Ja hoor, daar staat ie weer…
of nog steeds, terug van nooit weggeweest?
Dat enorme grijze gevaarte midden in je bovenkamer.
Het kan er z’n kont niet keren en jij kunt niet om hem heen of is het een zij?
Tussen die poten als zuilen kruip je naar de andere wand.
Kun je die muren niet wat ruimer denken, dit is geen doen.
Wat moet dat fantastische dier eigenlijk hier?
Wil het misschien gehoord, gevoeld, gezien?
Je kunt aan niets anders meer denken.
Zo dierbaar is het, gedomesticeerd.
Extra Verse
Woggelflans
Als je niets doet, kijken dingen je dwingend aan.
Willen ze dat je bezit van ze neemt?
Ze lijken diep beledigd als je ze links laat liggen.
Lees mij! , verzoekt het ene boek na het andere.
Hanteer mij , jammert een werkloze hamer.
Sla mij recht , smeekt een krom spijkertje.
De dingen eisen onze energie op als het kan,
vampierachtig zuigen ze ons leeg.
Nooit geven ze gestolen energie terug.
Was mij af! , eist het vuile bord.
Schop mij nou! , mokt de voetbal.
Zet mij aan of uit! , klaagt de radio, maar doe iets!
Je doet niets in de beleving van de dingen.
Hun betekenis sterft af zonder gebruik.
Wie weet nog wat een Woggelflans is?
Schrijf mij leeg, zegt de pen.
Kijk naar mij, dreint het mobieltje.
Steek mij aan, vraagt de kaars.
Dingen, door mensen gek gemaakt,
verwend en aandachtsverslaafd,
parasieten op onze bestaansgrond.
Gebruik mij , zegt het voorwerp.
Ik ben niet voor niets ontworpen,
onderworpen aan menselijke willekeur.
Parcour
Op de snelweg voor stervelingen
werden we ingehaald door de dood,
‘n gitzwarte limousine met rouwende
feestvlaggetjes boven de koplampen.
‘t was bijna feest, op een haartje waren we er geweest.
De dood had kennelijk nogal haast,
voegt in voor ‘n onverwachte afslag.
We geven altijd voorrang aan de heer
in ‘t menselijke verkeer, die voortraast.
Deze rascoureur rijdt werkelijk als een beest.
‘n gevaarlijke gek op de weg, die overal
voorrang neemt, hij heeft immers niets
te verliezen, zelfs nog geen ietsepietsie.
Het is hem worst welk bloed hij vermorst.
Snijdt willekeurig levenswegen af en neemt de geest.
Wij komen enigszins vervreemd veilig thuis.
Beter geen dood op de hielen, liever 1 gek
voor je, dan tien in je nek. Weg van de file,
weg van de ruis, we blijven in dit vertrek.
Goed als je de leveringsvoorwaarden nog eens leest.
Ons voertuig is all-risk, verzekerd schadeloos gesteld.
Geest krijgt gratis het nieuwste model toegewezen.
Met de laatste genen toegerust, en dan weer racen.
De dood is een vermaard coureur, een snelwegheld.
We gaan snel de weg weer op, vastberaden & bedeesd.
Schoon genoeg
Ziezo,
dit varkentje is inmiddels wel vaak genoeg gewassen.
Laat je nu alleen nog rustig aan verrassen door wat
dit leven nog verder biedt en bovenal: geniet…voel
je als een varkentje zo vrij in deze goddelijk gore modderpoel
Somming
Het somt zich op…de Karekiet in het riet, een verfrommelde familiefoto, het veldmuisje in het Trilgras, ezelsoor in het boek, de ver ingezaagde stoelpoot, pap die klontert, de broek die niet meer past, het drooggevallen slootje, een aan flarden gewaaide vlag, een nooit verstuurde liefdesbrief…
…opsomming ontroert… liefst analfabetisch viert ze het feest der herkenning…het feest van erkenning, dat het er is geweest…
…de afgesleten lepel, het verkleurde klokhuis, de auto die zelden start, een gerafeld hazenoor, ‘n verdord poëziealbumblaadje, de kassabon met statiegeldtegoed. Het mooie sleuteltje dat nergens op past, de flakkerende schaduw van je kat bij kaarslicht…
…opsomming viert de veelvormigheden van verschijnselen die ons als badwater omringen. We zwemmen erin en wellicht verdrinken als we niet opsommen ….daarom…
…het kruintje in de vacht, buurmans gouden tand, een wolk avondmuggen, de grijsgedraaide grammofoonplaat, het knapperend haardvuur, de uitgevallen bezemharen, de weifelende erwt op de stoeprand, het onbevlekte laken in de wind, de uitgedroogde viltstift…
…de opsomming streeft naar volledigheid, want elke opsomming weet:
Er is meer dan de som der delen…
Zandkorrels in de sok, het hervonden pennendopje, de te botte puntenslijper, de dooie mus, een afgeprijsde slavink, een lekke paraplu, de weggezakte stoeptegel, hondenhaar in een vogelnest, de opgeheven brievenbus, de nooit ontdekte diersoort…
…tegen beter weten in begint het gewoon op te sommen, met een blinde moed van Sysiphus volhouden in een eindeloos pogen…om…om wat?
