Het grote vergeten


Wie schreef bleef, dacht men vroeger vergeefs.
Slechts het onvergetelijke bleef na al wat ging…
Wie weet nog wat er voorgoed verdween?
De weemoed van het niet weten.
Een vergeten verlangen naar…
je weet niet wat.

Teksten worden geschreven om veilig te kunnen vergeten.
Nalezen kan altijd voor wie de ziel koestert.

Schrijven legaliseert ‘het grote vergeten’,
zo dat staat zwart op wit…onthou dat goed
of probeer het te vergeten.
Vergeten te schrijven is nog beter…
Het onvergetelijke heeft immers geen geheugen nodig…
het staat in de ziel gegrift en kan zich elk moment als actueel manifesteren,
als hetzelfde ei dat iedere keer weer opnieuw gelegd wordt
en waar steeds iets anders uit komt.

Het geschrevene is vaak een van zich afgeworpen beeldenstorm
en soms een vlinderjacht door het luchtledige op zoek naar iets…
zeldzaams, zelden is het een getuigenis van wat wezenlijk is.

Welnee nietwaar

Hij vertelde enthousiast over die ene goede film die hij onlangs….
Zijn vriend vroeg: hoe of die film dan wel heette… dat was de vraag.
Nou, iets van ‘Zus of Zo’ dacht hij….

Welnee, riep z’n vrouw uit de zijkamer die hun gesprek onbedoeld had meegeluisterd,
die film heet ‘Heel Anders’!

Nou, vond hij, het lijkt er wel op….
‘Zus of Zo’ bestaat immers ook uit letters, ja goed….wel uit iets andere letters
en in een andere volgorde, maar toch letters…letters zijn letters…vond hij.

Het alfabet schiep verwantschap nietwaar?
Dat moest je ruim zien.

Glyven

Het meest openbare geheimschrift
heb je altijd in de hand,
letterlijk handschrift van huidnerven
dermatoglyven geheten.

Nooit zijn deze ‘glyven’ ontcijferd.
Elk huidnerfstelsel is uniek,
zelfs bij eeneïige tweelingen,
een stille expressie van evolutie
die geen exacte herhaling toestaat.

Je vraagt je af wat voor muziek
er zou klinken,
als een pick-upnaald elke groef
zou aftasten…welke melodie van leven
in de huid geschreven.

Volgens de Navajo ontstaan vingernerven
wanneer ‘de Grote Geest’ zich
in een nieuw lichaam blaast.
Wie wil zoiets moois nu niet geloven,
al is het maar
om het waar te maken.

Vuurgeest

Wat is?
Wat is nu?
Wat is nu het mooiste?

het mooiste nu
is vandaag natuurlijk
wakker worden

het trage aanwakkeren
van de wereld
als een spaarvlam
die geleidelijk meer
brandstof krijgt
en opvlamt

voor je het weet
staan er hele werelden
weer in lichterlaaie
terwijl je uitgerust
als as vrijwel
uitgeblust
nog wat
rookloos
nasmeult

je moeder rook feilloos
dat dit kind
vuurgeest bezat:

“Zo, ben je er weer geweest
op het wilde landje…
met vuur gefeest?”

het zwaluwdoosje
brandde in je
beroete broekzak

Seance

De geest roept geesten op.
Hoe geesten in de geest
verschijnen als regenwater
dat thuis komt, in zee spat

Water zwemt in water en
weet: ik weet niet meer wat,
wie of waar ik eigenlijk ben…
waar ben ik nog niet nat?

In deze seance is het medium
de boodschap van ‘n zee die
zich uitzend en zich ontvangt
nat in nat, maakt niet uit wat.

De gelikte beer

Ach, was je maar zo’n tam gelikte beer,
zo braaf besuisd en kalm bezonnen

dan kon je behouwen, zeer gebreideld
herbergzaam mooi volprezen wezen

maar je bent zo on, zo mogelijk on

was je fraai beschoft, netjes opgedoft,
dan kon je verzoenlijk, volkomen blijken

maar helaas, je bleef zo on, onner dan on

je ontbeerde beschaving, zolang het kon
wist je de dompteurszweep te ontwijken

maar gelukkig bleef je on, navolgbaar on

Ziezozeezijn

hoe ‘n luchtbel
drijvend op ‘n plas
ooit als eerste cel
aan belichaamd bestaan begon,
in de branding het schuim
van talloze cellen

hoe zo’n bel
als eerste oog
deze hele omwereld
in zich zelf weerspiegeld weet

‘n eerste kloppend hart
van golfslagen

euforische ruis op zoek
naar ‘n eerste luisterend oor

waaiwind tomeloos vorsend
naar lege longen

en één, éne ziel
die alles begeestert
in deze zeeën van mogelijk heden

zo geestig lacht het zijn
zich tot niets, niets zonder reden

(Beeld: aBiogenesis van Markos Kay, bron: Colossal)

Lees verder

Fabel van de Steen

Er was eens ‘n steen,
met een gat erin
dat groter was
dan de steen zelf.
De vorm van de steen
was gelijk met de contour
van het gat
dat haar van binnenuit
hermetisch had omvat.
De steen bezat ook nog eens
een kleur, die in de verste verte
op geen enkele andere kleur leek,
maar niet van echt te onderscheiden was.
Het soortelijk gewicht was zo licht
dat de steen amper schaduw wierp,
alsof ze transparant was.
Wie deze steen nooit met eigen ogen zag,
kon zich er geen voorstelling van maken.
Desondanks of dankzij?, was dit een steen
om nooit te vergeten.

Op de kaalte van dit onvoorstelbare
kunnen nu gedachten groeien als haren.
Gedachten over hoe, wat, waarvoor,
hoezo, waar, waarom, welke gek verzint zoiets?
Deze gedachtenharen zullen in de war raken,
men zal ze vergeefs willen kammen, bijknippen,
watergolven, permanenten, vlechten,
modelleren tot een coherent kapsel.
Alleen een tondeuse zou uitkomst bieden
of plotselinge haaruitval.

Luwte


Het weerbericht
veronachtzaamt
achteloos de
onvolprezen luwten

een weerman spendeert
geen ademtocht
aan serene windstilten

maakt geen woord vuil aan
smeltzame lichaamswarmten

het geluk van schaduwkoelte
zwijgt hij meedogenloos dood

nimmer bezingt men
de aandoenlijk verlegen
lichtschuwte van de maan

het mag toch allemaal
geen naam hebben

het blijft subliem
in de luwte

Piep

Als iets maar lang genoeg
te veel zijn best doet
en blijft aandringen,
komt het er
op een gegeven moment
achter dat niets
te bereiken valt

een kip pelt nooit haar eitjes,
ze blijft tevredig zitten,
ook al bakt ze er niets van

laat staan als er
geen enkele inspanning
in word gestopt
dan bereikt zich moeiteloos
hetzelfde resultaat:
niets bereikt

het kost dan wel
geen enkele moeite
maar dan heb je ook
niets

de enorme energie
die niet meer hoeft
te worden verspild
stroomt overvloedig
zonder herleidbare bron
ze genereert
onmiddellijke euforie
om niet

feestelijke stroom
die louter stromen viert
hetgeen loutert
van wat dan ook

plots piepen
er piepjonge kuikens
in het rond