Rocococo


het is nog niet iedereen opgevallen,
maar de mens is slechts ‘n ornament

een uit de hand gelopen versiering
op het meesterwerk van de evolutie

is het niet pervers om als garnering
alle aandacht en ruimte op te eisen?

‘n decoratief element weet zijn plaats
op ‘n hoekje, aan ‘t randje, hooguit ‘n krul

als ‘n rococo-idioot gaat de krul tekeer
het meesterwerk aan ‘t oog onttrokken

Eerste liefde

Je grootvader was een Eskimo,
kende alleen maar sneeuw en ijs.
Hij vroeg alles, je oma legde uit.

Wat zijn dat voor stukjes hout met een plankje?
Dat is een stoel, om op te zitten.
En dat stokje waar sap uit de punt stroomt?
Dat is mijn pen, om mee te schrijven.
En die gekleurde lapjes die daar hangen?
Dat is mijn nieuwe jurk.
En dat stof op de vloer?
Dat is het tapijt.
En deze vlakte op stokjes?
Dit is de tafel, om aan te eten.

Nu wist hij hoe het zat.
Een stoel was een stapel houtjes.
Pen, een nat stokje.
Jurk, gekleurde lapjes.
Tapijt, stof op de vloer.
Tafel, een hoogvlakte van hout.
Nu konden ze praten, verliefd worden, trouwen.

Later schreef je Opa het op
met een nat stokje
op de hoogvlakte
op een sneeuwwit vel.

Van die dingen

de dingen zijn zo, gelaten
waar men ze ook aantreft,
ze zeggen ongevraagd & vanzelfsprekend…niets

in mensenhanden maken dingen van alles mee
zonder er zelf iets van mee te maken,
ze lijken te verzaken,
merken er zelfs niets van als ze worden gemaakt,

ze hebben geen benul dat ze er ooit nooit zijn geweest.
dingen wensen niets,
ook niet om nu eens met rust te worden gelaten,
ze zijn echt, compromisloos nalatig

dingen laten zich zien,
laten zich alles maar onaangedaan welgevallen,
ook hun eigen vernietiging

met een immer aflatende ijver
laten ze ons maar Babeltaal praten
over hun staat van gelaten heden

dingen weten niet dat ze leeg zijn
onder die dunne huid van buitenkant
waar ze mee ze ons bepronken

het enige wat dingen wel doen is:
stille schaduwen werpen als protest
tegen het licht dat hen kil verhoort

nooit bekennen ze hun medeplichtig-
heid aan ‘t licht dat alles heeft gezien
onbewezen onschuld gaat vrijuit

dingen blijven vrij gelaten

Heggesprek

aan vogels geen gebrek
we luisteren ze af als blinde
vinken, hun heggesprek
in de klimmende winde

ze hebben er geen idee van
dat wij ze determineren
dat we ze noemen, meten,
tellen, trots discrimineren

de heggemus heeft ons gespot
‘t gekwetter houdt ons gedeisd
we worden naamloos afgevinkt
geschrapt van de vogelzanglijst

In zijn kleine kraaloogjes lijken
alle mensachtigen zo op elkaar
die kleur en zangloze praatvogel
zonder veren, die rare vogelaar

heeft niet eens ‘n broedgebied
lijkt nog meest op ‘n huismus
die hunkert om ver te vliegen
staat aldus in geen catalogus

School met den Bij

O Gonszoemende

die in de bijhemel verwijlt
uwe raten worden gereinigd
uwe honingrijken drome
uwe korven geschieden

Leef ons mede gons
hedendaagse geluk bloot
verzweef ons onze gulzigen
gelijk bij gonzige gulden haren

verleid ons lied in verzoeming want onze bijscholing zei:
de honing-koningin
zal ‘t honingrijk beërven tot nu
en in alle hevigheid samen.
Bij-god, laat de bij beleven
het bij-geloof zal alles beamen.