Te klein gekochte schoenen, het stoplicht dat op rood blijft, het eelt op de wijsvinger, het vergeelde gras in de vorm van een tuinslang, het muggenlijkje op het bloemetjesbehang, de flacon stinkende parfum, door de geit opgegeten bloesem, die ene steen op de weg, de lijst zonder schilderij…
opsommen…een vergeefse poging en daarom zo bewonderenswaardig, zo glorieus heldhaftig zinloos, nooit zal het compleet zijn…Ik bedoel zo compleet als… ja als wat? Wat is compleet? Als ruimte die van nature alles omvat? Een omhelzing van wat dan ook…een oneindig lange liefdesbrief…dit uitdijende heelal…het eenzame sproetje op de linkerwang…de traan in het vissenoog…
Tuis
Die digter het ‘n huis
van woorde gebou,
mure van skadutaal…
vensters van stil beskouglas…
met die nag as dak…
‘n maanlamp as skemerlig…
Die digter het eens gesê:
‘Slegs in my gedigte kan ek woon’
Egter hoe ‘n skoon gedig
die digter ook skryf
geen mens kan woon
in die woorde nie.
Die lewend gedig
is nie van woorde nie,
sy is doof en stom…
Tuisruim is oral
waar innerlyk lig skyn
waar nagstille leemte
door die plafon groei
Egte leefkuns is rym
sonder woorde te mors
op die bodemlose wese
Please

Ontsporen als gewoontespoor
Please, don’t try this at home!
Geschiedenis is gewoon
een hele slechte gewoonte.
Een zeer misplaatste viering
van herhaling…op herhaling.
En maar herhalen dat
de geschiedenis
zich nooit niet herhaalt
Als een vervelende machine
die mechanisch en ongewenst
hetzelfde product reproduceert
Een verhaal van verslaving
met maar een goede reden
duurzaam onverwerkt verleden
F.Wildesheim
Oue siel?
Jou soulsiel is so kaal
die sal werklik nooit
nie grys hare kry nie
Hierdie soulsiel is eteries
van ‘no size fits all’
is nuwe soos die son
Ewig lig sal nooit nie
‘n leeftyd kry nie
Alleen dees dood lyflyk
bereik aftelbare jaartyd
as die asem stop
Soulsiel is suiwer sonlig
die sagt skijn in elk wesenbeesie
Sonskijn laat die sintuie bloei
in hierdie wonderlik liggaam
Sonlig straal dwars door al die
lyfwesentjies hulle klein ogies
Dit kyk jou aan als bome, plante…
voëls,insekte,mikrobes, bakteries
Die heel dekselse skepselskepping
lyk soos ‘n sielverhuising van sonlig
De Wet van Het

Verbieden is terecht streng verboden vanwege de aanzuigende werking.
Wat niet mag is extra lekker. Overtreding is een legale smaakversterker.
De betere geheugensteun is een olifant in de kamer…of twee…daar kun je niet omheen, onvergetelijk grijs verleden.
Noodzaak is beter dan strategische ambitie, wat moet is beter dan goed.
Spel maakt het niet beloofde altijd waar, spel is het geschenk in zichzelf.
Verbied daarom het goede en men zal het wensen en het willen leven.
Zeg dat het schone ongezond is en men zal het koesteren en er van proeven.
Verklaar het ware tot leugen en men zal ontmaskeren en het ware recht in de ogen staren.
Verplicht al het slechte en zeg er niet bij wat slecht is en er daalt een vrede over het land.
Negeer verder alles waar je de aandacht op wil vestigen en het wilde zal tam uit de hand eten, als een lam zo mak.
Maanloos
de maanloze hemel van nachtblauw fluweel
leek gecapitoneerd met sterren
als een ouderwetse chesterfieldbank
er zat niets anders op dan
het naamloze wezen der dingen
met dat enorme achterwerk
wat je zegt; nogal groot geschapen
je wilde zo het zwerk in zweven
om al die sterren op te rapen
[ category verse verzen]