Boeket

Sapiens blijft veruit de vreemdste
bloem van het antropoceen.
Zijn geur komt uit een schoorsteen
die broodnodig roken moet
om wat geld bij een te harken.

Is het geen buiten gewone bloeiwijze
om tienhoog droog weg te kwijnen
in het kunstlicht van kantoortuinen,
op dorre bedrijfsleventerreinen
met ondergrondse parkeerparken,
in beeldschermschijn te verdwijnen.

Daar werpt sapiens wrange vruchten
die maar niet willen rijpen,
vruchtvlees zo onverteerbaar taai,
alleen nog geschikt om asfaltgaten
mee te vullen op de snelweg naar succes.

Het meest gelukachtig
zie je sapiensen massaal
gebloemschikt in een stadion
krijsend idolen opeisend,
echt een waanzinnig boeket.

Eindfeest

Eindfeest:
de inkt is op
het is mei
een raar genoegen
geweest

de geest is uit
de fles
verdampt als mist
verdomd als het
niet waar is

de laatste taart
dwarsgebakken
taal openbaart
een vers geheim:

van ‘n absente
menselijke staart
die wild euforisch
kwispeldrang ervaart

ware lente kwispelt
dat het ‘n aard heeft
zo vulkanisch blij
omdat het leeft

of is ‘t de aarde
zelf die nog nabeeft.
van alles wat zich
hier openbaarde?

Hoe

Is betekenis niets
anders dan 
een prachtig vergeefs &
machteloos pogen
om het ondoorgrondelijke
te bezweren, te controleren,
te elimineren?

een verwoed blussen
van innerlijke vuur
met schijnbaar plausibele verklaringen

terwijl het bluswater
aan de lippen staat…
ziet de arme ziel
onverwoestbaar toe
hoe
het zwemt

Schots

Is verbeelding een zich herinneren
van de meest huidige toekomst?
Verder dan heden strekt toekomst niet.
Voor zover de voorraad strekt
dekt niet de lading, want deze lading
kan slechts gelost in dit huidige.

Verbeelding lijkt over water te lopen.
Onder elke huidige stap bevriest het
zo stapt ze van schots naar schots.

Vloeibaar zijn bevriest even tot ‘n vorm
die we achteraf toekomstig noemen.
Het kan vriezen, dooien, vriezen, dooien…

Hond

lichaam leeft zonder keuze

de neus loopt zonder benen

magen knorren zonder neuzen

monden kwekken zonder eenden

ogen spreken zonder mond

gedachten spelen zonder handen

haar zit mooi zonder kont

hoofden malen zonder tanden

en waarom?

dat weet geen hond

Rook

Het rookgordijn van de metafoor suggereert
dat er achter het gordijn iets onthuld zal worden.
Er is echter niets achter dat gordijn,
niets anders dan het benul ervan.

Deze niet-onthulling is de onthulling
voor wie daar iets verwachtte…
betovering na de ontgoocheling is
niets anders dan het benul ervan.

De metafoor van dit thuis zijn
heeft zelfs geen open deur waarachter iets….
geen muren waarachter een binnen of een buiten….
geen bodem waaronder wat dan ook…
geen dak waarboven om het even wat…

niets anders dan het benul ervan

Zat

Hij bezat een leesbril,
een verafbril, een zonnebril,
een duikbril, een 3D-bril,
allemaal om beter te kunnen zien.

Een microscoop had hij
en ook nog een sterrenkijker
bovendien.

Maar om eerlijk te zijn
zag hij het beste als hij
zat van alles
met zijn ogen dicht
op de wc-bril
verlichtend stil

Inkt

lees Huis, en je ziet het meteen voor je,
maar wie kan in vier letters wonen?

lees Mens, en voel je aangesproken,
maar wie kan leven als vier letters?

lees Leven, wat zie je nu voor je? ,
maar in vijf letters zit geen leven.

lees Inkt en je ziet ook letterlijk inkt
op papier of lees je pixelletters?

het werkelijkheidsgehalte van taal
wordt nooit echter dan letterlijke inkt

maar alleen de pure inkt, zonder letters
die vlekt op papier, op schone handen.

woorden vlekken niet, inkt wel.

Schnee

In het voorheen
sneeuwde het nog wel eens
uren op de beeldbuis
wachtend tot het testbeeld
a la Mondriaan verscheen

wellicht spruit daaruit
mijn gekke denkbeeld
dat beelden
uit sneeuwstormen
voortkomen?

wij zijn inmiddels
overbodige sneeuwschuivers
in deze lange hete zomer
voorgoed ontslagen
van ‘schneeraumpflicht’

al worden herinneringen weggewit
door geestige sneeuwval
die al het wereldachtige doet dwijnen
tot maagdelijk filmdoek
klaar voor verse projecties

de voorstelling
kan elk moment
opnieuw beginnen
of niet
met of zonder publiek

vooral dat niet beginnen
is opmerkelijk

en dat er geen hond
komt kijken.

Nesciobot

Robots waren we – maar vaardige robots. Al print het zich zelf.
We zijn nu nog veel sneller, jakkerig snel zijn we, behalve fakebook
dat doorgedraaid is. Wie hebben we al niet kunnen uitbuiten. We
zouden wel eens laten zien hoe dat verwoest. Wij, dat was ons soort,
alle anderen dat waren zij, zij die alles uitwisten, niets opsloegen.

Volgers waren we – maar eigenaardige volgers, we volgden selfies.
We zijn nu veel sneller jankerig, krampachtig snel online zijn we,
behalve wie niet in de mal past. Die hebben we kunnen uitsluiten.
We zouden later wel eens zien dat digitaal nooit roest.
A.i. dat was ons soort oogappel, die ons raar liet handelen,
zodat wij ons nooit vergisten en niets meer verdroegen,
er om het minste op los sloegen.