt, turen we in de verte…waar blijft ze nou?
Blijkt dat ze stilletjes achter onze rug samen met ons staat te kijken
waar ze nou toch bleef.
Baasjes moeten normaal doen…zich niet verstoppen, wegrennen
of even willen aanlijnen, dan wordt de baas bij zijn broekspijp
gebeten en tot staan gedwongen…als een onwillig schaap.
Hond rent als een dolle vos kriskras door het bos, onvermoeibaar.
Tot ze de auto ziet…en plots dodelijk vermoeid laat ze zich omvallen,
op haar rug rolt en gluurt met één oog naar onze reactie.
Ze laat haar roze buik het werk doen. Pas als we haar de hemel
in prijzen om haar wellust veert ze op en springt in de auto.
Thuis eindigt het geurspoor, waar het lekker naar ons stinkt.

Uitwiskunde

Onder de wiskundeles, tijdens een schriftelijk proefwerk
onderging ik een transcendente absentie. Opgenomen
in een zorgeloze lichtwereld genoot ik totale vrijstelling
van cijferkundige berekening. Getalsmatig was ik in de
minderheid…of beter gezegd, ik was teruggebracht tot nul.
In opperste vervoering zat ik met gesloten ogen naar een
nergens eindigend hemels plafond te staren…tot opeens
Meester van der Wal mij tot de dagelijkse orde riep:
‘Zeg, van Geenen wat zijn we hier aan het doen?
Wist de wiskundeman veel…dat hij mij stoorde in een zeer intieme
kosmische beleving. Ik keek hem verwonderd aan terwijl hij
mij dwingend wees op mijn proefwerk dat vol willekeurige dansende
getalletjes stond, met in de kantlijn vreemde droedels van wel
zeer onwiskundige figuren. Hij verwachtte een plausibele
verklaring die ik hem niet kon leveren. Het werd een dikke
onvoldoende en een pijnlijk meewarige blik. Dat ik een nul was
en vervuld was in verlangenloosheid was een som die
uiteraard totaal onberekenbaar was. Ik zwom als het ware
in het meer dan de som der delen. Wiskunde had mij uitgewist.

Autobiografie

De eerste auto in mijn leven
was de T-Ford van Laurel & Hardy
die in ‘A Perfect Day’ wegzonk
in een diepe modderplas waarna
hun hoedjes kwamen bovendrijven.
Onze eerste auto was een Skoda
waarmee we per abuis op het circuit
NeurenburgerRing verzeild raakten.
Daarna kwamen de VW-kevers in
ons mobiele leven, de Ford Anglia,
Opel Kadet en Fiat Mirafiori….
Allemaal opgelapte afdankertjes,
afgeschreven met dagwaarde nul.
Opgereden tot de bestemming
van sloopwaardigheid was bereikt.
Van de Citroën DS, alias de Snoek
mocht ik aan aantal keren proeven,
als nipjes van een exquise likeur…
Wanneer ik mee mocht rijden naast
mijn pianoleraar, wegzinkend in de
ruime autofauteuil, geruisloos
opstijgend, als in een ruimteschip
zwevend over Gods ondoorgrondelijke
wegen, op weg naar huis.
Waarschijnlijk dacht ik:
‘Er wacht mij ‘n gouden toekomst als pianist,
gewichtloos gedragen door een Snoek…’
Er bleek geen enkel oorzakelijk verband.
In de wachtkamer bij de dokter werd mij
duidelijk het verkeerde beroep te hebben
gekozen, toen ik daar bladerde in het blad,
Arts & Auto… waarin het oorzakelijk verband
pagina na pagina werd aangetoond. Toen ik
eindelijk aan de beurt was, bleek dat mijn
kettingrokende huisarts mij niet kon genezen
van mijn leegte in de vorm van een Snoek.

Kandidaten

Als kind sloop je onhoorbaar door het ouderlijke huis. Zonder huissleutel brak je in & uit zonder braaksporen na te laten. Als betonindiaan binnen het asfaltreservaat stookte je noodzakelijke bezweringsvuurtjes op braakland van drijfzand. Zaterdagavonds
zaten je ouders in hun huiskameraquarium gebiologeerd door ‘n televisiekwis. Achter glas bezag je ze, als gevangen vis in een leefnet, meelevend met het succes van kandidaten.
Uitgekeken op het Droste-effect klom je, om geen trede te raken, tussen de trapmuren omhoog, geruisloos over het kraakgrage hekwerkje naar je kamer waar je jezelf nog slapend vond, alsof je nooit was ontsnapt. Nu nog bekijk je jezelf van boven af naar al het leven hier beneden, uitgetreden om geestig voort te bestaan.

