Dromen graven onder geestgronden van het nachtzand
fragmenten op, schatgraven vermomd als archeologie.
Scherven van denkbeeldige beelden,beelden van urnen,
verzegeld, sarcofagen vol omzwachtelde archetypen.
Van de incoherente resten lijmt geest dit verbijsterende
beeld in elkaar dat lijkt op iets wat nooit heeft bestaan.
Het pronkt met zeven mens&dierlijke gezichten, vijf oren,
dertien verschillende armen en benen. Het beeld staart
ogenschijnlijk naar alle kanten. Wat heeft dit te betekenen,
anders dan dat je wakker bent? De urnen blijken gevuld
met graan, tweeduizend jaar geleden geoogst, proviand
voor ‘n toenmalig hiernamaals. De geestige geest maalt
maar door tot alles meel is en bakt er ‘n eeuwenoud vers
brood van.
Extra Verse
Mouw
Mijn vriendje had last van harde trui,
in ieder geval was zijn rechtermouw
doorgaans hard en ruw als schuurpapier.
Dat kwam door zijn luie loopoog
waar permanent vocht uit droop
dat veegde hij af aan zijn mouw.
Opgewekt als hij was veegde hij
onverdroten voort, dag in dag uit
elke dag droeg hij ‘n schone trui
voor zijn oog dat niet wilde drogen.
Volgens de ogendokter was er niets
aan te doen dan rustig blijven vegen.
We zijn elkaar uit het oog verloren,
maar vannacht schuurde zijn mouw
mijn herinnering aan hem wakker.
Ik zie hem voor me met droge ogen.
Opstand der dode dingen
De dingen saboteren zich, ze ondermijnen zich
onder hun huid, voeren ‘n guerrilla tegen ons bezit
dat zij zijn. Meubilair van onze bovenkamers.
Opstandig verbleken ze in de onverwoestbare zon,
boekruggen, kunststoffen, gordijnen, schilderijen,
hun huiden vormen het behang van ons bestaan.
Brutaal ontkleuren ze zich tegenover hun eigenaars.
Uit protest tegen verwaarlozing, tegen ontheuging.
We vergeten ze te waarderen, te onderhouden.
Wat zou het ze deren…zou je denken, maar fanatiek
strijdt het verzet, door stil kapot te gaan, te breken,
te verpulveren als droog rubber, te verschilferen,
te schimmelen, scheuren, barsten, deuken, butsen,
schaven, krassen, craqueleren, ze roesten zich rot
tot ze onherkenbaar gehavend worden ontheemd
Zo sneuvelen de dingen zich een weg naar aandacht
en waardering. Als men ze later bij verrassing opgraaft
noemt de antiquair hun strijd: ‘het patina van de tijd’
Grijs
Volgens de boeken was het brein grijs,
als een in beton gegoten wijsheid
maar het kind kon het nergens vinden
deze veelgeprezen hersengrijsheid
binnen het hoofd zag het wijdse ruimte
in alle kleuren verlicht door een zon
die zich zelf niet zien kon
het zag alleen het stralende
en de weerschijn ervan
op de zeven planeten
die rond deze zon cirkelden
in onafzienbaar ruime banen
rond elke planeet cirkelden weer
zeven manen en rond elke maan
weer zeven en zo door…
hoe kleiner hoe groter
soms loste een maan zich op
in de stille zon, om zich daarna
als wat dan ook te manifesteren
dat wilde het kind ook, oplossen
en dan als wat dan ook…
steeds opnieuw…
nog steeds beweegt alles zich
rond deze roerloze zon die
alles aanraakt met haar stralen
doordringt met tastende warmte,
en diep onderhuids proeft
een belevende poëzie
van wat dan ook
Achteraf
Dit verborgen talent is een openbaar geheim.
Dit talent betreft het geniale vermogen
om niet te accepteren wat er op dit moment is.
Wat er geniaal aan is is dat met dit ‘achterafoordeel’
oprecht niet gezien wordt wat er hier beschikbaar is,
laat staan wat er allemaal mogelijk is.
Dat is knap, hele werelden worden ontkend, weggevaagd,
zeeën van mogelijkheden worden drooggelegd.
Je bent in het verkeerde land geboren,
op de verkeerde planeet, bij de verkeerde ouders,
in het verkeerde lichaam, met het verkeerde geslacht,
de verkeerde genen, verkeerde talenten.
Zoals elk denken komt ook dit denken achteraf.