Trouw

‘Hermetisch vertrouwen is de baas waarvan ik de trouwe hond ben’
F. Wildesheim

Van alle mensen die ik heb ontmoet is Wildesheim wel de trouwste hond ooit. In zijn aanwezigheid voelde ik mij totaal uitgelaten en nu ik mij hem herinner gebeurt het me weer.
‘Met de kennis van nu kunnen we vooraf al weten dat het achteraf bezien nooit anders had kunnen gebeuren dan het is gegaan’.
Dit besef schenkt een hermetisch vertrouwen in de loop der dingen.
‘Vertrouwen is misschien wel het grootste geschenk wat doorgegeven kan worden van wezen op wezen’.
Vertrouwen is de zon van de ziel en viert het hier zijn door overal op te schijnen.
Vertrouwen lijkt een risico te nemen om alles kwijt te raken, maar wat voor risico is dat voor wie niets te verliezen heeft?

‘De mens is een hond die een baas nodig heeft, die baas is vertrouwen’

Papier

Stel:

de eerste en enige leugen zou het concept van bezit zijn

deze leugen doorzien zou dan de eerste en enige waarheid zijn

niet een waarheid die iets poneert, maar slechts één die onthult

logisch gevolg is de ontmaskering van het eigenaarschap

achter het masker zou een leeg vergezicht schuilgaan

het hele mentale bouwwerk ‘van mij’ zou een ruïne blijken

de juridische orde zou dan zo waardevol zijn als oud papier

we kunnen allemaal weten dat bezit een aangename leugen is

en we weten ook, ergens wel, hoe het met indianen is afgelopen,

met aboriginals, met alle vrije volken met een natuurcultuur

dat ze meedogenloos zijn vermalen in de juridische papiermolen

de witte boord is het onschuldige kenmerk van de machtige leugen

het handlangerschap van de onmacht om de leugen te erkennen

het is een openbaar geheim, goed verborgen in het evidente

Veelal

Ach weet je, al met al is dit toch wel een van de betere…over heelallen gesproken….zoniet het beste en dichtstbijzijnde heelal in de naaste omgeving… afgezien van wat achterstallig onderhoud.

Hoeveel kritiek je er ook op kunt hebben en tal van verbeterpunten,
dit heelal heeft toch een uitstekende bestaansgrond vergeleken bij die pompeuze Extra-Galactische heelallen.

Andere heelallen doen het soms zonder zwaartekracht, daar moet je toch niet aan denken…je zweeft
daar de hele tijd weg van waar je naartoe denkt te willen.

Weer een ander heelal moet het stellen zonder ruimte, je stoot je werkelijk overal aan…behoorlijk benauwend, daar kan ik rustig van getuigen.

Of die ene waar geen eeuwigheid bestaat …nooit nergens tijd voor en maar voortjakkeren…en dan dat heelal zonder spatje licht…dat had ik helemaal gauw gezien.

Nee, dit is allemaal helemaal zo gek nog niet. We mogen eigenlijk wel in onze handjes knijpen…al zou een
gebruiksaanwijzing en hier en daar wat ondertiteling wel behulpzaam kunnen zijn, tenminste…als ik het voor het zeggen had.

Prioriteit

Vandaag ga ik maar eens een gat graven met m’n dikke voorpoten.
Zomaar ergens in de grond, een gazonnetje kan trouwens ook.
De aarde krabben, misschien heeft ze wel jeuk?
Gewoon lekker graven, klonten klauwen en dan m’n neus erin stoppen,
in dat gat, er een hapje van nemen en dat dan lekker uitspugen
en dan verder….Gewoon gezellig even samen met de aardbol,
een onderonsje met de grond… En als ik wat proef dan kijk ik even
verwonderd in het rond of er nog iets is om te beleven.
Maar er is niks beters te doen dan graven, je staart slaat de maat.

Zoethoudertje

Hersentjes proberen nu eenmaal overal chocola van te maken. Chocola met de bijsmaak van betekenis. Als die bijsmaak geproefd wordt geeft het chocobrein zichzelf een beloning, een gelukshormoon. Een vorm van zelffelicitatie. Het hoofd is een eigenaardig soort chocoladefabriek. Zelfs van de meest onmogelijke ingrediënten fabriceert het brein nog iets wat vagelijk naar betekenis smaakt. Er komt geen cacaoboon aan te pas.
Het doet denken aan de befaamde Koetjesreep die geen snufje cacao bevat. Maar de Delftsblauwe wikkel maakt alles goed. Zonder die fabriek smaakt alles naar mysterie, je weet niet wat je proeft. Hmmm, heerlijk mysterie, geef me nog een stukje!