Merg

Het wonder dat men zich ook maar
één seconde lang kan vervelen…
onbevattelijk voor wie door sublieme
schoonheid is gebrandmerkt.

Twee maten Bach te kunnen blijven spelen
om het goddelijk merg eruit te zuigen.
Wat al sterk is raakt nog verder ingedikt,
herhaling versterkt de ultieme smaak

en de vraag, hoe die Wohltemperierte
dit in godhemelsnaam heeft geflikt.
Het is te mooi, gewoon om te janken.
Wat was het, ‘n zeldzaam soort gedierte…

dat het oor zoveel aan hem te danken…

Trekgekte

In grote trekken
krijgt wie dan ook
soms of meestal
zijn trekken thuis
of ben je niet zo
in trek?

talloze dingen trekken
aandacht en dagelijks voorbij:
wind trekt
nomaden trekken
vogels trekken
padden trekken
de tandarts trekt
gekke bekken

de motor trekt lekker
economie trekt aan
het kortste eind
de thee moet nog trekken

het litteken trekt
de zee trekt
de hond trekt
trek geen conclusies
en niet aan de dode paarden
alles trekt voorbij

je gezicht vertrekt
trek het je niet aan of wel
de karavaan der dingen
trekt verder

Zich

Tussen hoe iets heet en wat iets is
ligt dat onoverbrugbare ravijn
van wie weet wat?

Soms tunnelt zich ‘n molachtig gat
door ‘t gebied waar iets in samenvalt
met zich dat van de kaart raakt

Gangenstelsels onder het maaiveld
verholen, boven hopen zich de hopen
op de meest geestige gronden

Het heeft zich ondervonden

Zonnestorm

Wie zag het niet,
dat Noorderlicht?

Was het niet
prachtig op
op beeldscherm?

camera’s openbaarden
immers meer kleuren
in het vergezicht
dan het blote oog
kon waarmaken

het innerlijk Noorderlicht
kreeg je pas in zicht
wanneer je strak
in de zon staarde
en daarna, ogen dicht…
alle kleuren van de regenboog

zonnestorm
onder het hemelgewelf
van je schedel

‘Moge uw ziel
fonteinen van kleur’ *


*Jamozoekie Barimokon: begroeting in het Biroenees.

Het magazijn van niet-zijn

Blijft straks alleen nog maar
de verwondering over,
als open verdwijnpunt…?

Ongeëvenaarde verwondering
over wat er allemaal is
verdwenen in het geen?

Een kosmosloos geen,
zonder planeten, zonder zonnen,
sterren, het al, schitterend afwezig.

Waart verwondering voortaan
als een zwerm engelachtig licht
door ‘n verlaten en duister wereldruim?

Het zijn blijkt achteraf een grap
‘n onnavolgbaar mysterieuze clou:
Wat zuigt zoiets uit ‘n duimloze duim?

Een niets dat zich verwondert om niets.

Verontwoording

Het komt gewoon omdat antwoorden
altijd weer nieuwe vragen baren.
Omdat talige antwoorden
directe zintuiglijke ervaring in de weg staan,
als een probaat voorbehoedsmiddel.

Het is omdat je beter de vrucht direct zelf kunt proeven
dan er een smakelijke verhandeling over lezen.

Omdat je beter letterlijk in muziek op kunt gaan
tot je niet meer weet wie of wat je bent…
dan dat je er een goed onderbouwde
musicologische analyse over leest.

Leer een boom kennen door hem om te zagen,
zijn weerstand te voelen bij elke jaarring
die je weet te bereiken…tot je zaag erin vastloopt
en je spijt krijgt dat je er ooit aan begon…
dat je je dure zaag niet meer uit de stam krijgt
en je het nakijken hebt…hoe de bast
de wond dichtgroeit door de jaren heen.
Je zaag wordt in de bast opgenomen als
merkteken van je toegenomen begrip.

Begrip is je verontwoordelijkheid nemen.

Waarom vragen?

Hoeveel denk je te begrijpen van alles wat je hoort of leest?
Weet je wat je mist…waar je geen vat op krijgt of heb je geen idee?
Ga je nog verder op onderzoek als je iets niet begrijpt of denk je…
ach, zoek het maar uit?
Neem je makkelijk iets aan van een autoriteit?
Zo ja, wat zijn jouw criteria voor autoriteit, zie je jezelf als autoriteit die bepaalt wie autoriteit verdient?
Als een baas die bepaalt wie de baas mag spelen?
Geef je makkelijk toe dat je iets niet begrijpt…iets niet weet?
Of weet je dat niet zo zeker?
Kun je bij muziek of bij het proeven van een vrucht van begrijpen spreken?
Zo ja, gaat dit begrijpen dieper dan bij iets taligs?
Of zijn het onvergelijkbare domeinen, het talige en de directe zintuiglijke ervaring?
Kun je van iets genieten wat je totaal niet begrijpt?
Wat denk je percentagegewijs zeker te weten?
Of twijfel je regelmatig over dat percentage?
Weet je meer niet dan wel…of andersom?
Stel dat je niets zou weten, had je dan nog zin als niet-weten de zin was?
Denk je liever alleen aan dingen die zin hebben of een doel waar je belang bij hebt?
Denk je vaak, schiet ik er iets mee op of word ik er beter van?
Of denk je liever doelloos en vrij van belangen ongeacht of het iets oplevert?
Als je iets meent te begrijpen, begrijp je dan niet in wezen alleen het talige begrip in plaats van het fenomeen?
Vind je dat iets een naam geven, iets begrijpen is?

Heb je Padgett Powell ooit gelezen, ‘De Vragende Vorm’?
Waarom eigenlijk ook niet?

Feestfiets

‘n herinnering
komt even langszij gefietst
op ‘n langste zomerse dag
zwoel zuchtje in de rug
over de IJsselmeerdijk
god in Frankrijk

‘n zwaluwzwerm
vliegt kilometers
met je fiets mee
om jouw verjaardag
te vieren
zo maak je jezelf
graag wijs

niks beters te doen,
je fiets rijdt toevallig
toch die kant op

voor de zwaluwen
is er niemand
jarig
maar wel elke dag
feest
een langgerekt muggenvolk
als een wolk
langs de hele oever
het ochtendlicht vierend

het sterft de hele dag
van het leven
de taart raakt niet op

zwaluwstaartkreten
gieren nu nog na
in je inmiddels gerimpelde
en behaarde
oren

Wonderwond

Is helen de enig werkelijke kunst,
om van binnenuit, als boom
van je verwonding mooi
littekenweefsel te weven?

Is geen wonden veroorzaken
verheven boven heling,
iets tot bloei wensen
zonder ander oogmerk
dan het vieren
van het gehele heel zijn?

Is het geen subliem vermogen
van koesterende nalatigheid om iets
wat zo geniaal in elkaar zit heel te laten?
een vermogen wat niet van deze wereld is

Zou zonder verwonding
besef en begrip van heel zijn
nooit kunnen opkomen?
en al het toch zomaar opkomt
zonder aanwijsbare reden
zou het dan geen wonder
zonder wond zijn?

Is dood niet een voorbarig
gevreesde denkbeeldige wond die,
als men er eenmaal is geweest,
niets is…dan ontlijven
en heelgeestig thuis blijven?