Het verraadt dat, met de kennis van nu,
achteraf dus, het idee is ontwikkeld dat men
vooraf liever iets anders had willen verwachten.
Er mag dan geen God met een baard zijn,
maar zijn wereldvreemde grondpersoneel
bevolkt nog steeds deze wondervolle aardbol.
Heb je ooit een boom gezien die liever een geit wou zijn?
Een appel die verdrietig is omdat ze geen peer mag wezen?
Een bloem met de verkeerde geur, de verkeerde kleur
die liever een hommel was geweest?
Ach, was ik maar een mens…dacht een God zonder baard,
achteraf.
Collateraal
Collaterale schade…zo heette dit opgeblazen eufemisme.
Het retorische stof van ‘beren op de weg’
daalde langzaam neer.
In een tergend trage implosie was
het virtuele omhulsel opgelost,
de duurzaam verstikte ruimte
kon weer naar zuurstof happen.
Nog dagen later dreef er een rookgordijn,
het was wachten op frisse wind.
Toen die eenmaal opstak en het decor schoon blies
stonk het nog steeds naar duur verkochte huiden,
huiden van nooit geschoten beren.
Beren die zogenaamd wreed
elke begaanbare weg hadden versperd.
Hunkerde men nu naar nog meer lege hulzen?
De magazijnen van verweer bleven gevuld.
Er leken echte gaten te zitten in het witte doek,
trofeeën van demagogisch geweld,
die waste je er niet zomaar uit.
Sommigen gebruikten het doek als vlag
om tot overgave te bewegen.
Even verderop werd filmdoek op straat verbrand
vanwege onwelkome beelden die vluchtig
op haar bleven rondspoken.
Vriendelijk vuur.
Kuddes
Ik is niet een iemand
veeleer een hele kudde
zelfs loslopende kuddes
van velerlei & allerhand
ik is niemands herder
niemand hoed hier want
hoedt u voor de herders
laat u hoeden door niets
kuddes zwermen vrij uit
over eeuwige omvelden
ze grazen behoedzaam
elke bestaansgrond af
geest heeft vele magen
ze verteert hulsels & kaf
tot het wezen zich bloot
geeft in leven en dood
het ene in alle delen
begint gestaag te dagen
dat het ene meer is
dan de som der velen
volgens oude sagen
zijn kuddes de helden
ze dragen ons leven
bemesten de velden
Beëdiging
de aarde hoort mij
de zon hoort mij
waarom zou ik liegen?
(eed van de Shoshonen-indianen,
gelezen in het dagboek van Walt Whitman)
Velds
hier ligt het…
onder het maaiveld
tussen de halmen
in de luchtkamers van
veldmuizen en mollen
hier ligt het….
waar torretjes, kevers,
vlinders, hazenlegers
kortom ‘t Kruipend
Gedierte des Velds
hier ligt het begin
‘t beginsel waar dauw
mistig in gaat liggen
waar hemelwater loopt
naar het laagste punt
hier ligt het begin
het begin der hemelen
zo laag bij de gronds
waar wezens oefenen
in engelachtig wezen
voor ‘t hemelen begint
Bovenal
Normaal neem je de droomlift,
Buiten Dienst….knippert het paneel
dan maar de virtuele trap betreden
de koud metalen leuning zoekt
warmte en houvast in je slapende hand
wankelen de treden omhoog of omlaag?
weten je voeten wel dat ze nergens
heen moeten? …ze dansen hun eigen gang
op ‘n oud toekomstmuziekje van L.W.
(Ludwig Wittgenstein) die hier zijn idee
van een droomhuis ontwerpt en bouwt.
Zijn geest staat blijvend in de steigers.
W. uitvinder van de denkbeeldige trap
die men eenmaal boven gekomen liefst
weg moet gooien (al het overbodige is loos)
het is een hele de klim, boven tref je W. aan
op – de hoogste verdieping – waar hij zijn
bovenkamer steriel wit aan ‘t stuccen is.
Hier staat hij dan, de logica-sjamaan
“zu schweigen wovon mann nicht sprechen kann“
dit verwonderde jou als kind bovenal:
……De Hoogste Verdieping……..
dat hoger ook tegelijk dieper is.
Ludwig gooit nu stoïcijns zwijgend
die hele godganse trap, trede voor tree
naar beneden, in ‘de hoogste diepte ooit’
Daarom blijkt geen enkele reden.
zwijgend als ‘n witgestucte muur
schrijft W. met ‘n potloodstompje:
Er gaat Niets boven Al