Begrijparm

Met je vriendje kon je eindeloos kijken naar de grijparm op de kermis
die steeds vergeefser het goudgeverfde horloge probeerde te winnen uit de glazen bak met het witte aquariumgrit. Opgeven was kennelijk geen optie. De stoere vader hield zich groot na ieder bijna… en wisselde nog wat kleingeld. Je had geen geld, dus niks te verliezen. De omstanders wisten al lang hoe laat het was en genoten gratis mee. Hoe langer het duurde waagde je het niet om te lachen als het uurwerk in het grit viel. Je zorgde wel dat je weg was voor de man blut was en getergd moest afdruipen. Die ene keer dat het horloge er uitgevist werd waren we verbijsterd. De man wisselde het horloge meteen weer in voor een lading kleingeld…en ging door met grijpen. Hij wist dus zelf ook hoe laat het was, maar het kwartje viel niet. De grijparm is inmiddels vervangen door het internet… het devies is graaien maar.
De wereld…tot kermisattractie gebombardeerd.

Van de kook

Moeder had een fijnzinnig talent voor drama. Achter elk detail kon een ramp schuilgaan. Als de melk overkookte dan leidde dat al tot emotionele kortsluiting. Moeder raakte geheel van de kook. In mijn bruingekleurde herinnering kookte er dagelijks wel iets over of brandde iets aan of kookte er een pan droog.
Als jongetje vertelde ze mij vaak & jammerend over haar nachtmerries alsof die zojuist echt gebeurd waren. Na de biecht over het denkbeeldige vroeg ze onzeker aan mij welke jurk ze die dag moest gaan dragen. Ik wees dan om het even welke jurk aan, want even later liep ze toch weer in heel andere jurken rond.
In haar dromen zelf was ze soms ook opmerkelijk nuchter en dramaloos weet ik van mijn vader. Zo prevelde ze eens midden in de nacht tijdens een zomerse koortsdroom tegen mijn vader:
“O, Adrie mijn armen zijn afgehakt, ach wat zalig…zo heerlijk fris en luchtig…!”
Voer voor koudegrondpsychologen?
Wellicht kon ze eindelijk ontspannen, ze was even ontslagen van de dwang om te handelen, machteloosheid als bevrijding?
Toen ze weer wakker was ging ze natuurlijk meteen weer aan de slag met verkoolde pannetjes uitschuren, zodat ze weer vrolijk op een te hoog vuur terwijl ze even aan het stofzuigen was of stond te centrifugeren….

Transmorfers


Mijn vader maakte graag
van twee slechte dingen
één goed exemplaar,
om het even wat…
fietsen, meubels,
naaimachines,lampen,auto’s…

Mijn moeder maakte haar jas
in een handomdraai splinternieuw
door hem te keren,
de binnenkant buiten…
de koningin te rijk.

Ik denk wel eens dat ik ooit
een tweeling was waar mijn ouders
een eenling van hebben gemaakt
en op ‘n goed moment binnenstebuiten gekeerd…
het waren immers verdomd handige mensen.

Soms doneert een goed mens
die er slecht aan toe is,
een vitaal onderdeel aan een ander
bij wie dat orgaan ontbreekt…
van tweeën één.

Nu zijn er twee gewonde kwallen
geobserveerd die samen één geheelde kwal
zijn gaan vormen.
Geheel spontaan zonder chirurgie
smolten hun wonden samen.
Nu delen ze hun nieuwe binnenruimte.
Samen een eenling.

Gulliver


Geboren in een te groot lichaam
belandde je als vanzelf
in een soort van Madurodam.
Als je niet oppaste groeide je
krom als een geknotte wilg…
moest je permanent buigen
voor gratis verstrekte laagte.
Niet uit nederigheid…
uit noodzaak diende je te hurken,
te kruipen, op je knieën te gaan
om je te verhouden tot…
Je legde alles daar beneden
ander ‘n vergrootglas,
dingen naar een hoger nivo
tillen had weinig zin vanwege
zompige zwaartekracht die alles
naar beneden trok vanonder het maaiveld…
Je kon hooguit jong leren om
alle vallende ballen in de lucht te houden…
niet dat dat zin had,
daar moest je echt wel zin in hebben.
Nu ligt wel de hele bodem bezaaid
met ballen die raar rollen…
behoedzaam lopen om niet te vallen
als je wilt blijven genieten
van het uitzicht.